VUB Research Methods and Techniques 2: volledige nederlandse samenvatting (OMT II)
Alles voor dit studieboek (10)
Geschreven voor
Universiteit Utrecht (UU)
Culturele Antropologie En Ontwikkelingssociologie
Kennismaking Met Onderzoeksmethoden En Statistiek
Alle documenten voor dit vak (20)
2
beoordelingen
Door: lisanvmeurs • 2 maanden geleden
Door: bovannijhuis • 1 jaar geleden
Verkoper
Volgen
NCSGroenendijk
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
KOM INTROCOLLEGE 1 – INTRODUCTIE EN KENNISMAKING/GRASPLE (08/09)
Sociaalwetenschappelijk onderzoek
Sociaalwetenschappelijk onderzoek heeft drie belangrijke kenmerken. Allereerst streeft het onderzoek
naar kennis- en theorievorming. Met theorieën wordt het mogelijk om bepaalde dingen/situaties te
verklaren. Het onderzoek moet systematisch zijn en daarnaast controleerbaar zijn. Verder wordt er
gebruik gemaakt van empirische gegevens.
Empirisch onderzoek
Alle wetenschappelijke onderzoeksactiviteit die directe, eigen waarnemingen gebruikt. Het onderzoek
is dus gebaseerd op ervaring, waarneming en proefondervindelijke uitkomsten (denk aan
wetenschappen als natuurkunde, scheikunde en sociologie). Vaak hebben empirische onderzoekers
onderstaande (beide) rollen wanneer zij onderzoeken.
Producers (producent): degene die het onderzoek daadwerkelijk uitvoert. De persoon die gegevens
verzamelt voor een onderzoek, daarna analyseert en vervolgens vastlegt.
Consumers (consument): degene die de onderzoeken graag gebruikt en/of bestudeert. De persoon
die gebruikt maakt van gegevens/onderzoeken die door anderen verzameld/uitgevoerd zijn.
Theorie-data-cyclus
De cyclus die op een systematische manier het proces van een sociaalwetenschappelijk onderzoek
beschrijft. De keuzes die gemaakt worden in dit proces hebben effect op de resultaten. Hieronder in
stappen uitgewerkt.
1. Een idee en/of theorie hebben
2. Onderzoeksvragen formuleren
3. Onderzoeksontwerp opstellen
4. Gebruiken van hypothesen (uitspraak over wat een onderzoeker verwacht waar te nemen)
5. Uitvoeren van onderzoek door middel van dataverzameling
6. De verkregen data analyseren
Theorie: een reeks uitspraken die algemene principes beschrijft over hoe variabelen zich tot elkaar
verhouden. De theorie leidt later vaak tot hypothesen en onderzoeksvragen.
Hypothese: een specifieke uitkomst die een onderzoeker verwacht waar te nemen in een onderzoek
als de theorie klopt. Wordt ook wel voorspelling genoemd.
Data: een verzameling waarnemingen van een onderzoeker. De verzameling van waarnemingen
kunnen de theorie versterken of de theorie uitdagen.
Kenmerken goede wetenschappelijke theorie (stap 1):
- Falsifieerbaar: een theorie moet weerlegd kunnen worden met systematische waarnemingen;
- Probabilistisch (onderzoek, niet alleen van theorie): uitspraken binnen een theorie gelden niet
voor alle gevallen of op elk moment;
- Spaarzaam: als een eenvoudige theorie volstaat, hoeft deze niet complexer gemaakt te
worden.
- Een theorie bewijst niks: Wanneer een onderzoeker het onderzoek uitgevoerd heeft en de
resultaten versterken de theorie, zal de onderzoeker nooit met zekerheid zeggen dat de
theorie bewezen is.
Typen onderzoeksvragen (stap 2):
- Fundamenteel: verzamelen en creëren van kennis
- Toegepast: het toepassen van kennis om een praktisch probleem op te lossen
- Translationeel: het vertalen van bevindingen uit fundamenteel onderzoek naar de praktijk
(toegepast).
Onderzoeksontwerp bestaat uit (stap 3):
- Soort gegevens:
, o Kwalitatieve gegevens: verzameling van beschrijvende informatie, als bijvoorbeeld
indrukken, meningen en standpunten (bijvoorbeeld observaties en interviews)
o Kwantitatieve gegevens: gegevens uit een onderzoek die omgezet kunnen worden
naar cijfers, dus gegevens die numeriek kunnen worden (bijvoorbeeld
gestandaardiseerde vragenlijsten)
- Doelgroep: maar een deel van een populatie kan meedoen aan een onderzoek. Dit deel van
de populatie die onderzocht wordt noemt men de steekproef.
