ROMAANSE INTERIEURARCHITECTUUR 1000-1200
- Ontwikkeld vanuit de Karolingische periode + indirecte banden met de romeinse bouwkunst.
- Vanaf +/- 1000 specifieke unieke stijl.
Kenmerken
- Ruimtelijk complexere structuur
- Houten plafonds vervangen door gewelven van steen omdat er gewichtstoename was van de zoldering.
- Deze gewichtstoename leidde tot de ontwikkeling van nieuwe constructies:
§ Zuilen vervangen door pijlers om de zijwaartse druk van de bogen en gewelven van de
muren op te vangen.
§ Gewelf werd versterkt door een gordelboog terwijl de pijlers ondersteuning kregen van
half-of-driekwartzuilen.
§ Zoldering werd geleidelijk hoger.
Interieurs
- Eenvoud en soberheid, gewelven van steen, boogconstructies, zware onderdelen, kleine ramen
Opbouw gebouwen/kerk
ALGEMEEN
- Middenschip met een dwarsbeuk + op kruising een kruisingstoren
- Romaanse gebouw was eerder lang en breed dan hoog
- Bouwtechniek stenen tonggewelf
- Ronde boogvorm ten op zichtte van houten zoldering
- Bevorderd de brandveiligheid en akoestiek van het koor
KERK: horizontale indeling of grondplan volgens Latijns kruis
1. Narthex of voorportaal
2. Zijbeuken
3. Schip of middenbeuk
4. Torens
5. Transept
6. Viering of kruising
7. Koor
8. Halfronde Absis
§ Kan verder opgedeeld worden in koor + kooromgang of ambulatorium met daarrond
straalkapellen
§ Verdere evolutie vindt ook plaats aan de transepten, daar komen er kapellen of
nevenabsiden en transept kan vanaf nu ook dwarsschip genoemd worden.
KERK: verticale indeling binnen
A. Zuil
B. Pijler ondersteuner van het gewelf
C. Halfzuil
D. Gordelboog loopt door tot de zoldering, accentueren de vierkanten van het
grondplan
E. Kruisgewelf minder zware constructie mogelijk door zijdelingse
krachtverdeling.
Nog steeds dikke muren om constructie te dragen en ramen bovenaan nog
steeds zeer smal.
F. Arcade
G. Galerij of tribune
H. Lichtbeuk
,KERK: verticale indeling buiten
A. Blinde arcade
B. Dwerggalerijen
C. Boogfriezen
D. Lisenen
E. Radvenster
F. Portalen en vensters met afgeschuinde en geprofileerde boven-zijkanten
Opmerking
- Bedevaarten, pelgrimsroutes en kruistochten droegen bij een de verspreiding van deze bouwstijl
- Er komen wel regionale ontwikkelingen en verschillen
Evolutie gewelven
Tonggewelf=zwaar
Kruisgewelf=minder zwaar
Kruisribgewelf= lichtste
Toepassingen
1. Abdij van Cluny, Frankrijk: 1000-1200
Kenmerken: buitenkant en grondplan
a) Buitenkant versierd met vele architecturale ornamenten
b) Basilicaal grondplan met dwarsbeuk
c) In het oosten een kooromgang en straalkapellen
d) In het westen stevige muren en vesting
e) Rondbogen en zware muren met kleine vensters!
f) Buitengewoon uitgebreid plan 5 beuken, 2 dwarsbeuken, kooromgang, kranskapellen
Kenmerken: binnenkant (interieur)
a) Tweede afb.: opslagplaats met houten zoldering, enorme schaal
b) Derde afb.: afwerking kapiteel
2. Basiliek Sainte-Marie-Madeleine, Vezelay: 12ste eeuw
Kenmerken: algemeen
a) Lengte 62m
b) Boven de grote rondboogarcade hoge vensters van de bovenste zijmuren.
c) Tien traveeën: negen kruisgewelf gescheiden door ronde gordelbogen met
afwisselend licht en donkere secties.
d) Gordelbogen steunen op pijlers in drie verdiepingen
e) Opvallend licht, vergeleken met andere romaanse gebouwen, d.m.v. 4 factoren:
§ De ligging van het gebouw op de top van een heuvel waardoor
zonlicht overvloedig invalt.
