Hoofdstuk 1
Psychologie Psyche + logos; zielkunde of wetenschap van de geest.
Dualisme Geest en lichaam zijn gescheiden
Mind-body-problem Probleem van de interactie tussen geest en lichaam.
Monisme Geest en lichaam als 2 aspecten van éénzelfde entiteit. materialisme en idealisme.
Nadruk ontologische aspect (in termen van de aard van het zijn): Alleen het fysieke
bestaat echt.
Materialisme
Epistemologisch (in termen van wat we kunnen kennen): alleen het fysische kunnen we
echt wetenschappelijk bestuderen.
Alleen het fysische kunnen we wetenschappelijk bestuderen. Alle mentale processen
Reductionisme
zijn terug te brengen tot fysieke processen
Realiteit is enkel te kennen via onze zintuigen. Kan leiden tot solipsisme en
Idealisme
panpsychisme.
Panpsychisme Alles in de natuur heeft een ziel
Solipsisme Iedereen heeft een andere realiteit, we leven in onze eigen bubbel
Ontologisch Zijnsleer
Epistemologisch Kennisleer
De exacte wetenschap van de functionele relatie tussen het fysische en het psychische/
Psychofysica
lichaam en geest.
Hedendaagse definitie: de wetenschap van het gedrag en de factoren die dit
Psychologie
beïnvloeden (gedragsdeterminanten)
Pareidolia Betekenisvolle voorwerpen in vormloze prikkels zien. Bv. wolken, gezichten…
Nomothetisch Algemene wetten (voor iedereen geldend)
Idiografisch Specifieke factoren (individueel verschillend)
Operationalisering Een entiteit concreet maken om deze te kunnen bestuderen
Longitudinaal Proefpersonen op verschillende momenten bevragen
Cross-sectioneel Meerdere samples op verschillende momenten onderzoeken
Geheel van gegevens zo zuinig mogelijk verklaren. Zo weinig mogelijk factoren, zo
Occam’s razor
eenvoudig mogelijke verklaring
Natuurwetenschappen Gericht op VERKLAREN van wetmatigheden in de natuur.
Menswetenschappen Gericht op het BEGRIJPEN van de mens en zijn geschiedenis.
Normatief Hoe het zou moeten
Descriptief Hoe het in de werkelijkheid meestal gebeurt
Rationalisme Alle kennis komt voort uit het verstand. Cf. Kant.
Empirisme Alle kennis komt voort uit zintuigelijke ervaringen.
Afferente baan Zintuigelijke baan (van zintuigen naar zenuwstel)
Efferente baan Motorische baan (van zenuwstel naar spieren)
Frenologie Iemands persoonlijkheid en vaardigheden af lezen van de knobbels in de hersenen
Reactietijden van condities die maar op één component verschillen vergelijken om
Substractiemethoden
mentale basisprocessen te identificeren
Mentale chronometrie Meting van tijdsduur van mentale basisprocessen
Intentionaliteit Mentale fenomenen hebben een inhoud en een doel
Fenomenologie Kennis komt voort noch uit ervaring, noch uit de rede
Apperceptie Activiteit van onze geest die binnenuit werkt
Arm chair psychologie Descriptieve psychologie
Stimulusfout Beïnvloeding door kennis van de aard van de stimulus
(Thorndike) responsen die volgen met een beloning worden versterkt en responsen die
Law of effect
volgen door een straf worden geëlimineerd
Gestalt Emergerende eigenschap die boven elementaire gewaarwording uitstijgt
Phi motion Je ziet aparte objecten, maar organiseert ze als een bewegend Gestalt
One-sided-dependency De relaties tussen de delen bepalen het geheel.
Sterke gehelen die de waarneming van de delen beïnvloeden. Cf. apparent motion
Two-sided-dependency
Wertheimer.
Aha Erlebniss Plots inzicht krijgen om een probleem op te lossen
, Een speciale neurologische conditie waarbij men sterke associaties ervaart tussen
Synesthesie
verschillende betekenisdomeinen. Bv. dagen en kleuren.
Psychic reflex Een aangeleerde of geconditioneerde stimulus-respons-associatie
Essentie van Een goed gefundeerde theorie ontwikkelen over interne processen en deze toetsbaar
functieleer maken via experimenteel onderzoek
Hoofdstuk 2
Saccades Oogsprongen
Fixatie Oog ligt even stil tussen oogsprongen
Smearing Uitvagen van beeld tijdens beweging
Saccadische suppressie Smearing onderdrukken
Gasp Oog is zo goed als blind tijdens een oogsprong
Filling in Invullen van gasps
De nabije prikkels zoals ze geregistreerd worden t.h.v. het lichaam (de
Proximale stimuli
gewaarwordingen).
De externe oorzaken van deze prikkels in de buitenwereld, zoals ze geïnterpreteerd
Distale stimuli
worden tijdens de waarneming.
Wetenschappelijke discipline die zich bezighoudt met de meting van de
elementaire gewaarwordingen (cf. sensoriële psychofysica), de samenhang tussen
Psychofysica
fysische grootheden en de intensiteit van de gewaarwordingen, en de ontwikkeling
van wetenschappelijke methoden hiervoor.
Relatie tussen intensiteit van fysische prikkel (R) en de intensiteit van de sensatie
Outer psychophysics
(S)
Relatie tussen intensiteit van neurale excitatie (E) en de intensiteit van de sensatie
Inner psychophysics
(S)
De grenswaarde tussen stimuli die één soort respons uitlokken en stimuli die een
Drempel(meting)
ander soort respons uitlokken.
Differentiële drempel Kleinst toegevoegde stimulusintensiteit die toelaat een verschil waar te nemen
Grenswaarde die de overgang markeert tussen afwezigheid en aanwezigheid van
Absolute drempel
sensatie
Onderdrempel Minimale stimulusintensiteit die nodig is om waargenomen te worden
Bovendrempel Grenswaarde waarboven proefpersonen niet langer verschillen waarnemen
Fysische schaal Het continuüm van prikkelintensiteiten.
Stimulusintensiteit moet met een constante fractie van zijn waarde verhoogd
Wet van Weber
worden om een juist merkbaar verschil te bekomen
Weberfactie/Weberconstante K
Om de sterkte van gewaarwording (S) te laten toenemen als een rekenkundige
Wet van Weber-Fechner reeks, moet men de stimulusintensiteit ® laten toenemen volgens een meetkundige
reeks
De wet van Weber-Fechner vormt de basis van de psychofysica in de zin van een
Mapping afbeelding tussen stimulusintensiteit (fysische grootheid) en de grootte van de
overeenkomstige gewaarwording ervan (psychische grootheid.
Ontwikkelt om een zuivere meting te krijgen die niet beïnvloed is door de
signaaldetectietheorie
beslissingscomponent.
Signaalbeurten Beurten waarin prikkel wordt aangeboden.
Gissingsbeurten/catch trials Beurten waarin geen prikkel wordt aangeboden.
Sensitvity = de mate waarin de proefpersonen een onderscheid kunnen maken
Gevoeligheid
tussen de signaal- en de gissingsbeurten
Response bias = de mate waarin proefpersonen geneigd zijn één antwoord meer te
Antwoord tendens
geven dan het andere
Een plaats op een beslissingscontinuüm waar de proefpersoon voor zichzelf beslist
Criteriumwaarde
om de lat te leggen.
Tuning Specifieke responsprofielen in functie van specifieke stimuluseigenschappen
Kenmerkdetectoren Feature detectors = cellen vertonen tuning voor specifieke stimuluseigenschappen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper brittdelme2001. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.