Daderschap bij jongeren
1.Inleiding
2.Toegepaste Jeugdcriminologie
1.Definitie
Toegepaste jeugdcriminologie = focus op 12 – 25 jarigen, het deskundig analyseren van
maatschappelijk normoverschrijdend gedrag, het in rekening brengen van de verwachtingen van de
samenleving en de daaraan verbonden zoektocht naar gepaste ortho(ped)agogische reactiewijzen.
- Criminogene context- of persoonsgebonden factoren hebben impact op ontwikkelingskansen
o Inzoomen op ontstaan gedrag, door te kijken naar voorgeschiedenis
2.Onderzoek MOFFIT
- Piek op 17 jaar: grote groep pleegt delinquente daden
- Op leeftijd van 20 jaar: afname delinquente daden
- Op leeftijd van 28 jaar: punt gezet achter delinquente daden
15% vertoont life-course persisterend delinquent gedrag (= levenslang delicten plegen)
85% noemt men adolesence limited delinquency (=beperkt delinquent gedrag tijdens
adolescentie)
Factoren die bij adolesence limited delinquency een rol spelen:
1. Rijping: neurologische verklaring/lichamelijke rijping voor het plegen van delinquente daden
2. Maturity Gap = geen kind/volwassen, maar dingen doen zoals volwassenen. (vb. roken,
drinken,…)
3. Nabootsing en bekrachtiging: peer pressure = druk van leeftijdsgenoten
1
, 3.Jongeren die feiten plegen → veelplegers (verschillende perspectieven)
1.Jeugddelict
- Geen MOFfer, maar jeugddelict
Jeugddelict = feiten/handelingen uitvoeren die als misdrijf worden beschouwd. (vb. diefstal,
afpersing, vandalisme, verkrachting, brandstichting, dealen, stalken, inbraak, overvallen, slagen en
verwondingen, poging tot doodslag)
- Opzettelijke slagen en verwondingen = geweld met voorbedachte raden. (vb. slag uitdelen)
- Onopzettelijke slagen en verwondingen = geweld zonder intentie. (vb. skatebord naar voor
sjotten en iemand valt daarover)
2.Huidige maatregelen
- Waarschuwing - Agressiebeheersingstraining
- Staptocht - Sociale vaardigheidstraining
- Plaatsing in (gesloten/open) voorziening - Vorming over drugs
- Huisarrest: op bepaalde tijd thuis zijn - Plaatsing psychiatrie
- Crisisbegeleiding aan huis
- Ontheemding = jongere wordt even uit context gehaald en komt ergens anders terecht.
(vb. staptocht)
- Maatschappelijke dienstverlening: gemeenschapsdienst
(vb. werken in bib, werken in containerpark,…)
o Minder ingrijpender dan leerproject (= naar zichzelf kijken.)
- Herstelbemiddeling = bemiddelen tussen jongere die jeugddelict pleegde en het slachtoffer.
- Uithandengeving = jongeren die zware feiten hebben gepleegd, kunnen berecht worden als
volwassenen.
- Herstelgericht groepsoverleg/Hergo = bemiddelen tussen jongere die jeugddelict pleegde en
het slachtoffer in groepsverband.
o Aanwezigheid politie: leest feiten voor, ‘Herken je deze feiten’
o Formele setting
o Steunfiguren mogen aanwezig zijn
- Contactverbod:
o Bepaalde periode
o Kan dader – slachtoffer, maar vaker daders onderling
Subsidiariteitsprincipe = minst ingrijpende maatregel eerst.
- Enkelband → ingrijpende maatregel.
- Verschillende perspectieven bij jeugddelinquentie (vb. ouders, jeugdrechter, dader,
slachtoffer,…)
2.Wie pleegt er een jeugddelict?
- Jongeren die feiten plegen = feiten in strijd met de wet, -18j, vaak éénmalig incident,
jongens en meisjes.
- Veelplegers = vaak jongens, tussen 12-17j, in totaal +5 PV’s, jonge leeftijd in aanraking met
strafrecht, verschillende soorten delicten, sprake van criminele carrière.
3.Leefwereldperspectiefbotsingen
- Leefwereldperspectiefbotsingen = botsingen tussen eigen leefwereld en leefwereld jongere.
- Binnenkant jongere (vb. gevoelens, geloof,…) verschilt met buitenkant jongere (vb.
levensloop, gedrag,…).
2