Een onderzoek moet controleerbaar zijn. Een onderzoeker zal na zijn bevindingen nooit aangegeven
dat iets bewezen is. De kennis en het onderzoek moeten vooral bijdragen aan eerdere kennis en
theorieën.
Een onderzoeker mag nooit afgaan op zijn/haar intuïtie tijdens een (empirisch) onderzoek. De
onderzoeker moet de waarnemingen/resultaten baseren op wat er gezien en/of gehoord wordt en
daarnaast op ondersteunende waarnemingen (enquêtes, etc.). Wanneer een onderzoeker wel uitgaat
van intuïtie, kan dit de kwaliteit van het onderzoek aantasten. Deze vorm van aantasten heet bias
(komt door menselijke fouten).
- Meegesleept worden door een goed verhaal
- Overtuigd worden door wat er gemakkelijk in je opkomt
- Niet nadenken over wat we niet kunnen zien (en daarom dus niet meenemen)
- Focussen op het bewijs/resultaat dat we het leukste vinden
- Bevooroordeeld zijn over bevooroordeeld zijn (bias blind spot)
,KOM HOORCOLLEGE 1 – KWALITATIEF ONDERZOEK (09/09)
Doel kwalitatief onderzoek
- Het begrijpen van sociale fenomenen vanuit de natuurlijke context. De natuurlijke context is
hierbij vooral belangrijk, omdat dit het verschil maakt tussen andere vormen van onderzoek
(bijvoorbeeld onderzoek uit een laboratorium);
- Het verzamelen van empirische gegevens en hierin empirische patronen vinden;
- (Empirische) gegevens moeten en startpunt vormen voor theorievorming. Hierbij wordt
onderscheid gemaakt tussen het ontwikkelen van een nieuwe theorie of het
aanpassen/uitbreiden van een bestaande theorie.
Sociale fenomenen: alles wat we om ons heen zien wat te maken heeft met sociale (menselijke)
interactie. Er kan gedacht worden aan arbeidsparticipatie, immigratie, etc.
Kenmerken kwalitatief onderzoek
- De onderzoeker is geïnteresseerd in de natuurlijke omgeving van de respondent
- De onderzoeker heeft een contextuele benadering (holisme)
- Het perspectief van de respondent staat centraal
- Via specifieke observaties probeert de onderzoeker
o De sociale werkelijkheid in kaart te brengen en te begrijpen
o Naar algemeenheden te zoeken die nieuwe theorieën vormen of bestaande theorieën
aanpassen
Inductie (inductief onderzoek): Op basis van het omschrijven van de sociale werkelijkheid kan men
naar algemeenheden zoeken die nieuwe theorieën vormen en/of bestaande theorieën aanpassen.
Makkelijk gezegd, wordt er nieuwe data verzamelt om een specifieke theorie/model te ontwikkelen.
Bij kwalitatief onderzoek wordt vaak gebruikt gemaakt van een selecte steekproef.
Theorie-data-cyclus
De cyclus die op een systematische manier het proces van een sociaalwetenschappelijk onderzoek
beschrijft. De keuzes die gemaakt worden in dit proces hebben effect op de resultaten. Hieronder in
stappen uitgewerkt.
1. Een idee en/of theorie hebben
a. Uitzoeken wat er allemaal al bekend is over het onderwerp/de theorie
2. Onderzoeksvragen formuleren
3. Onderzoeksontwerp opstellen
a. Op welke manier moet de data verzameld worden?
4. Gebruiken van hypothesen (uitspraak over wat een onderzoeker verwacht waar te nemen).
Vooral bij kwantitatief onderzoek worden hypothesen opgesteld, bij kwalitatief onderzoek is
het niet gebruikelijk.
5. Uitvoeren van onderzoek door middel van dataverzameling
6. De verkregen data analyseren
Onderzoeksvraag bestaat uit (kwalitatief onderzoek): SPI(C)E. De onderzoeksvraag moet concreet
gemaakt worden, zodat het onderwerp van het onderzoek afgebakend wordt en niet te breed is. De
onderzoekvraag moet dus duidelijk en afgebakend zijn.
