100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Slides + notities rechtsvinding €4,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Slides + notities rechtsvinding

 76 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit document bevat de slides en notities van rechtsvinding

Voorbeeld 4 van de 154  pagina's

  • 30 januari 2022
  • 154
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (3)
avatar-seller
SD06
DEEL I. WAT IS UITLEGGING?




Titel I. Uitlegging: Algemeen deel
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijving: Wat is
‘uitlegging’ of ‘interpretatie’?
[Dyèvre 2010, 6-9]
Uitlegging in de ruime zin = “de activiteit waarbij een brongeheel en een doelgeheel met elkaar in
verbinding worden geplaatst”
- Brongeheel? Het geheel waarvan men vertrekt; het interpretandum; het te interpreteren
voorwerp
- Doelgeheel? Het geheel waar men aankomt; het interpretans; de handeling die men
verricht met betrekking tot het interpretandum (bv. uitvoering van een muziekstuk,
uitdrukken in zang, gebarentaal…); wat men toevoegt aan het interpretandum (bv.
schriftelijk commentaar)
- Interpreteren en interpretatie: dubbele betekenis
o Nadruk op handeling: ‘het interpreteren van het interpretandum’
 ‘De interpretatie van die wetsbepaling kost hen veel moeite’ (= het
interpreteren)
o Nadruk op resultaat van handeling: ‘de gelegde verbinding tussen interpretandum
en interpretans’
 ‘Hun interpretatie van dat cassatiearrest overtuigt niet’ (= het resultaat)

“De activiteit waarbij een brongeheel en een doelgeheel met elkaar in verbinding worden
geplaatst”
- = waarbij een inhoud (I’s) wordt toegeschreven aan een interpretatievoorwerp (I’m)
- Interpretandum en Interpretans
o Definitie? I waarbij definiens wordt toegeschreven aan definiendum
 Bv. ‘hond’ = “zoogdier uit de familie van de hondachtigen dat blaft en dat
tot huisdier is gemaakt vanwege zijn talenten om te jagen en te waken”
(Van Dale)
 Cf. Symbool en Begrip in semiotische driehoek




1

, - Uitlegging in de ruime zin = “de activiteit waarbij een brongeheel en een doelgeheel met
elkaar in verbinding worden geplaatst”
o In de ruime zin?
 Interpretandum = eender wat
 Bv. historische feiten en gebeurtenissen (potscherf), schilderijen…
 Interpretans = eender wat
 Bv. het spel dat men speelt (op basis van spelregels), vertolking van
een personage in een theaterstuk, betekenis die men hecht aan
het schilderij…
- Uitlegging: ook enge zin
o Interpretandum = beperkt tot geheel van taaltekens (bv. gesproken woorden van
toespraak, handleiding microgolfoven, religieuze tekst, arrest Hof van Cassatie…)
o Interpretans = beperkt tot zuiver cognitieve handeling (d.i. los van
toepassingscontext) die ertoe strekt de betekenis van het interpretandum te
bepalen

Juridische uitlegging in de enge zin: exegese
= ‘gewone’ uitlegging in de enge zin, maar interpretandum = enkel specifieke soort taaltekens
(geen verschil qua interpretans). Gevolg: ‘toegepaste taalkunde’
- Interpretandum = beperkt tot geheel van taaltekens die een rechtsregel uitdrukken
- Interpretans = beperkt tot zuiver cognitieve handeling (d.i. los van toepassingscontext) die
ertoe strekt de betekenis van het interpretandum te bepalen

Juridische uitlegging in de ruime zin: hermeneutiek
= ‘gewone’ uitlegging in de ruime zin, maar met specifiek doel – nl. bepalen van rechtsgevolgen
- “Activiteit waarbij een uitlegger de inhoud/betekenis van een
rechtsregel in een concreet geval bepaalt”
- Interpretandum = niet (per se) beperkt tot geheel van taaltekens
→ wat als geen (wet)tekst?
- Interpretans = niet (per se) beperkt tot zuiver cognitieve
handeling




2

,Hoofdstuk 2. ‘Recht’ als uitlegginsobject
Rechtsbegrip in rechtsvinding?
- Geheel van rechtsregels (RB) vs. geheel van feitelijke gedragingen (GB)
- In casu: geheel van rechtsregels
o Want: “Activiteit waarbij een uitlegger de inhoud/betekenis van een rechtsregel in
een concreet geval bepaalt”

