Biologische
antropologie
L. PAUWELS
Orfee Michels | 2020-2021
,AFSPRAKEN EN ALGEMENE
INLEIDING (LEZEN)
(zie extra document)
INLEIDING
1. Inleiding
Biologische antropologen houden zich bezig met de wetenschappelijke studie van de
mensheid.
- De mens is een biologisch wezen. De mens is een primaat en deelt een recente
afkomst met de levende mensapen.
- Biologische antropologen gebruiken in hun werk een centraal, verenigend geheel van
biologische principes, die werden neergeschreven door Charles Darwin.
- Biologische antropologie houdt zich vooral bezig met evolutionaire transformaties
van de afgelopen 6 miljard jaar: op het moment dat een aapachtige primaat op 2
benen begon te lopen (bipedaal) en iets anders werd: een mensachtige.
Geneticus Theodosius Dobzhansky: “Niets in de biologie is logisch behalve in het licht van de
evolutie.”
2. Antropologie en diens sub-velden
Antropologie: studie van de mensheid in al zijn vormen.
- Deze moet worden onderscheiden van alle andere disciplines die de menselijke
conditie bestuderen:
o Het kritische aspect van de antropologie dat het onderscheidt, is de
interculturele (cross-cultureel), holistische aard ervan.
Cross cultureel: we gaan niet enkel kijken naar de mens (en zijn
wereldbeelden, waarden en tradities) onder onze kerktoren, maar
we gaan een zeer holistisch beeld trachten te krijgen van de mens
zowel biologisch als cultureel.
- Cultuur differentieert mensen van andere dieren
o Cultuur = som van de aangeleerde tradities v/e groep mensen. (zoals taal,
religie, manier waarop men zich kleedt of welk voedsel men eet)
- Biologie produceert cultuur, maar cultuur kan de biologie beïnvloeden
o Bioculturele antropologie: wisselwerking tussen C en B
PAGINA 1
,Antropologie in de ‘4-field approach’
- M.a.w. er zijn in de algemene antropologie 4 grote sub-domeinen waarbinnen we de
complexe mens gaan bestuderen, nl.:
o 1. Biologische antropologie
= elke wetenschapper die ‘evolutie’ bestudeert in relatie tot de
menselijke sort
Zie 2.1 voor de verschillende sub-disciplines
o 2. Culturele antropologie
= de studie van menselijke samenlevingen, vooral in cross-culturele
context
Etnologie: volkenkunde
Etnografie: beschrijven van de levenswijzen van versch. volkeren
o 3. Taalantropologie/Linguïstische antropologie
= de studie van taal, diens geschiedenis en gebruik
Linguïstische vorm + linguïstische functie
Sociale context
Onderscheidt ons van andere niet-menselijke primaten.
Taal is universeel, maar welke taal u spreekt, is cultureel bepaald.
Dit is 1 v/die ‘human universals’
o 4. Archeologie
= de studie van de materiële cultuur van vroegere
volkeren/beschavingen.
Artefacten: Welke artefacten hebben zij nagelaten? Zoal versch.
werktuigen, vuistbijlen…
Materiële cultuur
Prehistorische archeologen
Historische archeologen
Nieuw: archeo-genetica
Prehistorische archeologie is a/h fusioneren met de
genetica.
Door de combi van genetica met archeologie zijn we in staat
om meer gedetailleerd te zeggen hoe oud bepaalde
vondsten zijn. = archeo-genetica
o (5. Toegepaste antropologie)
2.1. De reikwijdte van de biologische antropologie
De reikwijdte van biologische antropologie: veel breder dan studie van de primaten,
fossielen en hersenevolutie.
Biologische antropologie omvat een aantal verwante disciplines:
2.1.1. Paleoantropologie
PAGINA 2
,Paleoantropologie = De studie van de fossiele overblijfselen, wat we vinden van onze
voorouders en hun naaste verwanten (primaten).
- Paleoantropologie omvat ook de studie van het fossielenbestand van de andere
primaten (mensapen, apen en halfapen) die minstens 65 miljoen jaar oud zijn.
- Versteende overblijfselen: zijn het meest directe fysieke bewijs
- Onderzoek begint met veldwerk.
- Studie gebeurt in musea en universitaire labo’s.
- Als de fossiele overblijfselen toenemen, zien we hoe bijzonder de evolutionaire
geschiedenis van onze soort wel is.
2.1.2. Skeletbiologie en menselijke osteologie
Osteologie = de studie van het skelet
- Eerste taak bij het vinden v/e fossiel: uitzoeken wat voor soort dier het fossiel kan
geweest zijn.
