Psychologie en pedagogiek 1
Hoofdstuk 1 Inleiding
Kennismaking met de psychologie
Nadat iets gruwelijks zich voordoet, gaan mensen vaak op zoek naar verklaringen, naar een
vraag als Waarom?. In het bijzonder wordt de vraag vaak gericht tot gedragswetenschappers.
Dit zijn specialisten die het gedrag bestuderen.
Ook de psychologie is een gedragswetenschap, die niet alleen wreedaardig gedrag verklaart,
maar ook elk gedrag dat mensen (of dieren) kunnen stellen.
Naast de psychologie zijn er ook nog andere wetenschappen die iets vertellen over het gedrag
van mensen, o.a. de sociologie, de criminologie, de biologie….
1.1 Bepaling
Psychologie bestudeert het gedrag op het niveau van het individu. Daarbij staan factoren
binnen de persoon zelf of in zijn onmiddellijke omgeving centraal. Daardoor onderscheidt
psychologie zich van de biologie en van de sociologie.
Psychologie Biologie Sociologie
Bestudeert het gedrag op Zoekt naar interne Bekijkt het gedrag als een
het niveau van het individu fysiologische verklaringen. groeps- of maatschappelijk
(persoon zelf + zijn systeem) gebeuren.
Psychologie kan omschreven worden als:
• De wetenschap van het menselijk gedrag.
= wetenschappelijke studie van het individuele gedrag
- Gedrag focust zich op uiterlijk waarneembaar gedrag
• De wetenschap die gedrag en mentale processen/activiteiten van het individu bestudeert.
- Psychologie bestudeert niet alleen de uiterlijk waarneembare dingen, maar ook de
mentale processen. Met mentale processen wordt bedoeld ‘Hoe leert het individu?’.
Daarbij gaat men naast het uiterlijk waarneembare ook gaan kijken naar de
leerprocessen, het voelen (emoties), het denken, de verlangens (het willen; de
motivatie)
• De wetenschappelijke studie van de doelgerichte interactie tussen persoon en situatie
- De interactie tussen de persoon en de context. Als persoon gedraag je je tussen
anderen, in een omgeving, in een sociale context….
,1.2 Psychologie als wetenschap
1.2.1 Onderscheid wetenschappelijk en voorwetenschappelijke psychologie
1. Wetenschappelijke psychologie
• Op basis van wetenschappelijk onderzoek
• Kenmerken:
- Systematisch (methodisch)
Verworven via wetenschappelijk onderzoek; bewijzen zoeken voor wat er beweerd
wordt.
- Objectief
Psycholoog mag zich niet laten leiden door eventuele vooroordelen, eigen
ervaringen…. Hij moet instrumenten gebruiken die subjectiviteit uitsluiten.
- Controleerbaar
Men kan gemakkelijk controleren of bevindingen juist zijn
• Dit zorgt voor het tot stand komen van theorieën of modellen (bv. theorie rond
conditionering, intrinsieke motivatie…)
Wetenschappelijke psychologie
Criterium Voordelen Nadelen
• Onderzoek naar • Accuraat (getest, • Kost veel geld
geweest bij grote vastgesteld bij een • Kost veel tijd
groepen grote groep…)
• Kan herhaald worden,
wat gezegd werd is
bewezen en kan je
herhaaldelijk zeggen
dat dit nog altijd klopt.
2. Voorwetenschappelijke psychologie (= Intuïtieve mensenkennis)
• Op basis van eigen ervaringen; sommige hebben we verworven in onze directe omgang
met mensen; andere worden van generatie op generatie doorgegeven via de opvoeding
en de taal.
• Veel van die inzichten zijn gekristalliseerd tot spreekwoorden, bv. Liefde maakt blind.
• Je gebruikt het bijna dagelijks, men probeert menselijk gedrag te verklaren
Voorbeeld:
Iemand rijdt voor je wat trager en je hebt al geflikkerd met je lichten. Plots sta je alle
2 aan de lichten en stapt hij uit. Jouw psychologische kennis zorgt ervoor dat je niet
gaan uitstappen en dat je hoopt dat het snel groen is.
1
,• Kenmerken:
- Intuïtief (berust op toevallige ervaringen)
Verworven via eigen ervaringen, gesprekken met anderen, de overlevering, de
cultuur…
- Subjectief
Persoonlijke ervaringen à bevindingen van verschillende mensen zal verschillen
- Moeilijk te controleren
Wie uiteindelijk gelijk heeft, valt niet te controleren
• Dit zorgt voor het tot stand komen van zelfkennis/mensenkennis.
Voorwetenschappelijke psychologie
Voordelen Nadelen
• Toegankelijk voor iedereen (Iedereen • Het zorgt voor verkeerde keuzes
heeft het)
• Het kost geen tijd
• Het helpt u wel in het dagelijkse leven
1.2.2 Doelstellingen van de psychologie
De algemene doelstelling van wetenschap is: ontdekken hoe de gebeurtenissen onderling
samenhangen, om ze daaruit eventueel te kunnen voorspellen of er zelfs vat op te krijgen
(beïnvloeden).
1. Beschrijven
• Wat gebeurt er? Wanneer? Hoe?
• Je gaat nog niet ingrijpen, maar enkel observeren in grote aantallen.
2. Verklaren
• Waarom gebeurt het?
• Wat is de oorzaak van bv. het gedrag? (bv. Waarom eet iemand als hij verdrietig is?)
3. Voorspellen
• Wat zal er vervolgens gebeuren?
4. Beïnvloeden
• Hoe kunnen we beïnvloeden wat er gebeurt?
Waarom is psychologie zo belangrijk? Wat kan je ermee doen?
Als je kennis hebt over dat individu en over zijn gedrag, dan kan je het ook gaan beschrijven,
maar kan je ook een oorzaak gaan zoeken voor het uitvoeren van dat bepaald bv. geweld
gedrag.
2
, Daarna kan je het gedrag ook gaan voorspellen, bv. iemand die amputatie heeft gehad, zal er
eerst een probleem meehebben, zal dan kwaad zijn op zijn nabestaanden, reageert dan ook
agressief tot hij uiteindelijk zijn handicap zal aanvaarden.
Op die manier kan je het gedrag ook gaan beïnvloeden, bv. proberen om een angst weer af te
leren aan de hand van conditionering.
1.2.3 Methoden in de psychologie
1. Observatie
• Onderzoeksvraag
• Wat wil men onderzoeken?
- Men gaat iets observeren/iets bekijken
Voorbeeld:
Wat is het effect van de klasgrootte op agressief gedrag bij kinderen van het eerste
leerjaar?
2. Literatuurstudie
• Onderzoeksvraag + hypothese
• Literatuurstudie doen: Je moet geen dingen zoeken die al onderzocht zijn.
• Onderzoeken wat al bekend is voor de problematiek:
- Onderzoeksvragen nauwkeuriger formuleren
- Valkuilen vermijden
3. Eigenlijke onderzoek (3):
Afhankelijk van de mate van controle die men over een situatie heeft, spreekt men over:
• Beschrijvend onderzoek
• Correlatie-onderzoek
• Experimenteel/ verklarend onderzoek
4. Evaluatie
1.2.3.1 Beschrijvend onderzoek
= Men probeert correcte informatie te verzamelen over een onderwerp door:
a) Naturalistische observatie
= Het gedrag wordt systematisch geobserveerd in een natuurlijke context.
Voorbeeld:
Heeft ontbijt invloed op de concentratie?
- Proefpersonen nemen uit verschillende scholen (1000-…) en van een bepaalde leeftijd.
- Hoe groter het aantal proefpersonen, hoe representatiever.
3