Rol ‘in een concreet geval’?
- “Activiteit waarbij een uitlegger de inhoud/betekenis van een rechtsregel in een concreet
geval bepaalt”
- Betekenis van rechtsregel vereist ook betekenis van rechtsfeiten (‘concreet geval’)
- Interpreteren van rechtsregels en interpreteren van rechtsfeiten: andere discussies
- Bij rechtsfeiten: (1) van ‘feiten’ naar ‘rechtsfeiten’; (2) rechtsvinding is niet
waarheidsvinding; (3) frames en framing
(Onmogelijke) onderscheid tussen rechtsregels en rechtsfeiten


Hoofdstuk 3. Uitlegginsdoel
Doel van ‘uitlegging’
Doel van uitlegging in de ruime zin
- Juridische → bepalen van juridische betekenis (‘rechtsgevolgen’)
 Hoe? Aan de hand van de regels van de ‘juridische kritiek’
- Historische → bepalen van historische betekenis
o Hoe? Aan de hand van de regels van de ‘historische kritiek’
- Artistieke uitlegging in de ruime zin: doel = bepalen van artistieke betekenis
o Hoe? Aan de hand van de regels van bv. ‘literaire kritiek’
→ Doel en methode (=toepasselijke secundaire regels die bepalen hoe je betekenis moet bepalen)
verschillen, voorwerp niet noodzakelijk

Doel en methode vs. Voorwerp
“Ten aanzien van het interpretatieproces moet onderscheid worden gemaakt tussen het voorwerp
van interpretatie (een geschreven of gesproken tekst, een gebaar e.d.), het doel, (de vaststelling
van eventuele rechtsgevolgen dan wel de vaststelling van de artistieke of historische betekenis) en
de methode (aan de hand van welke normen wordt die betekenis vastgesteld). Het voorwerp van
uitleg kan hetzelfde zijn, terwijl doel en methode verschillen. De brief van Christina van Zweden
aan Hugo de Groot (30 december 1644) waarin zij hem 'terugroept’ van het Franse hof kan zowel
voor een jurist als voor een schrijfster van een historische roman voorwerp van interpretatie
vormen. Doel en methode zullen niettemin verschillen. De jurist zal zich afvragen of de brief kan
worden 'geduid' als een ontslagverlening. Wie een historische roman schrijft zal op basis van deze
brief zich een beeld vormen van de drijfveren van Christina en de psychologische reacties bij Hugo
de Groot.” (J. Nieuwenhuis, Drie beginselen van contractenrecht, Kluwer, Deventer, 1979, 20).
3

, Hoofdstuk 4. Uitleggingssubject
Waarom is het belangrijk te weten wie uiteindelijk zal uitleggen?


Afdeling 1. Standpunten en rollen
Problemen zijn niet statisch; niet voor iedereen hetzelfde → Belangrijk voor bepalen van het
vraagstuk dat antwoord behoeft (niet alle feiten zijn voor eender wie in dezelfde mate een
vraagstuk)

Doelstellingen bij de omgang met situaties (die voor sommigen een probleem zijn) zijn niet statisch;
niet voor iedereen dezelfde
- Interpreteren is gelinkt aan beslissen: resultaat van interpretatie is nuttig voor beslissing
om…
o Zich al dan niet op een bepaalde manier te gedragen (burger, onderneming)
o Iemand een bepaald advies te geven (bedrijfsjurist, raadgever, advocaat)
o Iemand al dan niet te vervolgen (OM)
o Iemand al dan niet te veroordelen (rechter)
o Al dan niet wetgeving uit te vaardigen (wetgever)
o Bepaald standpunt al dan niet te verdedigen in rechtsgeleerd artikel
(rechtsgeleerde)
- Gevolg: wat de meest gepaste interpretatie is, is niet voor iedereen hetzelfde
o Zie Vgl: behoedzaam bedrijfsjurist (keuze voor pessimistische interpretatie, ‘geen
last met overheid’) met overtuigde advocaat (keuze voor interpretatie meest in
voordeel van cliënt) of met ontevreden rechter (keuze voor interpretatie die meest
strookt met wat die een billijke oplossing vindt)
Afdeling 2. Niet-juridische factoren die
besluitvorming beïnvloeden



Titel II. Twee paradigma’s
Inleiding: Hoe kijken we naar rechtsvinding
Twee paradigma’s
Paradigma (in deze context): de filosofische aannames of de kern van elementaire overtuigingen
die de handelingen van de uitlegger sturen en diens wereldbeeld bepalen (Lincoln et al. 2011)
Wereldbeeld: een manier van denken over de complexiteit van de reële/sociale/juridische wereld
om er vat op te krijgen (Patton 2002, 69)
- Positivistisch paradigma: uitlegging als ontdekking en (feitelijke) beschrijving

4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper SD06. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 66579 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49
  • (0)
  Kopen