Met deze samenvatting heb ik een 8,4 gehaald voor het tentamen.
De volgende artikelen zijn in dit document samengevat:
• De Kok, M, Tigges, L. & Van Kalmthout, A. (2020). “The Netherlands”, in A. van Kalmthout and I.
Durnescu (eds.), Probation in Europe). Utrecht: CEP.
• Laan, P. van...
Hoorcollege 1
“The Netherlands”, De Kok, Tigges & Van Kalmthout (2020)
Introductie
De reclassering bestaat uit drie particuliere organisaties met elk een eigen Raad van Toezicht:
Reclassering Nederland, Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering en Stichting
Verslavingsreclassering GGZ. Deze organisaties worden bijna volledig gefinancierd door het
ministerie van Justitie en Veiligheid. Het ministerie van Justitie is politiek verantwoordelijk voor de
reclassering. Reclassering is actief in alle stadia van het strafproces, van het vooronderzoek tot en
met de tenuitvoerleggingsfase en vaak ook in de fase na het einde van de straf. De kerntaken zijn:
opstellen van adviezen voor gerechtelijke autoriteiten, toezicht houden op straffen, maatregelen of
bijzondere voorwaarden, uitvoeren van gedragstrainingsprogramma’s en uitvoeren en begeleiden
van dienstverlening aan de gemeenschap. Er wordt aangenomen dat het aantal gevangenen laag is
als gevolg van veelvuldig gebruik van gemeenschapssancties en maatregelen van de reclassering. Er
wordt intensief samengewerkt met politie, OM, gevangeniswezen, Raad voor de Kinderbescherming,
Slachtofferhulp en forensische psychiatrie. Het doel van de reclassering is om ex-gedetineerden veilig
terug in de maatschappij te helpen. Daarnaast ondersteunt reclassering Nederlandse gedetineerden
in het buitenland.
De Inspectie van het Ministerie van Justitie en Veiligheid onderzoekt of en in hoeverre de organisatie
erin slaagt te voldoen aan de aspecten die in het beoordelingskader zijn opgenomen. Het
beoordelingskader richt zich niet alleen op de interne organisatie van de reclassering voor
volwassenen, maar ook op de ketenaspecten: hoe werken de processen van samenwerking met
andere instanties in de praktijk? De rapporten van de inspectie worden aan de Tweede kamer
aangeboden en zijn openbaar.
Historische ontwikkeling van de reclassering
In 1823 werd het Nederlands Genootschap tot Zedelijke Verbetering der Gevangenen opgericht. In
het begin lag de focus op de omstandigheden in gevangenissen en hulp bij terugkeer in de
samenleving. in 1886 werd vrijlating op proef geïntroduceerd. In 1905 kregen de organisaties voor
het eerst subsidie van de overheid, waarna in 1910 de Reclasseringsregeling in werking werd gesteld.
De introductie van de voorwaardelijke straf in 1915 brengt nieuwe taken voor de reclassering met
zich mee: toezicht houden op bijzondere voorwaarden en verstrekken van informatieve rapportages,
ook wel aanbevelingen. Rond 1970 ontstonden drie groepen binnen de reclassering: de ene groep
wilde scheiden van het rechtssysteem en meer focussen op welzijn, de tweede groep vond het
rechtssysteem juist erg belangrijk in combinatie met het reclasseringswerk en de derde groep zat er
tussenin. Uiteindelijk was de conclusie dat recidive alleen teruggedrongen kan worden vanuit een
stabiele positie binnen het rechtssysteem. In 1974 werd de betrokkenheid van de reclassering bij het
vooronderzoek opgenomen in het Wetboek van Strafvordering. Reclassering Nederland werd in 1994
opgericht, met als doel het bijdragen aan een veiligere samenleving. Vanaf 1995 ging de reclassering
elektronische controle uitvoeren. Naar aanleiding van een beleidsprogramma van het Ministerie van
Justitie in 2004 is de focus verschoven van het oplossen van de problemen van overtreders naar het
verminderen van delinquent gedrag.
