SOCIALE PSYCHOLOGIE
Conformiteit
Tegen einde van de les kan je:
• Het begrip 'sociale norm’ uitleggen.
• Het begrip ”conformisme" uitleggen.
• De opzet en uitkomst van Sherif's experiment beschrijven.
• De opzet en uitkomst van Asch's experiment beschrijven.
• De belangrijkste verschillen tussen informatieve sociale invloed en normatieve sociale
invloeden uitleggen.
• Onderscheid maken tussen private acceptatie en public compliance.
• De opzet en uitkomst van Milgram's experiment beschrijven
• Het belang van minderheidsinvloed kennen
• Kritische denkvragen die je jezelf kunt stellen voordat je gaat comformeren.
Sociale normen en conformiteit
Sociale normen
• Sociale normen ontwikkelen zich in groepen! Groepen waartoe mensen behoren, hebben
sterke impact
=> Mensen willen hun sociale omgeving begrijpen en beheersen om deze op een juiste
manier te zien en juist te handelen. Ook zoeken ze verbondenheid met anderen; ze willen
aardig gevonden en gewaardeerd worden door degenen wiens meningen ze respecteren.
Daarom zoeken groepen overeenstemming en accepteren mensen invloed van anderen.
o Sociale groep = twee of meer mensen met een overeenkomstig karakteristiek dar
voor henzelf of voor anderen van sociale betekenis is
▪ Personen binnen die sociale groep moeten elkaar niet perse kennen en niet
perse met elkaar omgaan
▪ Vb. klasgroep
o Face-to-face-group = twee of meer individuen die elkaar beïnvloeden in hun
interactie
▪ Interageren direct met elkaar en kunnen elkaar dus beïnvloeden
• Sociale normen?
o Een algemeen geaccepteerde manier van denken, voelen en gedragen in een groep,
waar mensen mee instemmen en die bevestigd wordt als juist en gepast; komt
overeen met traditie, publieke opinie, de manier waarop we dingen doen, mode of
een aangenomen feit.
o Degenen die de normen niet volgen, zullen worden uitgesloten of afgekeurd
o Normen zijn afhankelijk van omgeving, situatie en cultuur waarin ze ontstaan
• Formele en informele normen
o Normen = hoe zich te gedragen in overeenstemming met wat een samenleving heeft
gedefinieerd als goed, juist en belangrijk. De meeste leden van de samenleving
houden zich eraan.
o Formele normen = vastgestelde, schriftelijke regels
vb. wetten, arbeidsreglement, vereisten voor toelatingsexamens…
, o Informele normen = casual gedrag – mensen leren informele normen door
observatie, imitatie en algemene socialisatie
vb. ‘geef je tante een kus’
• Conformiteit aan sociale normen → hoe weten we wat normen zijn?
o Prescriptieve/injunctieve normen
= beschrijven wat gedaan zou moeten worden of wat anderen vinden dat we zouden
moeten doen
▪ Expliciet (wetten)
vb. bord met rookverbod
▪ Impliciet (ongeschreven)
vb. ‘gezondheid’ zeggen als iemand niest
o Descriptieve/beschrijvende normen
= beschrijven wat anderen doen, denken, voelen. Gedrag van anderen kan uw gedrag
triggeren.
o → vb. belastingen ontduiken
▪ Je zou het eigenlijk niet mogen doen (prescriptief), maar als ik kijk naar het
gedrag van anderen zijn er wel degelijk mensen die het doen (beschrijvend)
o → als marketeer: wat is de meest effectieve communicatiestrategie om gewenst
consumptiegedrag te krijgen/aan te moedigen?
▪ Welke type normen zet nu aan tot gewenst consumptiegedrag?
▪ => gebruik van negatieve injunctieve norm
• Hoe ontstaan sociale normen?
o Groep specifiek! Groepen kunnen sterk van elkaar verschillen in grootte en in
structuur. Normen weerspiegelen de geaccepteerde/geprefereerde manier van
denken en doen van een bepaalde groep
o Mensen worden beïnvloed door ideeën, emoties en gedrag van anderen
▪ Bij interventies om de gezondheid van mensen te bevorderen, proberen
mensen bijvoorbeeld vaak te veranderen wat mensen denken dat de sociale
norm is.
o Interacties tussen individuen zorgen ervoor dat gedachten, gevoelens en gedrag
convergeren
▪ Het veranderen van sociale normen werkt goed wanneer deze normen
worden gecommuniceerd door iemand die tot zijn eigen groep wordt
gerekend.
