Pedagogiek
1 Wat is pedagogiek?
1.1 Ontstaan van de wetenschap
Pedagogiek is vergeleken met andere wetenschappen een vrij jonge discipline
Eerste leerstoel aan de universiteit van Halle (Duitsland) in 1779
Rond WO II invloed op het werkveld
Bekende pedagogen: Kohnstamm, Langeveld, Decroly, Bladergroen
Opvoeding is even oud als de mensheid bv. de Spartaanse opvoeding (een heel harde opvoeding)
Ideeën over opvoeden waren vaak thema’s van filosofen
1.2 Definiëring
1.2.1 Object van de studie
Pedagogie = de praktijk van het opvoeden
Pais = kind
Agogein = leiden
Pedagogiek = de wetenschap van het handelen (handelingswetenschap)
Definitie pedagogiek = De pedagogiek probeert opvoeding en opvoedend handelen systematisch te
beschrijven door, op basis van kwalitatief en kwantitatief onderzoek, algemeen geldende uitspraken
te doen
1.2.2 Niveaus van de pedagogiek
1.2.3 Situering van de pedagogiek in de wetenschappen
Sociale pedagogiek = de wetenschap over het werken aan het welzijn van mensen van welke leeftijd
Agogiek/agogische wetenschap/handelingswetenschap = de overkoepelende wetenschap voor het
werken aan het welzijn van mensen in het algemeen
,1.2.3.1 Deelwetenschappen
Deelwetenschappen van de agogiek volgens leeftijd van het doelpubliek:
Oefeningen:
1) In Tertio, een opinieweekblad, van 07/03/07 lezen we: “Het stereotiepe beeld van de rustende,
instemmende bejaarde brokkelt af en ruimt plaats voor allerlei groepen die zich binnen de
ouderenpopulatie onderscheiden. Bovendien wordt de rusthuisbevolking alsmaar ouder en
hulpbehoevender en vraagt die om een eigen aanpak.” praktijktheorie (ze geven een hint naar de
praktijk)
2) Opvoedingscursus voor ouders van jonge kinderen Hoe ga je bewuster en met meer kwaliteit om
met je kinderen zonder jezelf als persoon te kort te doen? Dat is de centrale vraag van de
opvoedingscursus 'Oefenschool voor ouders van jonge kinderen‘ in Brasschaat (Antwerpen).
Gedurende acht dinsdagavonden werk je rond thema's als beeldvorming, invloed, duidelijk zijn,
luisteren, weigeren,.... Hierbij gaat vooral veel aandacht naar de onderlinge wisselwerking en
beïnvloeding tussen jou en je kind. Het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW) De Terp en de
Gezinsbond Brasschaat staan in voor de organisatie(2008). praktijktheorie (ze krijgen een cursus
met tips om deze te leren toepassen)
3) Een onderzoek van het CBGS toont aan dat het huwelijk geen voorwaarde meer is om gelukkig te
zijn. De Vlaming meent dat het beter is een slecht huwelijk te beëindigen. Toch vinden acht op tien
Vlamingen het toenemend aantal echtscheidingen onrustwekkend. De demografische
ontwikkelingen worden dus niet ondersteund door een maatschappelijke goedkeuring (Corijn, 2005,
p. 34). Theorie (het gaat over een onderzoek)
4) Audenaert V. (2006), Besluitvorming bij jonge ouders inzake de combinatie arbeid en gezin. II.
Analyse, resultaten en beleidsaanbevelingen (EQUAL-project), Reeks CBGS-Werkdocumenten, Nr. 1.
Theorie
,Deelwetenschappen van de agogiek volgens object:
Oefeningen:
1) Zo wordt druggebruik meestal als een jongerenprobleem gezien. Via gezondheidszorg of via het
gerecht wordt vaak dwingend opgetreden ten aanzien van de jongeren zelf. Als ouderen massaal
zwaar verslavende pillen slikken, worden de farmaceutische industrie en de samenleving met de
vinger gewezen en blijven de ouderen in tegenstelling tot de jongeren grotendeels buiten schot.
Sociale agogiek (het gaat over druggebruik en hoe de maatschappij daarop inspeelt en een verschil
maakt tussen jongeren en ouderen)
2) “Twee derden van de bevraagde jongeren liep meer dan één keer weg, bijna de helft liep vier of
meer keren weg. De gemiddelde leeftijd van de jongeren bij hun eerste vlucht schommelt rond 14
jaar, bij hun laatste vlucht is dat 16 jaar. De meeste jongeren liepen alleen weg. Gezinsproblemen en
conflicten in de instelling vormden de belangrijkste oorzaak voor het weglopen. Weglopen gebeurde
impulsief, meestal als reactie op een ‘zoveelste’ ruzie. De grote meerderheid van de weglopers kon
terecht bij vrienden. De meeste wegloopperiodes bleven beperkt tot enkele dagen. De meeste
jongeren hadden geen hulp nodig tijdens hun ontvluchting, degenen die toch hulp nodig hadden,
verwachtten die van hun vrienden en andere bekenden. Slechts weinig jongeren deden beroep op
hulpverlenende diensten. Enkele jongeren ervaarden positieve aspecten aan het weglopen, maar bij
de meeste overheerste het negatieve: de angst, eenzaamheid en honger.” (Weglopen: weg … van
wat? Studie over het profiel en de ervaringen van weglopers in België; p.144; uitgave van Child Focus
en Koning Boudewijnstichting) Orthopedagogiek als het over doelgroep gaat en sociale agogiek
voor het thema (het gaat over kinderen in nood die weglopen uit een instelling)
Binnen de pedagogiek worden de volgende specialisaties onderscheiden:
Sociale pedagogiek
Onderwijspedagogiek
Klinische pedagogiek
Gezinspedagogiek
Theoretische pedagogiek
Forensische pedagogiek
Historische pedagogiek
1.2.3.2 Hulpwetenschappen
Hulpwetenschap = een wetenschap waarvan de inzichten helpen voor de theorievorming van een
andere wetenschap, in dit geval de pedagogiek bv. psychologie, psychiatrie, sociologie, biologie,
filosofie,…
, Verschil psychologie en pedagogie:
Psychologie Pedagogie
Historisch: nastreven van waardenvrije Historisch: gebonden aan
benadering van het menselijk gedrag levensbeschouwelijke stromingen
Wetenschap van beschrijven en verklaren Terrein van practici: onderwijzers, artsen,…
van menselijk gedrag Na WOII: geseculariseerd (maar voor korte
tijd)
Wetenschap van tussenkomen, ingrijpen,
begeleiden,… = Handelingswetenschap
1.2.3.3 Multidisciplinariteit
Een multidisciplinaire activiteit is een activiteit, zoals bepaalde vormen van wetenschap en kunst,
waarbij kennis vanuit meerdere disciplines gecombineerd wordt ingezet om de activiteit te voltooien
1.2.3.4 Interdisciplinariteit
Samenwerking met verschillende disciplines
1.3 Denkkaders in de pedagogiek
Voorbeelden:
Behavioristische benadering bv. straffen en belonen als gekend thema
Cognitieve benadering bv. Piaget
Sociaal constructivistische benadering bv. Vygotsky
Denkkader/paradigma = geheel van aannames, principes, uitgangspunten, overtuigingen aan de basis
van de manier waarop naar pedagogiek gekeken wordt