SAMENVATTING
KWALITATIEVE METHODEN
Jane doe
2019 -2020
,Uitgangspunten
Wat is kwalitatief onderzoek
“ any type of research that produces findings not arrived at by any statical procedures or other means
of quantification” (Strauss & Corbin, 1998)
=> negatieve definiëring
• Klassieke benaderingen zijn niet geheel correct of volledig
▪ Verwijzing naar het soort gegevens waarmee men werkt
o Cijfers = kwantitatief
o Niet cijfermatige gegevens = kwalitatief ?
▪ Verwijzingen naar de schaal van het onderzoek
o Grootschallig en/of representatief = kwantitatief
o Kleinschalig = kwalitatief?
▪ Verwijzing naar welbepaalde technieken van dataverzameling
o Diepte-interviews, focusgroep-interviews, participatieve observaties, analyse van
persoonlijke documenten,…
Het verschil tussen kwantitatief en kwalitatief zit niet enkel in HOE je zaken onderzoekt maar ook
van WAT je onderzoek
“ kwalitatieve onderzoeksmethoden worden gebruikt om de aard van sociale verschijnselen te
onderzoeken. Dit houdt in dat kwalitatief onderzoek zich voornamelijk bezighoudt met de
eigenschappen, de gesteldheid en het karakter van verschijnselen als interacties, situaties,
groeperingen, problemen,…” (Maso, 1987)
Kenmerken kwalitatief onderzoek
Kenmerk 1: doel en vraagstelling
dagelijkse werkelijkheid centraal stellen
=> proberen begrijpen en vatten van bepaalde elementen => what’s the meaning
• Wiens betekenisgeving is belangrijke
▪ Onderzoek (outsider, etic) of de onderzochten (insider, emic)
niet jezelf als onderzoeker centraal stellen maar de persoon die je onderzoekt moet centraal
staan in de onderzoek
=> onderzoeker = outsider
o Je moet jezelf proberen in de schoenen van de andere te stellen
o Evenwicht zoeken tussen het zijn van zowel de insider als de outside
▪ Belang van de invloed van het eigen wereldbeeld => paradigma
o Het eigen wereldbeeld jan het onderzoek beïnvloeden
o Doel: combineren van het positivisme en het constructivisme
=> loslaten van de eigen werend maar toch alles niet enkel rationeel proberen te
begrijpen
,• Mortelmans: “Transcendentale realiseren”
= sociale fenomenen bestaan in ons brein en er los van
<= => positivisme: de wereld bestaat los van het brein
<= => constructivisme: de wereld bestaat enkel in ons brein
Andere vragen
NIET: hoe vaak, hoe sterk is dit verband,… => duidelijk op cijfermateriaal
WEL: Hoe zijn sociale processen? Hoe komt het dat men die betekenis geeft?
=> complexe thema’s in kaart brengen en hier inzicht in zoeken
=> Welke complexe thema’s, interacties zou je kunnen onderzoeken
=> Wiens interacties en betekenisgevingsprocessen zou je moeten leren kennen?
Kenmerk 2: onderzoeksdesign
• Flexibel: plan is noodzakelijk maar open voor verandering
▪ Je dient voor je begint aan de onderzoek grondig na te denken en een plan op te stellen. Dit
onderzoeksplan of design in flexibel en staat open voor verandering en aanpassingen
▪ Nadat je tot inzichten komt ga je je verder verdiepen in bepaalde groepen en ga je
elementen aanpassen => nieuwe gegevens stuur je plan bij
▪ <= => kwantitatief onderzoek => geen flexibiliteit
• Gericht op natuurlijke omgeving: context en betekenisgeving wederzijds beïnvloede factoren
▪ Onderzoek wordt uitgevoerd in een zo natuurlijk mogelijke omgeving voor de respondenten
• Holistisch begrijpen van de context: systematisch, allesomvattend, geïntegreerd
▪ Mogelijkheid om de complexiteit een plaats te geven binnen je onderzoek
▪ Samenhang der dingen toch zichtbaar houden
▪ Specifiek op bepaalde elementen dieper ingaan
Kenmerk 3: dataverzamelingsmethode
• Uitgebreid gamma methoden
• Vaak meerdere methoden, maar één dominant
=> onderzoek is vaak een combinatie van verschillende methoden
• Gebruik methoden flexibel
• Vaak intens en/of langdurig contact met het veld
• Balans betrokkenheid en afstand nemen
• Iteratief verzamelen en analyseren
▪ Na 1 interview analyseren en nieuwe inzichten bekijken zodat e kan uitbreiden bij je
volgende interviews => wat beter doen, anders, dieper op ingaan,…
=> welke antwoorden, nieuwe inzichten,… => aanpassingen bekijken
, Kenmerk 4: analyse
• Eerder op basis van tekens
▪ Maar cijfers of ander bewijsmateriaal kan zijn helpen (filmpje, foto,…)
• Doel is betekenis achterhalen
• Processen staan centraal
• In diepte te begrijpen en niet statistisch representatief
▪ Waarom is dat zo? Hoe wordt dat gezien?
Hoe wordt er in kwalitatief onderzoek aan analyse gedaan?
<= => statistische procedures
= zoeken naar inzichten in betekenisgeving
• Stap 1: verstehende methode (Weber): ‘Role Taking‘ (Mead)
= het vermogen om je te verplaatsen in de positie van het individu of groep
▪ je verplaatsen in de schoenen van de andere in een bepaalde situatie
=> waarom heeft iemand iets gezegd, gedaan,…
• stap 2:
▪ verder gaan dan ‘inner-perspective’ op sociale werkelijkheid
▪ door te categoriseren in begrippen zoals onder andere Grounded theory, bestaande
theoretische en conceptuele kaders toe te passen als bril
o welke structuren, patronen kan je terugvinden
o zowel met insider als outsider uitzicht begrijpen en onderzoeken
Kenmerk 5: rapportering
• onderzochten worden betrokken
▪ feedback op resultaten, vorm van kwaliteitscontrole
▪ nog meer focus op betekenisgeving
=> betrokkene kan ook een bepaalde invloed hebben op de ondervraagde
=> zo zorg je ervoor dat je niet te veel op jezelf projecteerd
• zoveel mogelijk context van het geheel
▪ niet zo compact mogelijk werken maar het materiaal laten spreken
▪ gebruik van foto’s, tekeningen => begrijpen van de context
• invloed van de onderzoeker geëxpliceerd
▪ eigen achtergrond, wereldbeeld meegeven
▪ ook nadenken en schrijven over eigen emoties en achtergrond perspectief
=> hoe kan dit invloed hebben op het gene dat nu wordt gerapporteerd
=> ik ben me bewust van mijn visie op …