Dit is een complete samenvatting van de behandelde leerstof. De reader is aangevuld en verduidelijkt met stukken uit het gehanteerde handboek Public Choice III van Mueller. Met deze samenvatting haal je gemakkelijk een 15.
1. Belangrijke basisbegrippen
De micro-economische analyse zoekt naar optimaliserend gedrag.
De micro-economische analyse onderzoekt optimaliserend gedrag van individuen (als consument, als
producent, ...). Uitgangspunt is steeds een doelfunctie ("iets wat het individu wil") en beperkingen
daarop ("hetgeen ervoor zorgt dat individu beperkt is in hetgeen hij wil").
Voorbeelden:
- Consumenten willen hun zoveel mogelijk goederen consumeren. Ze worden beperkt door
hun budget (ze kunnen bij gegeven prijzen maar zoveel goederen kopen als hun budget
toelaat).
- Politici willen zoveel mogelijk programmapunten realiseren. Ze worden beperkt door het feit
dat ze moeten verkozen worden, d.i. dat ze voldoende stemmen moeten halen bij de
verkiezing.
- …
De budgetrechte
De budgetrechte geeft, in een wereld met twee goederen de combinaties die de consument zich
(gegeven zijn inkomen en gegeven de prijzen van de betrokken goederen) kan aanschaffen. De
budgetrechte geeft de budgetbeperking grafisch weer. De budgetrechte is beïnvloedbaar door het
inkomen en door de prijzen. De budgetrechte is: x2 = - (P1/ P2) x1 + (m/p2)
Op de x-as: het aantal peren; op de y-as: het aantal bananen. De grafiek geeft weer hoeveel peren
een mens kan kopen). X1: geeft het aantal bananen weer; X2: geeft het aantal peren weer. m: het
budget dan men ter beschikking heeft. P1: de prijs van 1 banaan. m/P1: hoeveel bananen dat men
zich kan veroorloven. Budget is: P1 x1 + P2 x2 = m
De helling van de budgetrechte: - (P1/ P2) ; snijpunt horizontale as: m/p1; snijpunt verticale as: m/p2
De consument kiest een goederenbundel. Dit is de combinatie van goederenhoeveelheden (q1 en q2).
Deze bundel moet binnen een budget passen. De consument kan dus enkel goederenbundels kopen
die hij kan betalen (we stellen hier voor dat de consument 2 goederen koopt, maar we kunnen vele
meer nemen ook). Consumenten kiezen altijd de beste goederenbundel die ze zich kunnen
veroorloven (beste: wat de consument zelf als dusdanig beschouwt).
De budgetverzameling: driehoek OAB. Met andere woorden: de oppervlakte onder de budgetrechte.
2
, Verhoging van het inkomen: zorgt voor een
groter intercept en een evenwijdige ver-
schuiving van de budgetrechte naar rechts.
De keuzemogelijkheden van de consument
verruimen hierdoor. Een verlaging van het
inkomen: zorgt voor een kleiner intercept en
een evenwijdige verschuiving van de
budgetrechte naar links. De keuzemogelijk-
heden consument verminderen.
Indien de prijs van goed 1 (2) stijgt: kleiner
intercept op horizontale (verticale) as en de
budgetrechte wentelt naar binnen. De keuze-
mogelijkheden van de consument vermin-
deren.
Indien de prijs van goed 1 (2) daalt: groter
intercept op horizontale (verticale) as en de
budgetrechte wentelt naar buiten
verruiming van de keuzemogelijkheden van de
consument.
Marginale baten/ marginaal nut
In het algemeen zullen we stellen dat een consument als doel heeft zijn/haar nut (zijn of haar
"geluk") te maximaliseren. Dit nut (afgekort als U "utility") hangt af van hoeveel goederen de
consument ter beschikking heeft.
Stel dat er maar één goed is,
bijvoorbeeld appels. De relatie
tussen nut U en het aantal appels is
dan doorgaans concaaf.
We stellen vast dat het U toeneemt naarmate de consument méér appels heeft. Dit is een courante
veronderstelling bekend als de "meer-is-beter hypothese" (zie verder voor afwijkingen!).
Echter, de curve is concaaf: het extra nut van elke bijkomende appel wordt steeds kleiner! De eerste
appel levert véél nut op, de 27ste appel levert nauwelijks nog nut op. Het extra nut noemen we meer
formeel: het marginaal nut (of "grensnut") De concave vorm van de nutsfunctie geeft dus aan dat het
marginaal nut afnemend is. Dit is de "wet van het afnemend grensnut". De curve blijft wel stijgend.
In werkelijkheid heeft de consument natuurlijk méér dan enkel appels ter beschikking. De nutsfunctie
ziet er dus algemeen uit als:
U = U (x, y, z, ....)
Waarbij x, y en z de hoeveelheden zijn van verschillende goederen.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper NickSlegers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.