, Week 1
Actiepotentiaal = depolarisatie boven de drempelwaarde (-50 mV) tot maximaal 30 mV, dit
veroorzaakt een impuls
Cerebellum = kleine hersenen
Corpus callossum = hersenbalk
Cortex = hersenschors; grijze stof
Decussatio pyramidum = kruising van zenuwbanen
Depolarisatie = het veranderen van het rustpotentiaal
Diencephalon = tussenhersenen
Fissura longitudinalis = diepe spleet die hemisferen van elkaar scheiden
Hemisfeer = hersenhelft
Impulsgeleiding = de verplaatsing van het actiepotentiaal over de zenuwcel; prikkelgeleiding
Integratie = het lichaam als een geheel laten functioneren; het goed op elkaar afgestemd zijn
van de organen
Kaliumrefflux = uitstroom van K+ -ionen naar buiten.
Liqour cerebrospinalis = hersenvocht
Lobus = kwab
Medulla = hersenmerg; witte stof
Medulla spinalis = ruggenmerg
Membraan potentiaal = het potentiaalverschil tussen binnen- en buitenkant van de cel
Meninges = hersenvlies
Mesencephalon = middenhersenen
Natriuminflux = de celmembraan wordt plotseling doorlaatbaar voor Na+ -ionen, die dan ook
in grote hoeveelheden via membraankanaaltjes naar binnen stromen
Neurotransmitter = chemische boodschapperstof
Perineurium = bindweefselmantel
Postsynaptische membraan = membraan na de synapsspleet; receptor van neurotransmitter
Potentiaal = elektrische spanning
Presynaptische membraan = membraan voor de synapsspleet; afgever van
neurotransmitter
Prikkel = kortdurende verandering in het inwendige milieu rond de cel, waardoor de
elektrische eigenschappen van de celmembraan kortdurend veranderen.
Propriosensoren = bewegingsgevoel
Reflex = een onmiddelijke, automatische motorische reactie op een prikkeling
Reflexbogen = de ewg die de impulsen van een reflex afleggen vanaf de receptor tot de effector
Refractaire periode = in de periode vanaf het begin van de depolarisatie en het einde van de
repolarisatie is het betreffende stukje celmembraan niet prikkelbaar
Repolarisatie = potentiaalverschil wordt (dankzij kaliumreflux) naar de oorspronkelijke
situatie
Saltatoire impulsgeleiding = het actiepotentiaal springt van insnoering naar insnoering;
sprongsgewijze impulsgeleiding
Synaps = overdrachtsplaats aan volgende cel aan het uiteinde van de axon
Tractus = baan
Truncus cerebri = hersenstam
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marijkehendriks. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.