Samenvatting bijzondere overeenkomsten
Boek 7 in zijn algemeen
Let vanzelfsprekend op de gelaagde structuur van het BW.
Uitgangspunt van het contractenrecht: contractsvrijheid, open systeem van verbintenissen
(HR Quint/Te Poel).
Voorbeelden grenzen uit boek 3/6 BW
- Geen overeenkomsten met minderjarigen of mensen die onder curatele staan (op de
persoon);
- Voor sommige contracten schriftelijkheidsvereiste, bijvoorbeeld bij het kopen van een
huis (vormvereiste);
- Art. 3:40 BW strijd met de wet, goede zede, openbare orde (inhoudsvereiste), of de
grijze en zwarte lijst (ook inhoudsvereiste).
Specifieke voorschriften in Boek 7 BW:
- Ter aanvulling op individuele partij afspraken
- Voor bijzondere contracten
- Met het oog op een evenwichtige, objectieve toedeling van rechten en plichten
- Indachtig Europese ontwikkelingen
Bijzondere overeenkomsten zijn eigenlijk in drie categorieën in te delen:
- Overdracht van goederen of geld (blauw)
- Verlenen van diensten (rood)
- Verschaffen van genot of gebruik van een goed (groen)
Ook kun je onderscheidt maken in benoemde en onbenoemde bijzondere overeenkomsten.
- Benoemde bijzondere overeenkomsten: deze zijn benoemd in boek 7 BW.
- Onbenoemde bijzondere overeenkomsten: deze zijn niet benoemd in boek 7 BW (een
voorbeeld is de lease-overeenkomst). Hiervoor gelden dus sowieso de basisregels uit
boek 3 en 6 BW, maar ook invulling door jurisprudentie en zelfregulering door de
branches zelf (bijvoorbeeld middels gedragscodes). Een voorbeeld is de energiesector,
waarin standaardcontracten worden opgesteld. Het probleem daarvan is dat je als
consument in een benauwde positie kan komen. Het is ‘take it or leave it’. Inmiddels zijn
er allerlei brancheorganisaties opgestaan die de consument vertegenwoordigen. Aan
twee zijden wordt dan onderhandeld over zo’n modelcontract. Dat noemen we
tweezijdige modelvoorwaarden. Je ziet hier wat het belang is van het opnemen van
bijzondere overeenkomsten in de wet.
,Gekwalificeerde overeenkomsten zijn niet zelfstandig als bijzondere overeenkomst
opgenomen, maar ze vallen allemaal onder de overeenkomst van opdracht. Titel (7.7) geldt
voor al die overeenkomsten(bijvoorbeeld medische behandelingsovereenkomst of
reisovereenkomst.
Beschermingsgedachte van boek 7 BW
Zwakkere partijen worden beschermd, maar de vraag is waarom zijn ze zwakker en wie zijn
dat? Je moet hierbij dan ook vooral denken aan consumentenbescherming.
Dit gebeurt door:
- Meer specifieke rechten en plichten
- Dwingendrechtelijke bepalingen (bijvoorbeeld art. 7:6 lid 1 BW (niet afwijken ten nadele
van een consument)).
- Vormvoorschriften voor bepaalde contracten, zoals schriftelijkheidsvereisten
(bijvoorbeeld 7:2 lid 1 BW bij koop van woning)
- Procedurele bepalingen (mbt de bewijslast of toelaatbaarheid van bewijs, bijvoorbeeld
art. 7:202 bij huur).
Wat is het consumentenrecht?
“Het geheel van normen, regels en instrumenten dat de verwezenlijking op juridisch niveau
vormt van verschillende initiatieven die betrekking hebben op het waarborgen of
vermeerderen van de bescherming van consumenten op de economische markt.” (Rinkes
2009).
Consumentenrecht wordt ook wel de harde kern van het privaatrecht genoemd.
Er zijn geen objectieve criteria om te bepalen wie een consument is (enige criteria is dat het
een natuurlijk persoon moet zijn). In de praktijk heeft echter niet elke natuurlijke persoon
evenveel juridische kennis of ondersteuning. Dus telkens een individuele belangenafweging
voor de betreffende persoon.