CoSA (Circles of Support and Accountability) is een Canadese methode om recidive van seksuele
overtreders te verminderen. In 2010 werd het naar Nederland gehaald. Vrijwilligers verzorgen sociale
hulp en identificeren en monitoren het risico op recidive. In 2008 werd een systeem van forensische
,zorg geïntroduceerd; mentale gezondheidszorg, verslavingshulp en zorg voor verstandelijk
gehandicapten. Dit resulteerde in 2019 in de Wet Forensische Zorg. De reclassering is
verantwoordelijk voor plaatsing in de forensische zorg. Er zijn drie specifieke modaliteiten voor
forensische zorg: ambulante, klinische of beschermende opvang. Het ministerie van Justitie en
Veiligheid is verantwoordelijk voor het gehele forensische zorgstelsel, inclusief financiering. Vanaf
2014 kregen slachtoffers een grotere rol in het strafproces.
De wettelijke basis van de reclassering
Naast de Reclasseringsregeling uit 1995 is in 2005 de Uitvoeringsregeling reclassering gemaakt. Ook
de Beginselenwet Gevangeniswezen en de Beginselenwet verpleging terbeschikkinggestelden en het
Besluit Tenuitvoerlegging Taakstraffen zijn relevant. De Wet Adolescentenstrafrecht regelt onder
welke wetten 16- tot 23-jarigen vallen. Dit hangt af van de persoonlijkheid van de overtreder en de
omstandigheden waaronder de overtreding is begaan.
Reclassering Nederland heeft vijf regio’s met vijf regionale directeuren. Het nationale kantoor is
gevestigd in Utrecht. De landelijke algemeen directeur staat onder toezicht van de Raad van Toezicht,
bestaande uit vertegenwoordigers uit verschillende delen van de samenleving; rechtelijke acht,
maatschappelijk werk en juridische en sociale wetenschappen. De missie van Reclassering Nederland
is het voorkomen van criminaliteit en recidive.
Stichting Verslavingsreclassering GGZ zet zich in voor de re-integratie van mensen die in aanraking
zijn gekomen met justitie en te maken hebben met verslavings- en/of psychiatrische problematiek.
Overtreders worden geholpen met de onderliggende problematiek, dit zit vaak in financiën,
huisvesting en dagelijkse activiteiten.
Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering heeft vijftien takken in het land, met het centrale kantoor
in Utrecht. Door middel van advies, begeleiding, gedragsinterventie, nazorg en ondersteuning bij
resocialisatie wordt getracht recidive terug te dringen. De belangrijkste doelgroep zijn de zwakkere
leden van de samenleving, zoals daklozen, zorgmijders, veelplegers en mensen met psychiatrische
problemen.
De organisatie van de reclassering
In elke regio heeft de reclassering een ‘shared service point’, waar nieuwe cliënten worden verdeeld
over de drie organisaties. Dit is gebaseerd op twee criteria: de karakteristieken van de casus (is er bijv
sprake van verslaving? -> SVG) en het overeengekomen aandeel van werk van elke organisatie
binnen het totaal aantal geplande activiteiten in de regio. De drie organisaties werken onder de
overkoepelende naam 3RO.
In 1975 werd het Internationale Kantoor opgericht voor Nederlandse gedetineerden in het
buitenland. Het hoofddoel is het voorbereiden van de gedetineerden op hun terugkeer naar
Nederland.
Verschillende stappen in het strafrechtelijk proces
De reclassering adviseert de rechtbanken en het OM over verdachten en veroordeelden. De
reclassering kan de justitiële autoriteiten in verschillende stadia van de procesprocedure adviseren.
Dit kan gebeuren direct na aanhouding, in het kader van vroegtijdige hulpverlening, voor het
gerechtelijk onderzoek van de rechter-commissaris, maar ook voorafgaand aan het voorwaardelijk
ontslag of de strafbeschikking van het OM.
