Beroepsethiek
1.Doel van het draaiboek
1.Etische leerlijn
2.Beroepsethiek
- Vrije ruimte = open gespreksruimte waar iedereen zinvolle bijdrage levert.
o Iedereen heeft het recht om te zeggen en te denken wat hij wil. Je spreekt vrijuit en
bewust, op voorhand nadenken voorkomt impulsieve denkreflexen.
o Als iemand spreekt, is het je plicht om te luisteren.
o Alles wat hier besproken wordt, blijft in de groep, net zoals bij een teamvergadering.
We gaan samen een team vormen, we gaan samen als 1 hoofd denken, onderzoeken
en praten.
o Laat het idee van ‘discussie’ los. Bij een discussie heeft iemand het gevoel dat hij zich
moet verantwoorden. Verklaren is gezonder en constructiever. We laten het idee los
om iemand te willen overtuigen van ons gelijk.
o Wij gaan in ‘dialoog’ met elkaar. Hierbij beantwoord je vragen. De anderen leren zich
te verplaatsen/focussen in datgene wat jij zegt. Parkeer je eigen ‘vinden’ en ga mee
op onderzoek!
3.Doelstellingen
- Morele competentie = bereidbaarheid/bekwaamheid om taken adequaat/zorgvuldig uit te
voeren, rekening houden met belangen, gebaseerd op redelijke beoordeling van relevante
feiten.
- Ethisch actorschap = ethische bekwaamheid om goed werk te verrichten, individueel en
gezamenlijk werken, steun van sociale omgeving en kennis uit eigen huis en wat zij moeten
doen.
- Ethisch component van opvoeder/begeleider = beroep goed doen, kritisch kijken naar
regelgeving, gebruik maken van goede methodieken/technieken en streven naar ethisch
verantwoord handelen.
2.Theoretische achtergrondinformatie
1.Wat is moraal?
- Moraal = geheel van waarden en normen, gewoontes binnen bepaalde gemeenschap.
o Morele waarden = voorstellingen/opvattingen van het goede.
o Morele normen = spelregels hoe wij ons moeten gedragen.
- Waarden = dingen die worden nagestreefd. (vb. eerlijkheid, vertrouwen,…)
o Emotioneel geladen:
▪ Instrumentele (vb. bezit, genot)
▪ Intrinsieke (vb. liefde, vrijheid, respect)
2.Wat is ethiek?
- Ethiek = hoe je gewend bent je te gedragen thuis/gewone verblijfplaats.
- Avischai Margalit maakt onderscheid tussen moraal en ethiek:
o Moraal = zwakke relaties. (vb. mensen, mens-zijn)
o Ethiek = sterke relaties. (vb. ouders, vrienden)
1
, 3.Soorten ethiek
- Theorie over oplossing ethische kwesties → soorten ethiek
o Ethische kwesties:
▪ Vragen: mag ik, moet ik, ben ik verplicht, is het verantwoord?
▪ Botsende waarden (vb. Vertrouwen – eerlijkheid: Is het oké dat ik mijn
vriend jaloers maak, terwijl ik zelf super jaloers ben?)
o Beroepsethische kwesties (vb. Rechtvaardigheid – veiligheid: Is het oké om jongeren
uit huis te plaatsen?)
1.Principe-georiënteerde ethiek
1.Beginselethiek
Beginselethiek = kijken naar regel/beginsel dat ten grondslag ligt van gedrag. (vb. ik breng het boek
terug, want dat is stelen en dat staat in de wet)
2.Gevolgenethiek
Gevolgenethiek = kijken naar gevolgen van bepaalde handelingen. (vb. ik breng het boek niet terug,
want dan ben ik niet optijd op mijn afspraak)
2.Karakter- en relatiegebaseerde ethiek
1.Deugdenethiek
Deugdenethiek = het uitdragen/voortbrengen van een goede karaktereigenschap. (vb. ik ben eerlijk
en ik breng het boek terug)
2.Zorgzaamheidsethiek
Zorgzaamheidsethiek = kijken naar handelingen die bijdragen tot de relatie in een situatie. (vb. als
het een kleine handelaar is, breng ik het boek terug)
4.Inzoomen op zorgzaamheidsethiek
- Benadrukt waarden: zorgzaamheid, betrokkenheid, persoonlijke relaties, mensen van elkaar
afhankelijk, kwetsbaar zijn, zorg nodig hebben van elkaar, voor elkaar zorgen
- Nadruk ligt:
o Relaties
o Verbonden zijn met elkaar
o Anderen nodig om betekenis/vorm te geven aan leven
Kan toch tekortschieten → als dit niet samengaat met: zorgzaamheid, empathie en warmte
5.Inzoomen op deugdenethiek
- Deugden = neigingen/vermogen van karakter dat zich manifesteert in stellen van correcte
handelingen.
- Ondeugden = neigingen/onvermogen van karakter dat zich manifesteert in stellen van foute
handelingen.
- Iedereen wordt geboren met verschillende neigingen (vb. competitief zijn)
o Opvoeding zorgt ervoor dat bepaalde neigingen versterken/verzwakken
6.Wat is Beroepsethiek: een aantal beroepsethische dilemma’s
- Beroepsethiek = ethisch handelen in professionele context.
- Beroepsethische vragen (vb. ‘Is het goed om jongeren uit huis te plaatsen?’)
2