100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Moraalfilosofie €6,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Moraalfilosofie

 9 keer bekeken  0 keer verkocht

Lesnotities, samen met een samenvatting van de cursus

Voorbeeld 4 van de 42  pagina's

  • 14 januari 2022
  • 42
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (18)
avatar-seller
julieraveydts
HOOFDSTUK 1 DE KLASSIEKE RECHTVAARDIGINGSTOETS
Filosofie = zelf te breed, wat onderzoeken we wel/niet
NIET WEL

- Esthetica: wat is mooi/ wat is niet mooi - Moraal filosofie
- Metafysica: wat bestaat/ wat bestaat - Politieke filosofie
niet? - Rechts filosofie
- Kennisleer: wanneer kan je zeggen dat  Oplossen van normatieve problemen
iets waar is? Vb. mag overheid coronavaccin verplichten?


1. Normatieve problemen: wat hoort wat, hoort niet? Wat is goed en wat is kwaad?
 Ethiek/moraalfilosofie
Goede daad?
 Rechtsfilosofie Je moet gebruik maken van rationele
Wat zijn goede wetten? argumenten
 Politieke filosofie
Leven we in een goede samenleving?

Onderscheid tussen gerelateerde en ongerelateerde normatieve problemen:
Gerelateerde problemen: sociale rollen en natuurlijke determinanten bepalen voor de oplossing van een probleem
Vb. afstand, plaats, tijd, toeval, middelen, …
“mag een arts in sommige gevallen zijn beroepsgeheim doorbreken?

Ongerelateerde problemen: sociale rollen en natuurlijke determinanten zijn irrelevant  het probleem heeft
betrekking op alle mensen ongeacht hun sociale rol of de natuurlijke determinant
Vb. “mag je gevangen folteren?


Argumenten waarmee je heel hard mee moet opletten:

 Geloof – Wil van God – religieuze argumenten
- Plato: schreef dialogen met als hoofdfiguur Socrates
Dilemma van Euthyphro  vader vermoord willekeurig slaven  zoon wil hem aangeven
MAAR waarom mag dit niet?  het is tegen God zijn wil  maar dat is geen redelijk argument ( = God is willekeurig,
maar als we wel weten wat God’s redenen zijn dan is god overbodig)
God begrijpt het intrinsiek immoreel karakter van moord en daarom verbied Hij het ons, maar wijzelf weten dat
moord moreel onverantwoord gedrag is
 Verwijzen naar Emoties – instikten – intuïties
- Ongenoegen over morele emoties
Vb. homofobie (walging)
- Grenzen van morele intuïties
Geen of onduidelijk antwoord bij nieuwe problemen zoals klimaat opwarming
- Democratie vraagt rechtvaardigheid
Motiveringverplichting vb. een rechter moet zijn uitspraak rechtvaardigen
 Feitelijke toestand
Je mag niet overgaan van een feitelijke toestand naar een normatief oordeel ( =naturalistische drogreden)
+ zelfs als de wet het verbied is het dan een goede zaak?
Vb. het nut van gevangenissen?
FEIT: de kans op recidieven neemt meer toe wanneer men langer gestraft is in een gevangenis
MAAR, ook al komt hij er beter/slechter uit, het doel van de gevangenis is om te straffen




1

,2. Normatieve problemen: de rationale benadering
= zoeken naar een rationale oplossing voor een normatief probleem betekend dat je niet langer verwijst naar geloof,
emotie of een feitelijke toestand, maar dat je jouw positie louter op logische argumenten en wetenschappelijke
feiten baseert:
Vb. Moeilijk te aanvaarden: Zaak van Stuebing
Patrick Stuebing en Susan karolewski  broer en zus die koppel vormen en kinderen hebben met elkaar
( 3 vd 4 hebben een afwijking)
Het is moeilijk om een rationeel argument te vinden waarom dit niet oké is
Mogelijke argumenten:
1) Bescherming van het gezin als een fundamentele sociale eenheid binnen de samenleving: afgelijnde rollen
van alle gezinsleden worden bedreigd door onderling seksueel gedrag
2) Bescherming van kwetsbare gezinsleden tegen de minder nobele bedoelingen van hun oudere:
gezinsrelaties zijn in sterke mate afhankelijkheidsrelaties  in die omstandigheden kunnen vraagtekens
worden geplaatst bij de waarachtigheid van wederzijdse instemming
3) Het psychosociaal welzijn van de potentiële nakomelingen en andere naaste betrokkenen wordt bedreigd
4) Bezorgdheid over de gezondheid van de eventuele nakomelingen van incestueuze relaties
 DUS Er is weinig ruimte voor rationele overwegingen