Advies leidt vaak tot het opleggen van een straf of maatregel waaraan toezicht door de reclassering
is verbonden. In het vooronderzoek gaat het om het toezicht op de voorwaarden die aan de
,schorsing van de voorlopige hechtenis worden gesteld of om het toezicht op de voorwaarden die
worden gesteld aan de uitspraken van het OM ter voorkoming van strafvervolging bij de rechter. Het
OM kan zelf een zaak afdoen, waardoor de rechter er niet aan te pas komt. Als een zaak wel bij de
rechter komt, zal de reclassering advies doen, toezicht houden en begeleiden. De reclassering houdt
ook toezicht bij een penitentiair programma of voorwaardelijke invrijheidstelling.
Bovenop de voorwaarde dat de dader zich dient te onthouden van strafbare feiten kunnen
bijzondere voorwaarden worden gesteld. Je hebt twee soorten: vrijheidsbeperkende voorwaarden
(contactverbod of straatverbod) en gedragsbeïnvloedende voorwaarden (naar een institutie voor
hulp of gedragsinterventie). Deze voorwaarden kunnen worden gesteld in de fase van het
vooronderzoek, het proces en de handhaving. De reclassering helpt de verdachte zich aan deze
voorwaarden te houden en houdt hier toezicht op.
Het advies van de reclassering tijdens het proces zorgt voor een goede inhoudelijke strafrechtelijke
beslissing; om het rechtsstelsel in staat te stellen de juiste maatregel voor de juiste overtreder te
selecteren en een efficiënt gebruik van de middelen van het rechtsstelsel te waarborgen. Het advies
draait om drie vragen:
1) Is er een recidiverisico en zo ja, hoe kan dit verminderd worden?
2) Wat betekent dit voor de uitleg en uitvoerbaarheid van de voorlopige hechtenis of sanctie?
3) Zijn er bijzondere kenmerken of omstandigheden waarmee bij het opleggen van de
maatregel/straf rekening moet worden gehouden idzv uitvoerbaarheid of ongewenste effecten?
In het advies van de reclassering staat het volgende: details van bijzondere voorwaarden,
uitvoerbaarheid en de mogelijke negatieve consequenties voor een verdachte/veroordeelde.
Het instrument dat gebruikt wordt om het recidiverisico in te schatten, is de RISC (Recidive
Inschattings Schalen). RISC bevat instrumenten die verdieping mogelijk maken en die de
reclasseringsambtenaar ondersteunen bij het maken van een risicoanalyse voor specifieke
doelgroepen. Ook kan de reclassering gebruikmaken van diepgaande onderzoeken van derden om
een beter zicht te krijgen op de problematiek. Dit kan gaan over persoonlijkheid, psychiatrische
problemen, intelligentie en de invloed van verslaving op crimineel gedrag. De resultaten worden in
het reclasseringsrapport gezet.
Tijdens vooronderzoek Tijdens tenuitvoerlegging
Advies Net na arrestatie; snel ingrijpen om kans Actieplan in gevangenis om zo goed mogelijk
op recidive te voorkomen. terug te keren in de samenleving.
Over veroordeling; welke straf/maatregel Advies over evt voorwaardelijke
is nodig om recidive te voorkomen + evt invrijheidstelling
voorwaarden.
Toezich Opschorting voorlopige hechtenis -> Voorwaardelijke straf
t voorwaarden
TBS
Voorwaardelijk ontslag
ISD-maatregel -> veelplegers
Strafbeschikking OM
Penitentiair programma -> resocialisatie
Transactie OM
Voorwaardelijke invrijheidstelling
Elektronisch toezicht is geen zelfstandige sanctie. Het kan worden gebruikt om toezicht te houden op
de naleving van bijzondere voorwaarden (straatverbod). De RFID-enkelband maakt gebruik van
, radiogolven. De GPS-enkelband registreert 24/7 waar de overtreder zich bevindt. De Alcoholmeter
meet 24/7 via een perspiratiemonitor of de overtreder alcohol heeft gedronken.
