Dit is een samenvatting van werkterreinen met een antwoord op alle te kennen vragen van het vak. Andere theorie is niet opgenomen.
Ik had een 15/20 op mijn examens met deze samenvatting.
Hoe is de welvaartstaat geëvolueerd sinds de industriële revolutie & invloed op SW
Vroeger:
• Slechte werk & woonomstandigheden
• Geen sociale zekerheid & vangnetten
• SW was liefdadigheid
Vanaf eind 19de eeuw begin 20ste eeuw:
• Meer universele initiatieven (kinderrecht – 8 uren werken – stemrecht)
• Start professionele inzet SW à Huisbezoeken – pedagogie - …
Na WO2: Opkomst verzorgingsstaat:
• Overheid betrokken op sociale problemen
Þ 1948: UVRM
Þ Sociale rechtvaardigheid & gelijkheid – Recht menswaardig bestaan
• Solidariteit: Sociale zekerheid uitbouwen & sociale bijstand als vangnet
• Focus maatschappelijk dienstverlening & ondersteuning
Þ VB. OCMW-wetgeving: Recht menswaardig bestaan
Evolutie welvaartsstaat:
• Na golden sixties ook economische regressie
• Kritiek op afhankelijkheidsdynamieken / wat met individuele verantwoordelijkheid?
• Investeringspolitiek:
Þ mensen uit kwetsbaarheid halen door hen aan werk te zetten
Þ Sterkere focus op actieve inbreng en participatie cliënten
à Sociaal werk sterkere inzet op activering en werk, betrokkenheid en participatie, buurtprojecten
gericht op activering...
Kernbegrippen
Cliënt: De persoon waarmee de hulpverlener aan de slag gaat, waarmee je in proces gaat. De cliënt maakt
gebruik van hulp / dienstverleningsaanbod.
Cliëntsysteem: Cliënt & directe omgeving die betrokken zijn die een wederzijdse beïnvloeding hebben op
elkaar.
Intake: Wederzijds proces van informatie-uitwisseling met als
• Doel: Kan cliënt al dan niet ondersteund worden in organisatie of wat zijn andere mogelijkheden.
Wat is de beste manier om samen in proces te gaan.
• Info, advies, oriëntatie/onderwijs
,Ambulante zorg • Geen opname
• Hulpverlener gaat bij de CL aan huis
Residentiele zorg • Opname
• Zorg / aanbod binnen een instelling, ziekenhuis.
Semi-residentiële zorg Vb. Dagopname
Generalistisch werken • Ruime blik op de mens vanuit verschillende invalshoeken.
• Zorg is gericht op verschillende levensdomeinen.
Specialistisch werken De zorg richten op specifieke doelgroepen / problematieken.
Outreachend werken • Grote stap naar hulpverlening, uitreiking naar mensen die hulp nodig hebben.
• Welzijnsaanbod naar belanghebbenden brengen. Bv. OCMW, jeugdhulp.
Subsidiariteit • Je gaat vertrekken uit de minst ingrijpende principe / strategie.
• Maximale inschakeling van capaciteiten cliënt.
Participatie • Shift in denken welzijnswerk: minder aanbod gestuurd, meer vraag gestuurd
• Mondige cliënt
• Behoeftegericht à Samen op weg
Wat zijn de verschillende lijnen?
0de lijn: Zelfzorgmiddelen, mantelzorg ( hulp binnen de familie, buren, naaste kringen) , zelfhulproepen
( organisaties van groepen met hetzelfde problemen AA ) à weinig input van professionele hulpverlener
1ste lijn: Generalistisch
2e lijn: Ambulant, specialistisch (welbepaalde vorm van hulpverlening voor welbepaalde problemen vb
centra voor geestelijke gezondheidszorg)
3e lijn: Residentieel & categoriaal
4e Lijn: Categoriaal en residentieel
, Armoede & maatschappelijke kwetsbaarheid
Gekleurde armoede: Migranten
Generatie-armoede: Mensen die niet uit de armoede geraken en dit doorgeven aan kinderen.
KANSARMOEDE
Kansarmoede is een toestand waarbij mensen beknot worden in hun kansen om voldoende deel te
hebben aan maatschappelijk hooggewaardeerde goederen, zoals onderwijs, arbeid, huisvesting. Het gaat
hierbij niet om een eenmalig feit, maar om een duurzame toestand die zich voordoet op verschillende
terreinen, zowel materiële als immateriële.
Wat zijn de criteria van Kind & Gezin?
• Beschikbaar maandinkomen
Þ Leefloon/werkloosheidsuitkering
Þ Inkomen (min schulden) lager dan inkomen
Þ Onregelmatig maandinkomen
• Opleiding ouder(s)
Þ Minder of gelijk aan lager onderwijs
Þ Ouder volgde enkel beroepsonderwijs
Þ Ouder is analfabeet
Þ Ecologisch gedachtengoed Þ Sociale restaurants
Þ Sociale tewerkstelling à Goedkope maaltijd
Þ Bedeling/voedselbank
Þ Sociale kruideniers
à Mensen kunnen kiezen en
ontmoetingsmogelijkheid
2. HUISVESTING / WONEN
Gebrek aan betaalbare en kwaliteitsvolle woningen voor kwetsbare doelgroepen
à Moeilijkheden met verkrijgen woning:
• Kunnen vaak nodige papieren niet direct voorleggen
• Kunnen waarborg niet betalen
• Niet juiste naam – discriminatie
Moeilijkheden na krijgen woning:
• Kiezen 1ste dat ze aangeboden krijgen (hoe slecht ook)
• Houden weinig over van inkomen (zie vb gezin dat leeft van leefloon) – besparen op andere
zaken: gezondheidszorg, energie, vrije tijd..
• Slechte kwaliteit woningen = goedkoper, maar vaak omgekeerd effect op energiefactuur
• Tocht, schimmel à Gezondheidsproblemen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper SarahLansens. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,39. Je zit daarna nergens aan vast.