Alle oefeningen van hoofdstuk 9 van SPSS zijn in dit document uitgewerkt. Het bevat ook een duidelijk stappenplan van waar alle handelingen in SPSS moeten gebeuren, in combinatie met prentjes van SPSS zelf. Alles is heel duidelijk en volledig uitgewerkt.
Oefeningen les 8: chi-kwadraat en andere
niet-parametrische technieken
Regel wanneer descriptives opvragen: bij within designs
1. Een onderzoeker wil nagaan of er een verband is tussen concentratievermogen
(1= laag, 2 = matig, 3 = hoog) en rijgedrag. De concentratietest werd afgenomen
bij een groep mensen die de afgelopen 5 jaar geen ongeval veroorzaakt hebben
op de weg en een groep mensen die de afgelopen 5 jaar minimum 2 ongevallen
veroorzaakt hebben.
We noteren de analyse (Chi² want verband tussen 2 kwalitatieve variabelen), alfa (0.05),
hypothesen (H0: er is geen verband tussen concentratie en rijgedrag, Ha: er is wel..). We
voeren de analyse uit: Analyse > descriptives > crosstable (het maakt niet uit welke variabele
je in kolom zet en welke in rij).
Controleer de voorwaarden: er mag geen 0 zijn bij de expected counts en er mag ook niet
meer dan 20% van alle vakjes minder zijn dan 5. Hier is dat niet het geval, dus ok!
Noteer de Chi² en p waarde: Chi²=11.647 p=0.003. Deze is significant dus we verwerpen
H0 en aanvaarden Ha. Lees de percentages in rijen en kolommen juist af:
RIJ: Binnen lage concentratie heeft 17.6% geen ongeluk en 82.4% wel een ongeluk. Binnen
matige concentratie heeft 58.8% geen ongeluk en 41.2% wel een ongeluk. Binnen hoge
concentratie heeft 75% geen ongeluk en 25% wel een ongeluk.
KOLOM: Binnen geen ongeluk heeft 12% een lage concentratie, 40% een matige
concentratie en 48% een hoge concentratie. Binnen ongeluk heeft 56% een lage, 28% een
matige en 16% een hoge concentratie.
Conclusie: er is een verband tussen concentratievermogen en rijgedrag. Mensen met een
beter concentratievermogen hebben minder kans op het hebben van een ongeluk en
omgekeerd.
2. Een groep van 10 vrouwen volgen een gewichtsreductieprogramma. Hieronder
hun BMI vóór, onmiddellijk na en 6 maanden na het volgen van de behandeling.
Is deze behandeling effectief op korte en middellange termijn (toets niet-
parametrisch)?
, Noteer analyse (Friedman of 2x Wilcoxon want verschil tussen 3 herhaalde metingen van
éénzelfde kwanitatieve variabele (niet parametrisch)), alfa (0.05) en de hypothesen.
H0: er zijn geen verschillen tussen de 3 tijdstippen, ha: er is minsten 1 verschil tussen de 3
tijdstippen. Doe de analyse:
Analyse > non parametric > legacy dialogs > K related samples
Geef de 3 variabelen in en vraag descriptives aan.
Noteer de means van ‘descriptive statistics’ en hun standaard deviatie. Voor: 33.4 +- 4.195,
Na:30.90 +- 3.414en na 6 maand:32.50 +- 5.061. Uit ‘test statistics’ halen we dat Chi²=6.789
en p=0.034. Deze is significant dus H0 verwerpen en Ha aanvaarden.
Er is dus een verschil, maar je weet nog niet tussen welke van de 3. Doe dan 3 keer de
Wilcoxon. Analyze > non parametric > leg dialogs > 2 related samples
Zet de 3 paarsgewijze vergelijkingen er in 1 keer in. Vergeet niet dat je nu je alfa moet delen
door 3 aangezien het 3 vergelijkingen zijn en we non parametrisch testen. Dit is een
Bonferroni correctie en deze is heel streng, maar moet op examen!
Alfa is 0.0166666.
Normaal zouden we zeggen: er zijn er twee significant, maar door de nieuwe alfa is het er
geen.
Conclusie: Er is geen verschil in BMI tussen de verschillende meetmomenten, de
behandeling lijkt dus niet effectief. De Bonferroni methode is een strenge methode om te
corrigeren, zonder deze zouden we wel significante verschillen gevonden hebben tussen na-
voor en na6maand-na.
!!! Stel dat er wel een verschil was dan moest je bij tabel RANKS de richting bepalen, schrijf
deze dan ook op, hier was het niet nodig!!
3. In een aantal fitnesscentra wordt gekeken of er een verschil is in kwaliteit van de
begeleiding naargelang het type opleiding die de fitnessbegeleiders genoten
hebben. Sommigen hebben een master diploma (7), anderen een bachelor
diploma (10), en nog anderen werden intern in het fitnesscentrum opgeleid en
hebben geen echt diploma (5). In onderstaande tabel staan de kwaliteitcijfers
(scores op 100) voor de fitnessbegeleiders afhankelijk van hun opleiding. Is er
een verschil in kwaliteit naargelang opleiding? Toets niet-parametrisch.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper phebewilmots. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.