Wat is het ‘probleem’ voor de consument bij B2C contracten:
- Consument versus professionele wederpartij (aanbieden van zaken en diensten)
- Slechtere onderhandelingspositie
- Geen of weinig invloed op het aanbod van producten of diensten
- Inhoud van de overeenkomst staat vaak al vast
- Vooral wanneer de aanbieder een monopolypositie heeft
- Beïnvloeding door marketing, reclame en verkooptechnieken
- Geen eigen denkvermogen (‘satisficer’)
(Consumenten)koop Titel 1 boek 7 BW
Titel 7.1 BW (koop en ruil) is gericht op de gemiddelde consument. Dit is standaard om de
redelijke verwachtingen van consumenten te meten. De vraag is wat is de gemiddelde
consument:
EU richtlijn: “someone who is reasonably well informed and reasonably observant and
circumspect.” (vgl. Mak).
Oftewel: de etikettenlezer
Art. 7:5 BW consumentenkoop:
- Heeft enkel betrekking op de koopovereenkomst mbt roerende zaken
- Koper moet een natuurlijk persoon zijn (die niet handelt in bedrijfs- of beroepsactiviteit)
- De verkoper moet handelen ter uitoefening van een beroep of bedrijf
Bij gemengde overeenkomsten kan strijdigheid ontstaan tussen de bepalingen omtrent de
beide overeenkomsten. De bepalingen omtrent consumentenkoop prevaleren in het geval
van strijdigheid (in beginsel dus allebei van toepassing) (art. 7:5 lid 4 BW). Er kan
,bijvoorbeeld sprake zijn van een gemengde overeenkomst bij het plaatsen van een keuken.
Dit kan zowel consumentenkoop als aanneming van werk zijn, want de keuken wordt
gekocht, maar wordt ook gemonteerd. Dan is er dus sprake van een gemengde
overeenkomst.
De belangrijkste regels omtrent 7.1 BW
- Uitgangspunt is dat Titel 1 (koop en ruil) aanvullend recht is, behalve mbt de
consumentenkoop (art. 7:6 lid 1 BW).
o Er mag niet ten nadele van consument worden afgeweken van art. 1 t/m 38.
- Er zijn specifieke regels voor de totstandkoming (bijvoorbeeld art. 7:2 BW).
- De conformiteitstoets (art. 7:17 jo 7:18 lid 2 BW (HvJ Froukje Faber)
- Afwijkende klachtplichtregeling art. 7:23 (twee maanden)
- Afwijkende hiërarchie in remedies (art. 7:21 BW e.v.):
o primair herstel (art. 7:21 BW)
o dan pas vervanging (art. 7:21 BW)
o schadevergoeding, ontbinding, prijsvermindering (art. 7:24 BW)
- Uitsluiting van aansprakelijkheid jegens consumentkoper mag niet (art. 7:24 jo. 7.6 BW).
Hof van Justitie EU 4 juni 2015, zaak C-497/13 (Froukje Faber)
Mevrouw Faber had een tweedehands auto gekocht. Na drie maanden ontplofte de auto.
In dit geval gold het bewijsvermoeden uit 7:18 lid 2 BW. Er was namelijk sprake van een
consument (art. 7:5 BW). Het Gerechtshof stelde een aantal prejudiciële vragen aan het
HvJEU. Kort gezegd blijkt uit de beantwoording van de vragen dat de bepaling uit de EU
richtlijn consumentenkoop over de bewijslastomkering bij gebreken die binnen zes maanden
na levering van het aangekochte product naar boven komen, van dwingend recht zijn en van
openbare orde. Indien nodig moet de rechter actief ingrijpen in de procedure, ook als de
koper zich niet zelf op die regels beroept.
In art. 7:45 en 7:46 BW is de koop op proef geregeld. Zie hiervoor de artikelen.
De consumentenkoopovereenkomst en digitale inhoud
Over digitale inhoud is in 2019 een belangrijke richtlijn aangenomen, namelijk de Richtlijn
digitale inhoud en digitale diensten (2019/770).
Digitale inhoud: gegevens die in digitale vorm geproduceerd en geleverd worden (art. 6:230g
lid 1 sub i BW, dit volgt uit Richtlijn Consumentenrechten (2011/83/EU)).
Bijzonderheden aan overeenkomsten over digitale inhoud
- Digitale inhoud: ontastbaar, veel varianten, hoog ontwikkelingstempo en wijzen van
aanbod, communicatie op afstand wanneer zij online contracteren.
