Samenvatting van het vak 'mondialisering'. Duidelijke beschreven, veel afbeeldingen en kaarten, aantekening van het college en van de bijbehorende literatuur.
Definities
- globalisering met kleine g -
Toenemende onderlinge verbondenheid van verschillende delen van de wereld als
gevolg van economische, ecologische, politieke en culturele veranderingsprocessen.
Het is er altijd geweest, maar neemt hierdoor toe. Het is van alle tijden, maar neemt
steeds meer toe. Gevolg van hoe we leven, globalisatie als proces.
- Globalisering met grote G -
Als het gezien wordt als een verschijnsel van de laatste 50 jaar, waarin het
ontzettend sterk toenam, dan hebben we het over globalisering met een grote G.
Globalisering wordt ook wel gezien als ‘buzz’. Globalisering was lange tijd een proces,
maar sinds laatste 50 jaar is het een echt verschijnsel, waar naar we moeten gaan
handelen. Dit versterkt Globalisering opnieuw. In dit geval wordt het ook gezien als
een oorzaak van hoe we met elkaar samenleven. Het is nu ook een sleutelwoord
geworden in politieke overtuigingen. Er is geen alternatief voor Globalisering, wel
kun je voor of tegen zijn.
Sinds wanneer is globalisering/Globalisering?
1. Sinds 5000 jaar:
Valt samen met beschavingsgeschiedenis, neutraal model, zelfversterkend, er zit
weinig verklaring achter, lastig om te zeggen ‘het is toen begonnen’. Is geleidelijk aan
gegaan.
2. Sinds 500 jaar:
Ontdekkingsreizen, exploratie door Europa, historisch kapitalisme, strijd om macht
en kolonies: versnelling van ontdekking van de wereld.
3. Sinds 150 jaar:
Pas na industriële revolutie, valt samen met Franse revolutie (adel wordt aan kant
geschoven). Vier oorzaken: imperialistische expansiegolf Europa (koloniestichting
met wingewesten en handel), buitenlandse investeringsgolf Europa, ontstaan van
multinationale bedrijven, implementatie van technische innovaties.
4. Sinds 50 jaar:
Recente mondiale verschuivingen zijn uniek. Er ontstaan nieuwe natie-
overkoepelende systemen: internationalisering (toenemend contact tussen staten),
multinationalisering, Globalisiering (vanaf 20e eeuw, nationale politiek verliest de
greep op de economie). Vanaf nu Globalisering.
Beetje lastig dus vanaf wanneer je praat over globalisering, ligt eraan hoe je ernaar kijkt. Je
zou kunnen zeggen dat globalisering er altijd al is geweest, maar dat het steeds meer
toeneemt (exponentieel).
,Opinies
- Hyperglobalisten –
Optimisten
Benadrukken unieke karakter huidige tijd, staat steeds minder invloed, staat doet er
alles aan om bedrijven en geld binnen te halen, terugdraaien heeft geen zin en
proberen er oorlogen mee te voorkomen (landen gaan samenwerken).
Pessimisten
Invloed op individuen niet meegenomen, staten gaan elkaar beconcurreren ten koste
van welvaartvoorzieningen, spanningen nemen juist toe omdat druk op landen groter
wordt. Globalisering heeft negatieve invloed.
Sceptici
Hedendaagse globalisering is niet revolutionair: lange afstandshandel gaat ver terug,
eerder regionalisering dan globalisering, staat verdwijnt niet er ontstaan juist nieuwe
kleinere staten, multinationale staten (naties en unies) bestaan bij de gratie van de
landen (veto), grote landen hebben altijd nog het meeste te zeggen.
- Andersglobalisten- GGG blz 33
Niet tegen, maar voor andere globalisering. Diversiteit in beweging, verschillende
doelen. Willen no Globalization without representation: houdt rekening met
minderheden, dieren en andere culturen. Occupy, gele hesjes. Willen meer
gelijkheid.