Bij het vonnis of de beschikking kan een gedragstraining worden opgelegd als bijzondere
voorwaarde. De reclassering verzorgt zelf interne opleidingen. Een werkstraf (taakstraf) is een op
zichzelf staande sanctie waarbij de overtreder vrijwilligerswerk moet doen. Het OM mag maximaal
180 uur opleggen en de rechter maximaal 240 uur. Er zijn externe individuele taakstraffen en interne
groepstaakstraffen.
Gedetineerden die een straf van meer dan 6 maanden opgelegd hebben gekregen en die nog 12
maanden moeten, kunnen in aanmerking komen voor het penitentiair programma. Dit programma
staat volledig in het teken van een terugkeer in de samenleving: de gedetineerde kan aan het werk of
training/behandeling krijgen. De voorwaarden hiervoor zijn dat de gedetineerde minimaal 26 uur in
de week activiteiten moet hebben en fatsoenlijke huisvesting. In de eerste fase van het programma
wordt gebruik gemaakt van elektronisch toezicht.
Na twee-derde van de straf kan een gedetineerde in aanmerking komen voor voorwaardelijke
invrijheidstelling. Hij moet zich dan aan alle gestelde voorwaarden houden, anders moet hij zijn straf
in de gevangenis alsnog uitzitten. Voor succesvolle re-integratie zijn 6 belangrijke punten opgesteld:
inkomen, huisvesting, zorgverzekering, ID, sociaal netwerk en geen schulden.
Reclasseringsmethodologie
De reclassering heeft de volgende principes:
1. De overtreder is verantwoordelijk voor zijn eigen daden. De reclassering is toekomstgericht: samen
met de dader zoekt ze naar voorwaarden voor positief nieuw gedrag van de dader. Het verleden van
de dader is belangrijk, maar vanuit het oogpunt van welke risico’s in de toekomst waarschijnlijk
aanwezig zullen zijn.
2. De overtreder moet gemotiveerd zijn om zijn gedrag te veranderen.
3. Afschrikmiddel is dat als de overtreder niet meewerkt, het negatieve gevolgen kan hebben.
De reclassering werkt met een driehoeksverhouding van veiligheid, zorg en autonomie. Hierin moet
de overtreder zo zelfstandig mogelijk zijn.
Risk-Need-Responsibility model (What Works) heeft vier principes:
1) Risk principe -> hoe groter het recidiverisico, hoe intensiever de interventie
2) Needs principe -> interventies moeten gebaseerd zijn op de criminogene tekortkomingen en
behoeften van een dader
3) Responsivity principe -> interventies moeten gebaseerd zijn op een cognitief-gedragsmatige
benadering en aansluiten bij de leerstijl, mogelijkheden en motivatie van de dader
4) Programme integrity principe -> interventies moeten empirisch onderbouwd zijn
Desistance Focused Practice model focust op factoren die de natuurlijke processen bij het stoppen
van een criminele carrière helpen bevorderen. De professional is hier een belangrijk onderdeel van.
Werkalliantie is een begrip dat de aandacht vestigt op kwaliteit van samenwerking tussen dader en
professional. Er komen drie kenmerken naar voren:
1) Doel en grenzen: er moet wederzijdse duidelijkheid zijn over doelen, verplichtingen en taken.
2) Band: de band tussen de professional en de dader wordt sterker als ze gezamenlijk gedefinieerde
doelen hebben waar ze aan werken. De dader moet zich gerespecteerd, ondersteund en
gewaardeerd voelen.
3) Vertrouwen: in elkaars inzet en intentie. Dader voelt zich vrij om zich te uiten en professional
ervaart openheid van de dader over wat hem drijft.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Kirstyvdvegt. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,39. Je zit daarna nergens aan vast.