100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting examen Natuur & Landschap €11,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting examen Natuur & Landschap

 16 keer bekeken  0 keer verkocht

Een complete samenvatting van de syllabus + alle powerpoints. hoofdstukken die aan bod komen zijn: - klimaat & vegetatie - landschappen in België -geomorfologie (+ uitleg examenvraag: "het uitleggen van ontstaan van bergketens") -landschapsvormen

Voorbeeld 3 van de 29  pagina's

  • 6 februari 2022
  • 29
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
AnnabelleAchten
Samenvatting “Natuur & Landschap”
Examen januari 2022


Hoofdstuk 1: Klimaat en vegetatie

Klimaat & weer
Het klimaat
 Is het gemiddelde weer van een groot gebied (gemeten over een tijdsspan van 30 jaar)
= Het langetermijngemiddelde van weersomstandigheden met inbegrip van
seizoenschommelingen
 Een klimaattype staat min of meer vast
Het weer
 Is de toestand van de atmosfeer op een bepaald moment (in een klein gebied)
 Wordt gemeten op korte termijn
 Veranderd constant

Klimaatfactoren
De belangrijkste factoren die het klimaat bepalen zijn:
 Geografische breedte  Hoe dichter bij de evenaar hoe warmer, hoe dichter bij de polen
hoe kouder
 Wind- en zeestromen  voeren warme, koude, droge of vochtige lucht aan
 Ligging t.o.v. water  water koelt trager af en warmt trager op dan land
 Reliëf  gebieden kunnen beschut worden door gebergten

Geografische breedte:
Breedte- en lengteligging
 De evenaar of equator is de lijn die de aarde in “twee gelijke delen” verdeelt
o N = Noordelijk halfrond
o Z= Zuidelijk halfrond
 Breedtecirkels = alle cirkels die evenwijdig aan de evenaar lopen
 Lengtecirkels (of meridianen) = lijnen die de twee polen met elkaar verbinden
 De geografische lengte geeft de afstand van een plaats tot de nulmeridiaan aan
(=denkbeeldige lijn die van de noordpool over Greenwich gaat)
o Ten oosten van deze lijn?  Oosterlengte
o Ten westen van deze lijn?  Westerlengte
o Bv: Brussel is gelegen op 50° 51’ noorderbreedte


Tijdszones via UTC
(Universal Time Clock)




1

,Zonne- energie
 Het klimaat wordt deels bepaald door de breedtegraad + ten opzichte van de evenaar en de
keerkringen
o Hoe dichter bij de evenaar = hoe warmer (zonnestralen aan de evenaar vallen recht
op de aarde)
o Hoe dichter bij de polen = hoe kouder (koudste plekken: Noordpool, Zuidpool)

Omdat aan de polen de zonnestralen schuin
invallen ten opzichte van het oppervlak
(omdat de aarde een bol is) zal een even
grote hoeveelheid aan zonnestralen aan de
polen een veel groter oppervlak moeten
verwarmen

Het zonlicht is er dus minder
geconcentreerd, waardoor het kouder is.

 Zonne- energie heeft dus een belangrijke invloed op het klimaat: de 3 klimaatgordels zijn
o De polaire gordel (koude klimaten)
o De gematigde gordel (gematigde klimaten)
o De intertropengordel (warme klimaten)

Seizoenen
 Jaarlijks maakt de aarde een elliptische baan rond de zon  aardrevolutie
o Hierbij staat de aarde niet loodrecht op haar as: maar in een hellingshoek van circa
23,5°  Die combinatie van de hoek die de aardas met haar baan rond de zon
maakt, verklaart de seizoenen
o Seizoenen kunnen dus gezien worden als jaarlijks terugkerende
klimaatschommelingen
 23,5° noorderbreedte = Kreeftskeerkring (KKK)
 23,5° zuiderbreedte = Steenbokskeerkring (SKK)
o Tussen de keerkringen (= de tropen) zijn er geen seizoenen  er zijn het hele jaar
door enkel droge en natte periode
o Op 21 juni staat de zon loodrecht boven de Kreeftskeerkring = zomerzonnewende
o Op 21 december staat de zon loodrecht boven de Steenbokskeerkring =
winterzonnewende

Conclusie
 De zon warmt de aarde niet gelijkmatig op:
o De poolgebieden zijn het gehele jaar kouder dan de plaatsen gelegen aan de evenaar
(= effect van breedteligging op de temperatuur)
o Er zijn ook seizoenale verschillen
(= door verschillen in de hoeveelheid invallende zonnestralen)
o De verdeling van land en water
(= water warmt trager op dan land)
 De natuur zoekt dus herstel:
o Windstromen
o Zeestromen
o Zwaartekracht



2

, Windstromen
 Door de grote opwarming van de aarde ter hoogte van de evenaar, stijgt de warme lucht bij
de tropen op
o Op plaatsen waar het aardoppervlak meer opwarmt, wordt de lucht erboven ook
warmer
 Zo’n warme luchtbel zet uit en stijgt op
o Er ontstaat op zo’n plaats een gebied van lage druk
(depressie)
 Uiteindelijk zal deze afgekoelde lucht terug naar het
aardoppervlak zakken
o Op zo’n plaats vormt er zich een hogedrukgebied of
anticycloon
 Ter hoogte van de 60ste breedtegraad vinden we een vrijwel
permanente lagedrukgordel
 Aan de polen is er een hogedrukgebied

Termen
 Atmosferische (lucht)circulatie = verplaatsing op grote schaal van lucht binnen atmosfeer
 Luchtdruk = druk die de lucht uitoefent op het aardoppervlak
 Wind = lucht die zich verplaatst van H > L (voor transport energie en luchtvochtigheid)
 Aardrotatie = de aarde draait in 24 uur tegenwijzerzin rond haar eigen as (= dag/ nacht)

Het Coriolis- effect
 Het Coriolis effect ontstaat door aardrotatie (= de omwenteling die
de aarde dagelijks aflegt rond haar eigen as)
 Alles wat op de aarde beweegt, krijgt een afwijking door die rotatie
o Op het N- halfrond loopt de afwijking naar rechts
(NO- passaatwinden)
o Op het Z- Halfrond loopt de afwijking naar links
(ZO- passaatwinden)
o Dit verklaart de passaatwinden die voorkomen aan de
evenaar  In het noorden naar rechts, in het zuiden naar
links


Zeestromen
 Oceanen warmen veel langzamer op en koelen langzamer af dan het vasteland  hierdoor
kunnen zeestromingen warm of koud water over grote afstanden rond de aarde
transporteren
 Zeestromen ontstaan:
o Doordat het water van de oceanen constant in beweging is door wind
o Door waterdichtheid (zout vs. Zoet)
o Door zonne- energie  onder invloed van de zon warmt het water aan de evenaar
op en zet uit en het verplaatst zich richting de polen (onderweg koelt het af)
 Op de polen beweegt water en lucht zich via een vast patroon: Op het N- halfrond
naar rechts, op het Z- halfrond naar links

Termen
 Driften = ander woord voor zeestromen
 Thermohaliene circulatie = verplaatsing van warme en koude zeestromen op aarde


3

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper AnnabelleAchten. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €11,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75759 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€11,99
  • (0)
  Kopen