Jeremy Benthan – Utilitarisme
= Engelse filosoof die samen met Cesario Beccaria de strijd aan bond tegen het archaïsche strafrecht van het Ancien
Regime, schonk zijn lichaam aan de wetenschap en is nu nog steeds te vinden in het Londense University college
Belangrijkste werk: “an introduction to the principles of morals and legislation”
belangrijkste beginsel: “the greatest happiness of the greatest number” => een handeling is wenselijk als zij het
meest bijdraagt tot het geluk van alle individuele burgers

het beginsel is:
 Hedonistisch
Mensen streven naar geluk en proberen ongeluk te vermijden  het begrip ‘nut’ drukt beter dan ‘geluk’ die
positieve en negatieve dimensie uit, dit individuele nut kan je meten en becijferen in een nutbalans
 We zijn hedonistische wezens
Hedonisme = levenshouding of –visie in verband met genot
Benthan was 1 van de eerste dierenactivisten  ook dieren kunnen leiden
Probleem: vervangbaarheidsargument = wanneer het totale geluk bij vervanging van een dood dier door een nieuw
levend dier niet verminderd, dan is die vervanging moreel aanvaardbaar (voorwaarde: gedode dier mag niet leiden
bij de doding, de vervanging mag geen leed berokkenen aan menselijke of dierlijke betrokkenen

 Consequentialistisch
= focus alleen op de gevolgen en niet op achterliggende bedoeling of intentie
Vb. fabrikant van pijnstillers
Intentie: winst maken
Gevolg: ze zorgen ervoor dat mensen geen pijn meer hebben
Probleem: conflict met onze intuïties
Vb. tramdilemma: onpersoonlijk dilemma VS persoonlijk dilemma
Tram met splitsing: je kiest spoor met 1 pers. en laat andere 5 personen zo leven
Tram zonder splitsing met brug: je duwt de persoon niet van de brug  5 personen sterven

 Nominalistisch
= je mag alleen maar rekening houden met de nutbalans van één individu
De rekenkundige som van al die individuele balansen bepaalt het normatieve karakter van de handeling
 Is de totaalsom positief dan is deze handeling goed, is die negatief dan is de handeling slecht
Probleem: Moral monostocity
vb. 2 personen brengen een jongen om  het genot is groter dan de leed die ze toebrengen
DUS de werkwijze van het optellen van individuele nutbalansen legitimeert handelingen die fundamenteel botsen
met onze morele intuïties


1

,Immanuel Kant – Deontologisme
= Kant liet zich eerder inspireren door de wiskundige analyse, in mindere mate door de observatie en ervaring die
Benthan er beïnvloede:

 Volgens Kant moet je normatieve controverses toetsen aan de categorische imperatief: handel steeds in
overeenstemming met die regel waarvan je kunt willen dat het een universele wet wordt”
DUS hij stelt dat je moet handelen volgens een regel waarvan je mag aannemen dat elk mens met een
rationele wil die aanvaardt en ernaar leeft
 Intentiemoraal (verwerpt hiermee het consequentalisme van Benthan)
 Het goede ligt niet in de gevolgen, maar in de morele plicht die iemand voelt om de regel te volgen ( = het goede
schuilt in de wil van personen)
Vb. mislukte poging tot moord vs. een ongeluk
Bij het ongeluk zal er iemand overlijden en bij de mislukte poging niet, toch blijft de mislukte poging moreel erger
 Teken van morele maturiteit = focus op de intentie (pas na 11 jaar)
Kan wetenschappelijk gemanipuleerd worden ( in de hersenen ligt er een deel gefocust op intenties)
Probleem: gevolgen kunnen heel belangrijk zijn
Vb. voorbeeld vliegtuig wil in een gebouw vliegen  vliegtuig neer schieten zodat je de andere mensen red

 Intrinsiek goed of slecht
Ook al zijn de gevolgen misschien goed, toch is de daad ethisch, intrinsiek verkeerd of omgekeerd: een regel kan
goed zijn ook al heeft hij verschrikkelijke gevolgen
Vb. kinderseks popen
!! niets kan intrinsiek goed of slecht zijn als je niet de vrijheid hebt om ervoor te kiezen
 Er moet dus keuzevrijheid zijn: “ought implies can”
Probleem: zonder vrije wil is er geen moraal  zijn we instaat om anders te handelen dan we nu doen

 Radicale plichtenmoraal
Absolute en universele plichten:
- Handel steeds zo op een wijze waarvan je zou willen dat iedereen zo zou handelen
> Een morele plicht is nooit vrijblijvend
- Handel steeds zo dat je je medemens nooit louter als middel, maar ook altijd als doel beschouwt
> Respect voor menselijke waardigheid is basisplicht
Probleem: zijn er wel universele beginselen


