PSYCHOLOGIE H3 SENSATIE EN PERCEPTIE
Alles begint bij de zintuigen:
Dit is het terrein van de sensorische psychologie. Sensatie is het vroeg stadium van perceptie waarin
neuronen van een receptor een stimulus omzetten in een patroon van zenuwimpulsen. Sensatie is
dus onze eerste gewaarwording. Een stimulus wordt omgezet in een vorm die de hersenen kunnen
begrijpen. Perceptie is het proces van waarneming (betekenisverlening).
De manier waarop een stimulus wordt omgezet in een sensatie: drie kenmerken die alle zintuigen
met elkaar gemeen hebben: transductie, sensorische adaptatie en drempels. Deze kenmerken
worden omgezet, wat de kwaliteit en het effect van die sensaties zal zijn en of ze tot ons bewustzijn
zullen doordringen.
Transductie: het proces waarbij fysische energie in de vorm van bijvoorbeeld lichtgolven, wordt
omgezet in neurale impulsen, dit noemen psychologen transductie (omvorming). Transductie begint
op het moment dat een sensorisch neuron een fysische stimulus het bijpassende zintuig bereikt,
activeert het de gespecialiseerde neuronen in dat zintuig, die receptoren worden genoemd. Deze
receptoren zetten hun prikkeling vervolgens om in een zenuwimpuls.
Algemene definitie van transductie: proces waarbij de ene vorm van energie wordt omgezet in een
andere vorm. Specifiek: de omzetting van stimulusinformatie in een zenuwimpuls.
Hoe kunnen we weten of de wereld die we zien in onze geest overeenkomt met de buitenwereld?
Het idee van transductie geeft ons een deel van het antwoord: omdat we de wereld niet direct zien
(of horen, of ruiken,…), is wat we waarnemen een elektrochemische weergaven van de wereld die
door de zintuigen en de hersenen is gecreëerd.
Sensorische adaptatie: dit wil zeggen dat zintuigen steeds minder gevoelig worden naarmate een
stimulus langer aanhoudt. Daardoor kun je bijvoorbeeld schrikken van koud water, daarna gewend
geraken aan de t° en rustig zwemmen. Stimuli die niet veranderen in intensiteit of in enig ander
kenmerk hebben dus de neiging naar de achtergrond van ons bewustzijn te verschuiven, tenzij ze
heel intens of pijnlijk zijn. Elke verandering in signalen die je ontvangt zal daarentegen je aandacht
trekken (bijvoorbeeld in je slaap gewend aan verkeer maar ineens een ambulance die voorbij komt).
Algemene definitie van sensorische adaptatie: proces waardoor receptorcellen minder gevoelig
worden als de stimulus een bepaalde tijd op hetzelfde niveau aangeboden wordt.
Drempels, de grenzen van sensatie:
Algemene definitie van een absolute drempel: het is de hoeveelheid stimulatie die nodig is voordat
de stimulus wordt opgemerkt. Het uitgangspunt hierbij is da de stimulus de helft van het aantal
pogingen moet worden opgemerkt (welke lichtsterkte moet een lamp minimaal hebben om gezien
te worden). Zo kan het voorkomen dat je je vriend een zwakke ster wilt aanwijzen en je dan tot de
ontdekking komt dat hij die niet kan zien. In dat geval ligt de lichtsterkte van de ster boven jou
absolute drempel (jij kan hem zien) maar onder die van je vriend (hij kan hem niet zien).
Maar wat nu als jij televisie ligt te kijken en je broer is aan het studeren voor een examen. Hij vraagt
of je de televisie wat stiller wilt zetten. Je hebt het gevoel dat je hem wel enigszins tegemoet moet
komen , maar diep in je hart wil je het volume het liefst laten zoals het is. Wat is nu de kleinste
verandering die je moet doorvoeren om ervoor te zorgen dat je broer je goede bedoelingen
opmerkt? Het vermogen om dit soort zaken te beoordelen berust op de verschildrempel (ook wel
het juiste waarneembare verschil genoemd: JWV), het kleinste waarneembaar verschil tussen twee
stimuli dat iemand betrouwbaar, de helft van het aantal keren, als verschil kan opmerken.
, PSYCHOLOGIE H3 SENSATIE EN PERCEPTIE
Algemene definitie van een verschildrempel: het kleinste mogelijke verschil waarbij de stimulus nog
de helft van het aantal pogingen wordt opgemerkt. Dit wordt ook wel het juist waarneembare
verschil JWV genoemd.
De wet van Weber: die stelt dat de grootte van het JWV proportioneel samenhangt met de
intensiteit van de stimulus. (als het geluid enorm hard staat, zal je ook het geluid heel veel stiller
moeten hebben om het verschil te kunnen opmerken).
Algemene definitie van de wet van Weber: theorie die stelt dat het JWV in proportionele verhouding
staat tot de intensiteit van de stimulus. Met andere woorden: het JWV is groot als de intensiteit van
de stimulus groot is en klein als de intensiteit van de stimulus klein is.
De signaaldetectietheorie: geeft meer inzicht in absolute drempels en verschildrempels en geldt
zowel voor biologische als voor elektronische sensoren. Volgens de signaaldetectietheorie is sensatie
afhankelijk van de kenmerken van de stimulus, de achtergrondstimulus en de detector.
De algemene definitie van de signaal detectietheorie: theorie die stelt dat sensatie afhankelijk is van
de kenmerken van de stimulus, de achtergrondstimuli en de detector. De signaaldetectietheorie
erkent het feit dat de detector, waarvan de lichamelijk en geestelijke toestand voortdurend
verandert, een sensorische ervaring moet vergelijken met constant veranderende verwachtingen en
biologische omstandigheden.
In de moderne signaaldetectietheorie wordt sensatie niet beschouwd als een eenvoudige kwestie
van aanwezig/afwezig en ja/nee, maar als een waarschijnlijkheid dat het signaal wordt opgemerkt en
accuraat wordt verwerkt onder bepaalde omstandigheden. De signaaldetectietheorie erkent het feit
dat de waarnemer, wiens lichamelijke en geestelijke toestand voortdurend verandert, een
sensorische ervaring moet vergelijken met constant veranderde verwachtingen en biologische
omstandigheden. Bijvoorbeeld: stel je ligt in je bed en je hoort een geluid, dan moet je gaan
uitmaken of het de kat was, een inbreker, of je het je verbeeld hebt.
Kenmerken van de stimulus: responscriterium: zwakke + sterke stimuli
Achtergrondstimulus: storende achtergrond of op elkaar gelijkende stimuli.
De detector: sensitiviteit, eigenschappen van de waarnemende persoon, rol van verwachting.
Zintuigen: in grote lijnen werken de zintuigen allemaal op dezelfde manier, maar elk zintuig pikt zijn
eigen soort informatie op en stuurt die naar zijn eigen, gespecialiseerde verwerkingsgebied in de
hersenen. Homunculus: figuur die weergeeft wat de proportie is in onze hersenen dat aan een
bepaald zintuig wordt toegedeeld.