Dit zijn schema's gebaseerd op mijn samenvatting van ontwikkelingspsychologie in het 1ste jaar ortho aan de HoGent. Ik heb deze schema's gemaakt omdat dit makkelijker studeren was dan enkel de samenvatting.
Ik behaalde op mijn examen 17/20.
COGNITIEVE ONTWIKKELING
HOOFDSTUK 4: DE BABYTIJD HOOFDSTUK 5: DE PEUTERTIJD
Piaget!!! belangrijke elementen zijn theorie: Pre-operationeel stadium
Geïnternaliseerde handelingen/ denkoperaties = gedachten - Symbolisch denken
Cognitieve structuur/ denkstructuur (schema’s) = geheel van denkoperaties - Ontstaan vermogen redeneren
o Tijdens groei = vernadering organisatie v kennis & inzicht - Gebruik begrippen neemt toe
ontwikkelen van steeds nieuwe structuren - Innerlijke representatie = beter & minder afhankelijk v directe
o Organisatie = proces van onderling verbinden van oorspronkelijk aparte activiteiten om de wereld te kunnen begrijpen
thema’s - Symboolgebruik = vermogen om een mentaal symbool, woord of object
Rijping = veranderingen in denken voltrekke zich vanzelf, mits de omgeving te gebruiken om iets weer te geven of te vervangen dat niet fysiek
genoeg stimulans biedt aanwezig is
Cognitieve conflicten = verschillen in ervaringen w- kinderen gedwongen om hun
denkstructuren uit te breiden of aan te passen Denkfouten conservatieproef
Conservatie = het inzicht dat kwantiteit niet gerelateerd is aan de opstelling & de
Hoe ontstaan nieuwe denkstructuren: 3 hoofdbegrippen uiterlijke verschijningsvormen van objecten
1. Assimilatie = toepassen van bestaande kennis om nieuwe ervaringen te begrijpen - Centratie = onvermogen van jonge kinderen om zich op meer dan 1
en in te voegen in bestaande denkstructuren aspect ve stimulus te concentreren
2. Accommodatie = proces waarbij denkstructuren worden aangepast aan de - Irreversibel denken = de mogelijkheid om op een mentaal niveau terug
realiteit te keren naar de oorspronkelijke toestand
1&2 = adaptatie = het denken past zich aan de omgeving aan en bij die aanpassingen houdt - Statisch gericht denken = geen transformatie kunnen maken
het rekening met de reeds verworven inzicht & begrip o 3bergen experiment
3. Equilibratieproces = doordat het denken zich aanpast aan de realiteit en de o Egocentrisme = onvermogen om zich in anderen te plaatsen
realiteit zich aanpast aan het denken ontstaat er een nieuw evenwicht
Klasse-inclusie experiment denkfout dat jonge kinderen maken wanneer het HOOFDSTUK 6: DE
Fasen in de ontwikkeling van het denken: een onderscheid moet maken tussen deel & geheel KLEUTERTIJD
1. Sensori-motorische baby Idem peuter visie van
2. Pre-operationeel peuter & kleuter Verwarring fantasie & werkelijkheid Vygotsky
3. Concreet- operationeel lagereschoolkind Typische kenmerken pre-operationeel denken:
4. Formele denkoperaties adolescent Antropomorfisme/ animisme = aan levensloze objecten dezelfde
Pre-operationele fase
eigenschappen geven als die het kind ook bij zichzelf ervaart
SENSORI-MOTORISCHE Fysiognomisch waarnemen = dingen lijken gezichten te hebben, vaak
Substadium 1: eenvoudige (ongecoördineerde) reflexen met dergelijke emotionele gelaagdheid
Substadium 2: eerste gewoonten & primaire circulaire reacties Artificialisme = alles wat kind denkt, lijkt door iemand te zijn gemaakt &
= schema’s die betrekking hebben op herhaling van interessante/ prettige dit w- aangedikt door verhaaltjes
reacties, gewoon omdat ze leuk zijn om te doen Finalisme = alles lijkt een bedoeling te hebben, dingen ontstaan n-
Substadium 3: secundaire circulaire reacties zomaar, ze zijn er steeds voor iets/ iemand
= schema’s die betrekking hebben op herhaalde acties die een gewenst resultaat Intuïtief denken = denken waarin tot uiting komt dat peuters/ kleuters
opleveren primitief redeneren en gretig kennis over de wereld verwerven. Willen
Substadium 4: coördinatie van secundaire circulaire reacties antwoorden op vele vragen
o Intentioneel gedrag o Fenomenalistisch causaliteitsdenken = geen oorzakelijke
o Objectpermanentie relaties leggen tss gebeurtenissen die zich toevallig of kort na
o Persoonspermanentie elkaar hebben voorgedaan
Substadium 5: tertiaire circulaire reacties o Vreemde associaties = rare associaties tussen dingen op basis
= het ontwikkelen van schema’s die betrekking hebben op de doelbewuste van een bepaalde gelijkenis
variatie van acties die tot gewenste resultaten leiden Magisch denken = kind denkt dat het een gebeurtenis, waar het normaal
Substadium 6: het begin van denken -> mentale representatie geen vat op heeft, kan beïnvloeden door een bepaalde handeling uit te
= innerlijke voorstellen van een gebeurtenis of object voeren of aan iets te denken
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper catoleus. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.