- Antiglobalisten –
Willen eigen banen behouden (geen polen hier in de bouw werken bijv), willen
invloed van buitenland buiten de deur houden. Hebben kritiek op globalisering. Zijn
rechts-radicale politici. Willen importheffingen en eigen economie beschermen.
- Transformisten –
Nemen een tussenpositie aan. Globalisering is niet volledig nieuw, maar verschilt wel
met globalisering van voor 1970. Meerdere dimensies spelen een rol, onvoorspelbare
en ongelijke effecten op verschillende delen van wereld.
, Kennisclips – College 2
Relatie tussen kapitalisme en globalisering
Kapitalisme is gebaseerd op groei. Ze zijn continu opzoek naar nieuwe markten en naar
manieren om kosten te verminderen. Kapitalisten willen ook altijd de productie- en
verkoopprocessen te versnellen. In een kapitalistisch systeem is het dus logisch dat als het
technisch mogelijk is dat er sprake is van globalisering.
Historische ontwikkeling – 1e golf
Rond 1500 werd maar 0,1% van alles wat ter wereld geproduceerd werd geëxporteerd.
Internationale handel vond vooral plaats binnen regio’s. Transport tussen verschillende
regio’s, zoals zijderoute, was erg duur. Op een gegeven moment komen er verbeteringen in
scheepstechnologie, daardoor kwam handel meer op gang. Toch bleven er wel veel risico’s
aanzitten (helft van schepen kwam nooit aan). In 17e eeuw komen er particuliere
handelsondernemingen op gang, zoals VOC. Hierin zaten meerdere investeerders, waardoor
kosten verdeeld werden als er iets misging.
Begin 19e eeuw enorme toename internationale handel.
Van 0,1% stijging naar 9%. Kwam vooral door groei in
landbouwproducten en delfstoffen. Vanaf midden 19e eeuw
komt oa stoomboot: hierdoor kon meer worden vervoerd.
Er ontstaat een wereldmarkt van granen en vlees. Ook
ontwikkelingen in telecommunicatie: leidt tot toenemende
integratie markten. Na WOI komt einde aan 1e golf van
globalisering, marktintegratie neemt af.
FDI = buitenlandse investeringen.
Historische ontwikkeling – 2e golf
Tot aan jaren 70 is er een periode van veel protectionisme: afgesloten markten, hoge
tariefmuren en hoge transportkosten. Bedrijven gaan wel naar buitenland, zodat ze toegang
krijgen tot buitenlandse markten. Daarom gaan ze zich daar vestigingen (waar ze het kunnen
verkopen = marktgeoriënteerd). Vanaf jaren ’70 meer vrijhandel: tarieven gaan naar
beneden. Marktgeoriënteerd vestigen wordt minder belangrijk, bedrijven gaan zich vestiging
waar productiekosten lager zijn. Er ontstaat nu een soort mix: markttoegang en
kostenbesparing: sourcing efficiency. In grafiek zichtbaar dat export vanaf jaren 60 weer
omhooggaat, vanaf jaren 80 ook de buitenlandse investeringen.
Bij grafiek goed opletten dat je het getal (bijv. in 2010 32%) wel moet corrigeren voor
dubbeltellingen: sommige goederen worden verschillende keren geëxporteerd in vorm van
halffabricaten, waarbij ze wel als eindproduct voor dat land worden meegerekend.
Landen kunnen voor 2 redenen naar buitenland gaan, kan ook beiden: marktgeoriënteerd en
aanbodgeoriënteerd. Gucci in China bv beiden: chinezen kunnen Gucci veroorloven, daarom
staat er een grote winkel daar. Tegelijk daar ook lagen arbeidskosten, vandaar dat Gucci er
ook aanbodgeoriënteerd is. Spark zegt dat kapitalisme reden is van globalisering, niet lage
transport- en communicatie-kosten. Het is alleen maar een heel handig middel erbij.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper evanvugt1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.