Dyscalculie
Dyscalculie
Hoofdstuk 1: Waarom deze cursus?
Groepsopdracht
Rekenonderwijs op school: Hoe gebeurt dat?
De aanvang van het rekenonderwijs situeert zich in de kleuterklas.
Meestal noemt men dit het voorbereidend rekenonderwijs:
o Rekentaal duiden
o Rekentaalbegrip (meer-minder-minst-de helft)
o Naast rekentaal heeft men ook aandacht voor tellen. (Tellen
bestaat uit verschillende fasen)
Het kleuteronderwijs is wat rekenen betreft zeker niet vrijblijvend.
Hier wordt mee bedoelt dat rekenen een functie heeft in Vlaanderen.
Vanaf de 2e helft van het 2e kleuter is het belangrijk dat kinderen
aanwezig zijn in de kleuterklas.
Vanaf het 1e leerjaar ligt de nadruk op het aanvankelijk rekenen. Er
wordt eerst gewerkt met visueel materiaal dit gebruikt men voor
manipulatie (kwadraatstructuur). Zo gaat men over naar abstract
materiaal. Langzamerhand verdwijnt het materiaal. Vroeger werd er
veel minder concreet geoefend.
Er zit een zekere opbouw binnen de didactiek van rekenen:
- Eerst plus en daarna min.
- Eerst makkelijke oefeningen en daarna langzaamaan
moeilijker.
- Eerst dezelfde soort en daarna gemengd.
- Gewone sommen zijn gemakkelijker dan puntsommen (3+.=4)
- Moeilijkste puntsom voor een kind (.-4=2)
Materiaal is in het 1e leerjaar zeer belangrijk. Dan moet je blijven
verbaliseren tot het mentaal vastzit.
1
, Functie van de logopedist en van de taakleerkracht bij kind met
dyscalculie:
o De taakleerkracht zal het kind uit de klas nemen en legt
dezelfde leerstof van de in de klas uit maar trager. Men zal
extra oefeningen geven van dezelfde soort. Ze blijft bij het
probleem bijv. 2+3 niet.
o De logopedist probeert te achterhalen wat de achterliggende
reden is of de oorsprong van het probleem. Je gaat als
logopedist een testbatterij moeten samenstellen. Als logopedist
voer je onderzoek uit en zo krijg je antwoord op een aantal
vragen waardoor het kind faalt op een aantal opdrachten.
Relaties:
o Taal en rekenen: Rekendomeinen:
9 Meetkunde: oppervlakte, figuren
9 Meten en metend rekenen: inhoud, lengte
9 Getallenkennis: dubbel, de helft, 5 meer
9 Hoofdrekenen
9 Toepassingen: vraagstukken
9 Cijferen
o Lezen + spellen en rekenen
Ongeveer dezelfde basisvoorwaarden die ten grondslag
liggen om tot lezen en spellen te kunnen komen. Liggen ook
ten grondslag om tot rekenen te komen.
Auditieve Basisvoorwaarden:
9 Intellectueel vermogen/IQ
9 Aandacht
9 Concentratie
9 Taalontwikkeling
9 Auditief kortetermijngeheugen (belangrijk bij
hoofdrekenen, vasthouden van tussenstappen)
o Intelligentie en rekenen
2
, Ja, maar meer nog dat het geval is bij lezen en spellen. Is de
intelligentie een voorspellende factor voor het al dan niet
kunnen rekenen. Hiermee wordt bedoeld dat kinderen met
een handicap er enigszins inslagen om te kunnen lezen,
maar niet in rekenen. Van daar dat rekenen per definitie
abstracter is dan lezen. (boom bij lezen) 3+4 vraagt een
groter abstractievermogen.
o Kleuteronderwijs en rekenen
Er is zeker een verband. Kleuteronderwijs is van
doorslaggevende aard bij kinderen met secundaire
leerproblemen. Zo kan je het rekenprobleem enigszins gaan
inperken.
Wat betekenen voor jou rekentekens als ‘3’ of ‘+’ of ‘=‘ of ‘3+4’ ?
o Dit zijn zeer abstracte rekentekens. Het inzien van het gelijk
aansteken kan doormiddel van een ‘weegschaal’.
Reeds contacten gehad met kinderen met dyscalculie?
1.1) Geen wereld zonder cijfers
9 Budgetbeheer/op tijd zijn/Tv-programma/wasmachine instellen
9 Diverse beroepen:
- Dyscalculie is geen 3-23 stoornis (die zich beperkt tot de
schoolleeftijd).
- Dyscalculie is geen 7 uur stoornis (die zich beperkt tot de
schoolleeftijd).
, Kunnen rekenen = bagage van kennis en vaardigheden die we op
school, straat en thuis leren.
Durven rekenen = durven de stap zetten om, op risico te falen.
Willen rekenen = de nood hebben om, behoefte te hebben om.
Rekenen gaat dus om welbevinden, betrokkenheid en competenties.
Durven en willen rekenen-juiste versus onjuiste gevoelens.
Juiste gevoelens zijn gevoelens die ervoor zorgen dat de problemen niet
vergroten en dat de problemen worden opgelost.
Onjuiste gevoelens zijn gevoelens die leiden tot verergeren van het
probleem (onjuist = buiten proportie).
1.3) Dyscalculie heeft veel gevolgen
9 Dyscalculie heeft ook in het secundair onderwijs en op volwassen
leeftijd gevolgen.
9 40 tot 80% van jongeren met leerstoornis ontwikkelt ook
gedragsproblemen.
9 Invloed op zelfbeeld
9 Invloed op totale gezin functioneren.
Leerdoel:
9 Kunnen het belang van deze cursus voor je opleiding/latere beroep
verantwoorden.
Hoofdstuk 2: Psychologische stromingen over
rekenen en rekendidactiek
2.1) Historisch overzicht
a. Historische voorlopers van meer recente stromingen vinden we
terug in de denkpsychologie en de gestaltpsychologie.
b. De denkpsychologie kende vooral aanhangers in Duitsland:
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper logostudentambi. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,19. Je zit daarna nergens aan vast.