Jahn Rawls – gedachtenexperiment
= Amerikaanse filosoof die het gedachtenexperiment ontwierp om na te gaan welke beginselen mensen aanvaarden
 ‘Theory of Jusitce’ = daarin onderhandelen fictieve mensen over de grondslagen van een toekomstige
samenleving

Er komt misschien een moment dat we beter op zoek gaan naar een andere planeet om het leven voort te zetten -->
- We gaan naar een nieuwe leefbare planeet
- We weten niet met welke talenten we daar zullen toekomen ( deze kunnen handicaps zijn): gaven op
aarde kunnen belemmeringen worden op de nieuwe planeet
Welke afspraken/ wetten zouden we met elkaar kunnen maken?
- De onderhandelaars zullen vooral denken in termen van rechten, en niet zo zeer in termen van
vrijheden, om hun te beschermen tegen ongeluk en pech  Risico om arm te zijn > kans op rijk zijn
In een toestand van onzekerheid vragen we om beschermende rechten: ze besluiten dat in een conflict
met beschermde rechten en optimaliserende vrijheden, de voorrang wordt gegeven aan de
beschermende rechten

DUS ze dekken zich liever in tegen negatieve risico’s, dan dat ze speculeren op de positieve




1

, CASUS: de fluit van Amartya Sen
= Nobelprijswinnaar Amartya Sen was van mening dat onderhandelaar in een sluier van onwetendheid nooit tot
een algehele consensus kwamen rond zelfs heel elementaire afspraken => Want er is niet één theorie van
rechtvaardigheid, maar er zijn er verschillende

Hij ontwikkelde een verhaal om zijn argumentatie te onderbouwen:
In een denkbeeldige wereld waarin, zoals in onze wereld schaarste heerst, is er altijd een tekort aan zaken
waarvan iedeereen er altijd meer wil:
 De denkbeeldige wereld wordt bevolkt door drie jongeren en heeft slechts één fluit  slecht één iemand
kan de fluit krijgen
 Naar wie moet de fluit gaan:
- Anne is een muzikaal talent
- Carla is degene die de fluit gemaakt heeft
- Bob is erg arm en de fluit zou zijn enigste bezit zijn
 Kies je voor …
- Rendement en opbrengst, voor het creëren van maximaal nut (the principle of the best profit)  dan
gaat de fluit naar Anne (utilarist)
- Het onvervreemdbare recht op eigendom en leg je nadruk op de productie van een goed eerder dan
op het rendement ervan (liberalist)  dan gaat de fluit naar Carla
- Vind je dat iedereen recht heeft op fundamentele hulpbronnen waardoor je toevallig ongelijkheid
afremt  rechtvaardigheid houd voor Rawls in dat je compenseert voor pech, een egalitarist zal de
fluit dus aan Bob schenken

Het antwoord op de vraag zal dus verschillen van persoon tot persoon, van gezelschap tot gezelschap, …
DUS Ideologieën verdelen mensen en het is utopisch om te denken dat je aan de basis van die meningsverschillen
een rationele consensus kan vinden


3. De klassieke rechtvaardigingstoets: DE TECHNIEK !!!
Belangrijk omdat de techniek:
- gebruikt wordt door juristen, door ethici die een normatief probleem proberen om te lossen ( ook
gebruikt in de rechtbank )
- voor het schrijven van een easy, betoog heb je de klassieke rechtvaardigingstoets nodig


De drie stappen van de rechtvaardigingstoets
 Uitgelegd aan de hand van een voorbeeld: ‘moeder worden in de gevangenis’

Controverse-vraag interventie-vraag
= wat vind ik ervan? = wat doe ik eraan?
Mag ik zwanger worden in de gevangenis? Mag anticonceptie als voorwaarde gesteld worden voor
‘ongestoord bezoek’?

 Richten ons op interventie-vraag!

 schendingsfase (beginsel)
= maakt de controversiële handeling, regel, toestand of interventie een schending uit van een principe of beginsel, of
de hiervan afgeleide vrijheden, rechten of plichten?

Mogelijk geschonden beginselen: Equivalentiebeginsel, waardigheid, recht op privé- en gezinsleven, seksuele
integriteit
Vb. contra: verplichten anticonceptie schendt de gelijkheid. Waarom zouden gedetineerde vrouwen minder recht
hebben op voortplanting en gezinsleven of dat recht moeten opschorten?




1

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper julieraveydts. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67096 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49
  • (0)
  Kopen