- Osteologen beschikken over identificatievaardigheden en een scherp ruimtelijk
gevoel om een zeer gefragmenteerde reeks botfragmenten in elkaar te passen.
Antropometrici waren de eerste generatie biologische antropologen die gedetailleerde
metingen v/h menselijk lichaam in al z’n vormen, verrichtten.
Skeletbiologie = de studie van het skelet en de patronen en processen van menselijke groei,
fysiologie en ontwikkeling.
- Zeer belangrijk: om mensen, die zich voortbewegen op 2 benen (bipedalisme), wat
aanpassingen vereist a/h skelet, te bestuderen. Hiermee kunnen we bepalen hoe en
bepaalde voorouder is, leert ons van alles over de levenswijze, de soort en dergelijke
meer. Binnen de criminologie zijn dat de antropometrici die dat onderzoeken.
2.1.3. Paleopathologie en bioarcheologie
Paleopathologie en bioarcheologie =
- = de studie van ziekten in oude menselijke populaties
- = de studie van menselijke resten in archeologische context
- Gaan hand in hand met skeletale biologie
Bioarcheologen werken samen met archeologen die oude mensen opgraven om de effecten
van trauma, epidemieën, voedingstekorten en infectieziekten te bestuderen.
Als archeologen bewijzen vinden da een oude beschaving plots ingestort is, zal een
paleopatholoog de overblijfselen van de lichamen bestuderen op tekenen die wijzen op de
uitbraak v/e epidemie of lokale uitbraak v/e ziekte.
Het verschil tussen beide:
- Een paleopatholoog bestudeert specifiek ziektes op menselijke overblijfselen (bv
syfilis-sporen op beenderen)
- Bio-archeologen zijn in de eerste plaats archeologen en onderzoeken oude
samenlevingen en gebruiken daar biologische info bij.
- Het zijn beide deeldisciplines van de bio-antropologie, een steeds
multidisciplinairder wordend vakgebied.
PAGINA 3
, Door deze discipline van biologische antropologie kunnen we te weten komen hoe oud
bepaalde bacteria zijn.
2.1.4. Forensische antropologie
Forensische antropologie = de studie van de identificatie van skeletresten en van de wijze
waarop een individu stierf.
- Zowel historisch als strafrechtelijk onderzoek.
- Onderzoek naar oorlogsmisdrijven (genocide)
o Bv: de genocide in Rwanda… Er worden af en toe massagraven ontdekt, de
nazi’s…
- Moord, verkrachting…
- Zie afzonderlijk hoofdstuk
2.1.5. Primatologie
Primatologie = de studie van niet-menselijke primaten en hun anatomie, fysiologie, genetica,
gedrag en ecologie
- Niet-menselijke primaten worden bestudeerd omdat ze inzicht geven in hoe de
evolutie de menselijke soort gekneed heft
- Leert ons hoe niet menselijke primaten leven en hun voorouders.
- Primatologen bestuderen niet-menselijke primaten om versch redenen:
o De wens om meer te weten te komen over hun intrinsiek fascinerende
gedragspatronen.
o Om beter te begrijpen hoe evolutie de menselijke soort heeft gevormd.
Bv: “Lichaamsgrootte tussen M en V verklaren, hoe? Is dat een
resultaat van concurrentie tussen mannen in de prehistorie of
voorkeur van vrouwen voor lange mannen?”
Enkele bekende namen die deze discipline vorm gaven:
°Jane Goodall bestudeerde chimpansees en toonde aan dat zij ook gewelddadig kunnen zijn.
°Diane Fossey met haar gorillastudies
°Sapolsky is een Amerikaanse professor verbonden aan Stanford University.
- Hij is primatoloog en professor biologie, neurologie en neurochirurgie.
- Meer dan 30j wisselde hij laboratoriumonderzoek op het gebied van de
neurobiologie af met psycho-biologisch onderzoek naar bavianen in een nationaal
park in Oost-Afrika.
- Hij is de auteur van verschillende boeken: “Why zebras don’t get ulcers”, “The
trouble with testosterone”, “A primate’s memoir” en “Behave”
- Bestudeerde bavianen.
2.1.6. Menselijke biologie
Menselijke biologie = de studie van de menselijke groei en ontwikkeling, adaptatie aan
extreme omgevingsomstandigheden en menselijke genetica.
- Bestuderen van menselijke adaptatie
o “Hoe passen mensen zich aan extreme omgevingsomstandigheden aan?”
o Bv.: wat zijn de gevolgen voor kinderen die opgroeien in het Andesgebergte,
op 4270 m hoogte?
- Andere menselijke biologen werken als voedingsantropologen: voedingsantroplogie
PAGINA 4