§ De lichtbeuk met hoge vensters directe belichting middenschip.
§ Geen gebrandschilderde ramen
§ Brede vensteropeningen in de zijbeuken
Laatste travee van het schip: spitsbogen overgang viering, dwarsbeuken en koor, GOTISCH.
,Kenmerken: Narthex (interieur)
a) Meesterwerken van de romaanse beeldhouwkunst in Frankrijk
b) Pilaren van de pijlers in het schip en de Narthex kapitelen uit de 12ste eeuw
c) Uitzonderlijke vakkennis van de Bourgondische beeldhouwers
d) Analfabetisme
e) Kerkelijk onderricht
f) Symboliek
, GOTISCHE INTERIEURARCHITECTUUR 12STE – 16DE EEUW
1. HET ONSTAAN VAN DE GOTIEK
- De macht in Europa verlegde zich na een verloop van tijd in Parijs. In 987-1328 Capetingers in Ile-de-
France.
- Hier vond de 1ste gotische manifestaties plaats in relatie met het Franse koningshuis.
- De belangrijkste koningen uit die periode zijn Hugo Capet, Lodewijk de IX en Filips IV de Schone.
- Standenmaatschappij: belang en impact van de kerk
§ Adel (rijken)
§ Clerus (geld inzamelen voor kerken, missen organiseren), adel, boeren (90%)
§ Bepaald bij de geboorte
- Macht lag bij de adel/kerk en dit had betrekking tot religie, educatie, politiek.
- Belangrijke steden: Gent, Parijs, Brugge, Ieper
- Focus van het dagdagelijks leven was RELIGIE.
- Ontstaan van een nieuwe macht genaamd de BURGERIJ in steden heeft invloeden op nieuwe
bouwprogramma’s zoals hallen.
- Concurrentie tussen steden uit zich in bouwwerken: pronken en prestige:
§ Nieuwe macht: de burgers
§ Nieuwe bouwprogramma’s: gemeentehuizen, marktplaatsen, hallen, kloosters
§ Concurrentie tussen steden => hoge bouwwerken (hoe hoger, hoe dichter bij God)
§ Universiteiten: hoogstaande studies (rechten, geneeskunde, bijbelstudie)
2. ALGEMENE BOUWPRINCIPES (Romaans naar Gotisch)
Kenmerken/Evolutie
- Voortdurende zoektocht naar nieuwe technieken hoger en lichter te bouwen
- Romaanse bouwwerk ruimtelijk verdeeld in overzichtelijke traveeën ↔ gotische ontwerpers gelijkmatig
in elkaar vloeiende ruimte-eenheid scheppen
- Zware gesloten romaanse bouwmassa’s ↔ gotische opengewerkte gelede constructie, last en steun
harmonisch vervloeien
- Gotische kathedraal heeft de zuiverste uitdrukking van het gotisch bouwideaal
- Gericht zijn naar GOD in een ruimtelijke uitdrukking
- Steeds hoger wordende kathedralen en wereldlijke gebouwen met hoge torens: iconisch middeleeuwse
stadszichten
- In elkaar vloeiende ruimte-eenheid scheppen, geleidelijke evolutie naar open geheel, streven naar
grotere ruimtes
- Accentueren van verticale lijnen
- Materiële beperkingen geen remmingen, efficiënt gebruik
- Spitsboog, steunberen, luchtbogen
Opbouw
GRONDPLAN ALS EEN GEHEEL ONTWERP
5) middenbeuk: smaller, rechthoekige travee, later banken
6) zijbeuken: voortzetting achter de transept en leiden zijkapellen
7) kapellen
8) transept
9) koor: vergroot en gewone burgers niet toegelaten
10) koorgang