Samenvatting Nederland PW
Deel 2
Poëzie en vorm
Vormbegrippen bij poëzie:
- Vers = een regel in een gedicht
- strofe = verzen die samen horen; tussen de strofen heb je meestal een witregel
- refrein = gelijke versregels die terugkomen
Gedicht dat niet rijmt = vrij vers
Belangrijke soorten eindrijm:
-een gepaard rijm (AABB) bv.: koud, bout, zei, mij
-een gekruist rijm (ABAB) bv.: bont, bal, rond, val
-een omarmend rijm (ABBA) bv.: rillen, vaak, raak, gillen
Stijlfiguren:
-het beginrijm / alliteratie = gelijke beginmedeklinkers bv.: de kleppende klipper
- het binnenrijm = rijmen binnen dezelfde vers bv.: de bomen die tot de hemel lijken te komen
-assonantie: klinkers in woorden klinken hetzelfde, maar de medeklinkers verschillen
bv.: het klare water
-enjambementen: een zinsdeel loopt verder over het einde van de versregel heen
Ik heb een schoon kasteel
gezien, omstormd door ou-
de rozen. Rijp was reeds
de zomer toen en ’t blauw …
Beeldrijke taal:
-vergelijking: met ‘lijkt’ of ‘is als’ of ‘alsof’
-metafoor: een beeld zonder vergelijkingswoord bv.: ‘een tsunami van nieuwe voorschriften'.
-personificatie: een verpersoonlijking, je kent menselijke eigenschappen toe aan dingen of abstracte
begrippen
-synesthesie: je vermengt de indrukken van twee zintuigen
-symbool: je verwijst naar een abstract begrip met een sprekend ding
Literaire genres
Triviaallectuur (=pulp): voorspelbaar, één verhaallijn met één interpretatiemogelijkheid, actie en
spanning staan centraal, geen speciale aandacht naar taal
Literatuur: verrassend, vernieuwend, onvoorspelbaar, happy end niet noodzakelijk, stijl en
taalgebruik heel belangrijk, meer impact, ernstiger genomen door critici
Literaire genres:
- adolescentenroman: sluit nauw aan bij leefwereld jongeren en kinderen, herkenbaarheid voor
lezers, typische omgevingen gezin/school/maatschappij, eenvoudig taalgebruik, identificeren met
personage
- sciencefiction: wetenschap grensverleggend, vaak een waarschuwing in verscholen
- historische roman: gebaseerd op historische feiten/historische personen, aangevuld met fictionele
elementen
, -oorlogsroman: soort historische roman, oorlog vormt de setting
-dierenverhaal: dieren spelen de hoofdrol, vaak krijgen ze geen echte namen, stereotiepe rollen
Deel 3
De column
Een column is een korte, luchtige tekst die in de meeste kranten en tijdschriften op een vaste plaats
staan. De columnist geeft zijn -dikwijls ongezouten- visie op uiteenlopende, meestal actuele
onderwerpen of gebeurtenissen.
Modaliteit = de houding die je als spreker of schrijver aanneemt ten opzichte van wat je zegt.
Soorten modaliteit:
-Werkelijkheidsmodalitiet: je drukt als spreker/schrijver een van de volgende houdingen tegenover
de inhoud uit
° zekerheid: je bent zeker van de inhoud
°onzekerheid: je hebt twijfels over de inhoud
° niet-werkelijkheid: je geeft aan dat iets niet gebeurd, hoewel het wel had moeten gebeuren
-wensmodaliteit: je drukt als spreker/schrijver de hoop, wens, verlangen uit dat wat je zegt/schrijft
zal gebeuren. Bv.: bevel, toestemming, gebod, verbod, …
-gevoelsmodaliteit: je drukt als spreker/schrijver een gevoel uit (spijt, medelijden, tevredenheid)
tegenover de inhoud
-modaliteit uitdrukken: enkele middelen om de soorten modaliteit uit te drukken
°lichaamstaal, intonatie, toonhoogte en volume in gesproken taal
°modale hulpwerkwoorden bv.: kunnen, schijnen, willen, …
°modale bijwoorden bv.: misschien, waarschijnlijk, absoluut, gelukkig, …
°tussenwerpsels bv.: och ja, helaas, pfff, …
°leestekens, nadruktekens en lay-out bv.: DOE HET! Natúúrlijk weet je wéér van niets!
°tijd van het werkwoord bv.: Was hij maar niet gestorven
°werkwoorden die hoop, verlangen, vermoeden en twijfel uitdrukken bv.: hopen, betwijfelen
De mythe en de fabel
Moderne mythe = is een verhaal dat je gelooft om iets onverklaarbaars toch te begrijpen, in deze
verhalen duiken aliens op of speelt het paranormale een grote rol.
De hedendaagse wereld kent ook andere mythen: mensen die door hun kwaliteiten goddelijke
eigenschappen toebedeeld krijgen en bijna als goden vereerd worden.
Soms bedoel je met een mythe ook een verzonnen verhaal, een praatje zonder grond.
Een mythe is een volksverhaal dat:
-Goden, halfgoden en helden uit het verleden in de hoofdrol heeft
-Behoort tot een bepaalde cultuur
-Mondeling overgeleverd en pas later opgeschreven werd
-Angsten en antwoorden op levensvragen verwoordt
-Een gebruik of een natuurfenomeen wil verklaren
-Heel vaak wekt de mens de boosheid van de goden op, resultaat is gestraft worden
1)het zwaard van Damocles = een gevaar dat iemand die voorspoedig of gelukkig is, bedreigt
2) een tantaluskwelling = iets heel graag willen maar het (net) niet kunnen verkrijgen, het blijft
onbereikbaar
3) iets met argusogen bekijken = iets wantrouwend bekijken, iets nauwlettend in de gaten houden