▪ Verschillende studies hebben aangetoond dat sociale normen mensen niet
alleen anders laten denken, maar zich ook anders gedragen
o Top-down of bottom-up
▪ Top-down, vb. ouders stellen normen voor kind
▪ Bottom-up, vb. in overleg
• Veranderen van de sociale norm? → werkt niet altijd:
o Als de context verandert
▪ Vb. In een klas kan een sterke antidiscriminatienorm gelden, maar jongeren
die slecht extrinsiek gemotiveerd zijn, kunnen dan bijvoorbeeld
discriminerend gedrag vertonen op het voetbalveld.
o Als de norm wordt gecommuniceerd door iemand die niet tot eigen groep wordt
gerekend
, ▪ Binnen eigen groep: mensen met meer invloed dan anderen
o Als de norm ongeloofwaardig is
▪ Sociale norm mag niet te ver verwijderd zijn van wat de groep al denkt
▪ Werkt ook niet wanneer iemand felle tegenstander is
o Als mensen zich bedreigd voelen
o Wanneer er gecommuniceerd wordt dat veel mensen het fout doen
▪ => wanneer mensen de indruk krijgen dat niemand zich aan de normen
houden, kan dit ertoe leiden dat nog meer mensen zich niet meer gedragen
volgens deze normen.
o Wanneer stereotypen worden herhaald
Conformiteit
= de neiging om de eigen opinies, attitudes of gedragingen aan te passen aan wat men als norm
ervaart binnen de groep. Vorm van sociale invloed waarbij een verandering in geloof/gedrag nodig is
om in een groep te passen.
• Reactie op
o Echte groepsdruk (fysieke aanwezigheid van anderen)
o Ingebeelde groepsdruk (druk van sociale normen/verwachtingen)
Vb. vlees en vis binnen vriendengroep docent bij all you can eat
Informationele sociale invloed
Wanneer kijken we naar anderen om te leren hoe we ons moeten gedragen?
Experiment Sherif (1936)
• Doel: Sherif voerde een experiment uit met als doel aan te tonen dat mensen zich aan
groepsnormen houden wanneer ze in een onzekere/onduidelijke situatie worden gebracht.
• Methode: Sherif gebruikte een laboratoriumexperiment om het conformeren te bestuderen.
Hij gebruikte het autokinetische effect – dit is waar een klein lichtpuntje (geprojecteerd op
een scherm) in een donkere kamer lijkt te bewegen (d.w.z. het is een visuele illusie).
o Hij ontdekte dat wanneer deelnemers individueel werden getest, hun schattingen
over hoe ver het licht bewoog aanzienlijk varieerden (bijv. van 20 cm tot 80 cm).
o De deelnemers werden vervolgens in groepjes van drie getest. Sherif manipuleerde
de samenstelling van de groep door twee mensen samen te stellen wiens schatting
van de lichtbeweging alleen erg op elkaar leek, en één persoon wiens schatting heel
anders was. Elke persoon in de groep moest hardop zeggen hoe ver ze dachten dat
het licht bewoog.
• Resultaten: De groep convergeerde tot een gemeenschappelijke schatting. De persoon wiens
schatting van beweging sterk verschilde van de andere twee in de groep voldeed aan de
mening van de andere twee → mensen zullen altijd de neiging hebben om zich te
conformeren. In plaats van individuele oordelen te vellen, komen ze meestal tot een
groepsnorm
• Conclusie: In een ambigue situatie (zoals het autokinetische effect) zal een persoon naar
anderen kijken (die meer/beter weten) voor begeleiding (d.w.z. de groepsnorm aannemen).
Ze willen het juiste doen, maar missen misschien de juiste informatie. Het observeren van
anderen kan deze informatie verstrekken.
o = informatieve conformiteit
, → informatieve sociale invloed
= De invloed die anderen hebben die ervoor zorgt dat wij ons conformeren omdat we het als bron
van informatie gebruiken. Dit doen we omdat we geloven dat de manier waarop anderen een
situatie interpreteren juister is dan onze eigen manier en ons zal helpen een passende manier van
handelen te kiezen.
• Wanneer zullen mensen zich conformeren omwille van informatieve sociale invloed?
o Experiment → meisje zit in experiment met acteurs in wachtzaal. Komt rook onder
de deur maar de acteurs bewegen niet dus meisje ook niet.
o Mensen zien typen in de les en dat dan ook doen hoewel het voor u niet perse nodig
is
• → we conformeren naar informatieve sociale invloed wanneer…
o De situatie ambigue is
o Je onzeker bent over jezelf en je je in een crisissituatie bevindt
o Je gelooft dat anderen de juiste (meer) informatie hebben
Normatieve sociale invloed
= de invloed die anderen op ons uitoefenen die ervoor zorgt dat wij ons conformeren, om aardig
gevonden en geaccepteerd te worden.
Extreem voorbeeld: People’s Temple & Jonestown
Voorbeeld: the Asch experiment
• Studenten kregen 18 keer na elkaar telkens twee kaarten te zien. De linker bevat slechts één
lijn - de rechterkaart bevat drie verticale lijnen. Hij vroeg om telkens aan te geven welk
lijnstuk overeenkwam met de standaardlijn. Asch kwam met zeven deelnemers overeen wat
ze moesten antwoorden. De achtste persoon was het onderzoeksobject. Hij dacht dat de
aanwezigen echte deelnemers waren. Eerste twee opgaven correct antwoord, daarna gaven
ze bij twaalf van resterende zestien opgaven unaniem een duidelijk foutief antwoord.
• → man zwichtte voor groepsdruk
→ in het dagelijks leven! Vb. wat is de perfecte taille? Iedereen wilt slank zijn, omdat dat de norm is.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sarapi. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.