Dit document is een samenvatting van inleiding staatsrecht. Onderwerpen zoals: uitvoerende macht, wetgevende macht, rechtsprekende macht, wet in formele zin, delegatie zijn onderwerpen die hier aanbod komen. Er komt nog veel meer aanbod, maar dit zijn er een paar.
Inleiding staatsrecht:
College 1: introductie en organisatie van de Nederlandse staat.
Staatsrecht is de inrichting van de Nederlandse staat.
We vinden het in veel verschillende bronnen, maar wij gaan ons bezig houden met de
Grondwet.
Het staatrecht omvat al het geldende (=positieve) rechten inzake de inrichting van de
overheidsorganisaties (ambtenorganisaties) en haar machtsuitoefening.
Vier kenmerken voor het bestaan van een staat:
1. De staat heeft een grondgebied.
2. De staat heeft een bevolking.
3. Er is spraken van uitoefening van macht of gezag.
4. Erkenning van een staat door andere staten.
Nederland is een democratische rechtstaat.
Vier uitgangspunten (van de rechtsstaat):
1. Legaliteitsbeginsel.
Overheid mag alleen macht bevoegdheden uitoefenen als het
berust op een voorafgaande algemene regel.
Elk overheidsoptreden moet op een wettelijke grondslag berusten democratisch.
Wettelijke grondslag betekend wet in formele zin. Deze worden gemaakt door de
Staten- Generaal en de Regering (art. 81 GW). Deze wetten vertegenwoordigen de
gehele Nederlandse bevolking (art. 50 GW).
2. Machtenscheiding (trias politica).
Scheiding der machten. Dit willen ze doen om machtsmisbruik te voorkomen en
ervoor te zorgen dat niet alle macht bij één persoon ligt. Dit ideaal is gebaseerd op de
leer van Montesquieu. Bestaat uit de drie ‘traditionele’ machten: wetgevende macht,
uitvoerende macht en de rechtsprekende macht.
- Wetgevende macht= H3 GW.
Deze macht ligt bij de Staten- Generaal.
In art. 57 GW staat dat als je bij de Staten- Generaal hoort (wetgevende macht) je
niet tevens ook een minister zijn (uitvoerende macht). De machten zijn dus
gescheiden en je kan niet beide zijn Trias politica.
- Uitvoerende macht (bestuur)= H2 GW.
Deze macht ligt bij de regering: koning en de ministers (art. 42 GW). Soms
kunnen ook staatssecretarissen erbij horen (art. 46 GW).
- Rechtsprekende macht= H6 GW.
Deze macht ligt bij de rechters. Grondwetgever heeft expliciet de zelfstandigen
en onafhankelijke positie van de rechtelijke macht ten opzichte van de andere
staatsmachten willen vastleggen in de Grondwet.
Art. 117 GW: basis onafhankelijkheid:
1. Benoemd voor het leven.
2. Schorsing en ontslag rechter door gerecht van rechtelijke macht.
3. Wet op rechtelijke organisatie= organieke wet wet die in opdracht van
grondwet wordt gemaakt (art. 116 GW).
,3. Onafhankelijke rechter.
Onpartijdige en onafhankelijke instantie: rechtmatigheidstoets.
De rechter toets het optreden van beide andere staatsmachten op rechtmatigheid
(niet op doelmatigheid).
Hij kijkt dus niet partijdig, maar hij kijkt met toepassing van de wet.
4. Waarborginggrondrechten.
Klassieke grondrechten: bescherming tegen de overheid hier kan je je rechtstreeks
op beroepen. De overheid mag zich hier niet mee bemoeien. Alleen deze
grondrechten horen bij de rechtsstaat. Deze staan in hoofdstuk 1 van de Grondwet.
Sociale grondrechten: prestatie van de overheid de overheid moet juist wel iets
doen. Ze zijn niet juridisch afdwingbaar, je kan je hier niet op beroepen.
Grondrechten scheppen een staatsvrije sfeer: zij bevatten onthoudingsverpichtingen
voor de overheid.
Let op: geen absolute scheiding tussen de staatmachten!
Gedeelde bevoegdheid wetgeving en bestuur. Art. 81 GW laat zien dat de wetgevende
macht en de uitvoerende macht samen moeten werken, de regering en de Staten-
Generaal moeten samen wetten samenstellen.
Regering heeft bij sommige besluiten de Staten- Generaal nodig: zie art. 105/ 91/ 89GW.
Nederland:
Nederland is een democratische rechtsstaat.
Nederland is onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden (zie het Statuut).
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. De overheid geeft een deel van zijn
overheidstaken/ bevoegdheden uit handen aan openbare lichamen (lagere overheid
niveaus). Eenheidstaat blijkt uit art. 132 lid ¾ GW.
, College 2: de regering.
Nederland is een constitutionele monarchie.
- Constitutionele= democratie.
- Monarchie= een koninkrijk.
- Wilt zeggen dat het is vastgelegd in de grond wet dat we een constitutionele
monarchie zijn.
Constitutionele monarchie.
- Koning als staatshoofd (1810-1814).
- Erfopvolging (art. 24 GW).
- Meer symbolisch van aard: symbool van de eenheidsstaat. De koning heeft
namelijk niet echt macht.
Ministeriële verantwoordelijkheid:
- De koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk (art. 42 GW)
Begin van het koningschap:
- Het koningschap wordt erfelijk vervuld door de wettige opvolgers van de
constitutionele stamvader van het Nederlandse vorstenhuis: Koning Willem I,
Prins van Oranje.
- Normale Koningschap start bij art. 24 GW, dit wordt bij erfopvolging geregeld.
Het koningschap gaat na de erfopvolger toe als de koning dood is of als er afstand
wordt gedaan van de troon (art. 25/27 GW). Als er geen erfopvolging is dan kom
je bij art. 30 GW uit.
Het koningschap begint in hoofdstuk 2, paragraaf 1 van de Grondwet:
- Koningschap wordt via erfopvolging verworven (art. 25 GW).
- Geen erfopvolger? Dan pasbenoemde koning (art. 30 GW).
Dit is echter niet verplicht.
- Beëdiging van Koning wordt in de art. 32 GW uitgelegd.
Hoe eindigt het koningschap?
- Art. 27 GW: abdicatiemogelijkheid= afstand van koningschap: regels in
voorgaande artikelen zijn van overeenkomstige toepassing (start dus weer bij art.
24 GW).
- Art. 28. GW: toestemmingswet: huwelijk Koning en (potentiele) troonopvolgers
vereist toestemming bij wet. let op lid 1 en lid 2!
Dit is een wet in formele zit, omdat er in dit wetsartikel staat “de wet”. Als “de
wet” in een wetsartikel wordt genoemd, is het altijd in wet in formele zin.
Wet in materiële zin is heeft een externe werking, het bindt burgers of een
groep burgers.
- Koningschap eindigt als ze geen toestemming krijgen voor het huwelijk, dan moet
er afstand worden gedaan van het koningschap. Door de dood van de koning
komt het koningschap ook ten einde.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lars63. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,29. Je zit daarna nergens aan vast.