- Slechts enkele stappen nodig om een overeenkomst te sluiten; in veel gevallen beperkte
kosten (of gratis digitale inhoud); beperkte keuzemogelijkheden -> netwerkeffecten
(waarde neemt toe naar aanleiding van het aantal andere gebruikers). Bijvoorbeeld
Whatsapp en Facebook (als vrienden/familie het gebruiken gebruik je het sneller).
Enkele voorbeelden van wat er mis kan gaan:
- Apps verdwijnen van Smart-tv’s
- Beveiligingsgebreken
- Bepaalde digitale inhoud niet ‘compatible’ met bestaande software
- Gestreamde films haperen
Wettelijk kader vóór de implementatie van de Richtlijn
Dit is hoe het nu nog is, maar dit gaat dus wijzigen.
, HR Beeldbrigade: hierin kwam aan de orde dat software onder de regels van
consumentenkoop werd geschaard. Specifiek in dit arrest ging het om een TV-producent die
montagesoftware had aangeschaft. De HR oordeelde dat Titel 1 van boek 7 BW van
toepassing is als het gaat om de aanschaf van standaardcomputerprogrammatuur voor een
niet in tijdsduur beperkt gebruik tegen betaling.
Daarna is art. 7:5 lid 5 BW opgenomen: de levering van digitale inhoud die niet op een
materiële dragen is geleverd, maar die wel is geïndividualiseerd en waarover feitelijke macht
kan worden uitgeoefend.
Er is dus onderscheid tussen digitale inhoud die wel op een materiele drager (CD, DVD) is
geleverd (valt onder regels consumentenkoop). Is het niet op een materiele drager geleverd,
dan moet het dus zijn geïndividualiseerd en moet er feitelijke macht over worden
uitgeoefend. Dit is in de meeste gevallen het geval, maar niet bij gestreamde digitale inhoud
(want geen feitelijke macht, je kunt het niet downloaden enkel kijken/beluisteren). Je valt dan
dus buiten de regels van consumentenkoop.
Art. 7:1 BW zegt dat koop de overeenkomst is waarbij de een zich verbindt een zaak te
geven en de ander om daarvoor een prijs in geld te betalen. De vraag is of dat steeds het
geval is bij digitale inhoud. Wat is bijvoorbeeld de waarde van gepersonaliseerde reclame.
Non-conformiteit (art. 7:17 BW) bij digitale inhoud: de afgeleverde zaak moet aan de
overeenkomst beantwoorden:
- Ontbreken van eigenschappen
- Aflevering van een andere zaak of andere soort
- Afwijkingen in getal, maat of gewicht.
Er zijn nog geen standaarden voor wat de consument mag verachten. Maar je zou updates
kunnen zien als eigenschap van software (P.T.J. Wolters en P.W.J. Verbruggen, ‘De
verplichting tot het bijwerken van onveilige software’, WPNR 2016/7123, p. 832 839. Rb.
Amsterdam ( vzr .) 8 maart 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:1175. Rb. Den Haag 30 mei 2018,
ECLI:NL:RBDHA:2018:6310).
Zoals reeds bij de algemene consumentenkoop aan bod is gekomen is er een hierarchie in
remedies (art. 7:21 lid 1 BW e.v.):
1. Nakoming (artikel 7:21 BW)
2. Ontbinding en prijsvermindering (artikel 7:22 BW)
Aanvullende of vervangende schadevergoeding (art. 7:24 lid 1 jo. art. 6:74 en 6:75 BW)
Nakoming toegepast op digitale inhoud (art. 7:21 BW) (Proefschrift Op Heij 2021):
- Lid 1 sub a: aflevering van het ontbrekende
o Afwijkingen in getal, maat of gewicht
- Lid 1 sub b: herstel
o Reparatie en vervanging van onderdelen (niet de hoofdzaak zelf)
- Lid 1 sub c: vervanging
o Teruggave eerst afgeleverde zaak
- Leden 4 en 5
Vervanging wordt dus lastig bij digitale inhoud.
Ontbinding toegepast op digitale inhoud (art. 7:22 lid 1 sub a BW) (Proefschrift Op Heij
2021):
- Ongedaanmakingsverplichtingen
- Tenzij clausule (tenzij de afwijking van het overeengekomene gezien haar geringe
betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt.
Vergelijk Consumer Rights Act 2015: digitale inhoud is gemakkelijk te kopiëren en lastig te
verwijderen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper wesleyve. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.