- Setting Waar, in welke context? Nederland
- Perspective Voor wie? Eerstejaars studenten
- Interest Wat? Daten
- (Comparison) Vergeleken met wie/wat?
- Evaluation Met welk resultaat, wat wordt er onderzocht? Motieven
Voorbeeld van bovenstaande: ‘Wat zijn motieven om te daten voor eerstejaars studenten in
Nederland?’.
Onderzoeksopzet
Bij de onderzoeksopzet moet er allereerst gekeken worden naar bij wie de data verzameld moet
worden. Wie zijn de respondenten? Hoe worden de deelnemers geselecteerd?
, Aan de hand van een steekproef kan een deel van een populatie uitgenodigd worden om deel te
nemen aan een onderzoek.
Steekproef: een onderzoekbaar deel van de gehele populatie van een onderzoek.
Populatie: de volledige groep waarnaar gekeken wordt bij een onderzoek.
Doelgerichte steekproef: onderzoeker gaat op zoek naar specifieke individuen die belangrijke
informatie kunnen geven.
o Case study logic: elk specifiek is waardevol en draagt bij aan een beter begrip
o Sample for range: op zoek naar een zo breed mogelijk scala aan ervaringen
Kwalitatief interview (onderzoek)
Gesprek waarin de interviewer vragen stelt aan de geïnterviewde over ideeën, motieven, ervaringen
en gedragingen met betrekking tot een sociaal fenomeen. De geïnterviewde is de respondent (eigen
ervaring) of informant (helicopterview). Een kwalitatief interview geeft de onderzoeker de kans om
verder de diepte in te gaan.
- De onderzoeker is nadrukkelijk aanwezig bij de dataverzameling. De onderzoeker heeft
invloed op het verloop van het gesprek.
- Interviews worden vaak opgenomen, omdat dit het uitwerken van het transcript
vergemakkelijkt.
Ongestructureerd interview (kwalitatief): inhoud, volgorde en formulier van vragen en antwoordopties
worden bepaald door middel van het verloop en de context van het interview. Er staat niks van
tevoren vast. Er is nog veel ruimte om het interview te beïnvloeden.
Semigestructureerd interview (kwalitatief): er is een topiclijst opgesteld voorafgaand aan het interview.
De inhoud, volgorde en formulering is deels voorafgaand opgesteld, maar hangt nog steeds af van de
context van het interview.
Gestructureerd interview (kwantitatief): de inhoud, volgorde en formulering worden van tevoren
meteen opgesteld. De voorgenoemde aspecten worden dus vooraf vastgelegd door de interviewer
(survey). Geen ruimte om het interview/survey te beïnvloeden.
Transcript: de vertaling (geschreven versie) van een gesproken gesprek.
Field notes: waardevolle aantekeningen die een onderzoeker maakt die later gebruikt kunnen worden
bij het uitwerken en analyseren van de data. Er kan bijvoorbeeld gekeken worden naar het gedrag van
de respondent, locatie van het interview en gegevens van de geïnterviewde.
Focusgroep: een interview met meerdere personen tegelijk. Er is vaak sprake van interactie tussen de
verschillende respondenten. Mensen kunnen met elkaar praten over het onderwerp van het
onderzoek. Het gesprek wordt geleid door een moderator. De moderator stelt vragen en op basis
daarvan start het gesprek in de focusgroep.
- Een focusgroep kan ervoor zorgen dat mensen meer durven te vertellen over het onderwerp
doordat ze zich aan een andere respondent optrekken.
Taken moderator focusgroep:
- Vragen stellen die de onderzoeker heeft geformuleerd
- Ervoor zorgen dat het gesprek niet te veel afdwaalt van het bedoelde onderwerp
- Ervoor zorgen dat iedereen de kans krijgt om actief deel te nemen aan de focusgroep
Het grote verschil tussen een interview en een focusgroep is de interactie tussen de groep. Bij een
interview is dit niet mogelijk.
Homogene groep (focusgroep): een groep met ongeveer dezelfde achtergrond. Mensen hebben
vergelijkbare situaties, meningen en/of achtergronden.
Heterogene groep: een groep met mensen uit verschillende situaties. Deze mensen hebben
verschillende ervaringen, situaties en/of meningen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper NCSGroenendijk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,55. Je zit daarna nergens aan vast.