Les 1: Neurologisch onderzoek en alarmtekens
1. Neurologisch onderzoek en semiologie
1.1. Geen doel maar middel
Op basis van
- Anamnese
- Klinisch onderzoek
- Differentieel diagnose
- Bijkomende onderzoeken
Komen tot
- Waar is het letsel gelokaliseerd?
- Wat is het letsel? Welke ziekte?
- Wat kunnen we er aan doen?
1.2. Anamnese
Gesprekspartner
- Ouders
- Kind
Antecedenten
- Persoonlijke antecedenten:
- Zwangerschap en geboorte (complicaties, vroeggeboorte, zuurstoftekort?)
- Andere medische info
- Ontwikkelingsanamnese en schoolse evolutie
- Familiale antecedenten
- Medisch
- Psychiatrisch
- Consanguiniteit
Ontwikkelingsanamnese en schoolse evolutie: motorisch (welke hobby’s, wanneer kon het kindje zitten, staan, lopen, springen, kon het
kindje vroeger dingen die hij nu niet meer kan?), taal (eerste woordjes, taalbegrip, …) en we vragen ook altijd na waar het kindje graag mee
speelt want geeft ons ook een idee over het cognitief functioneren. Ook of kindje al is blijven zitten, … Familiale antecedenten: bloed-
verwantschap, want maakt de kans op recessieve overerving groter.
Hoofdklacht
- Wat is de klacht van het kind of de bezorgdheid bij ouders?
- Aanvang klachten: leeftijd // acuut – subacuut – chronisch
- Evolutie klachten: stationair (stabiel) – evolutief (traag of snel) – intermittent (episode, aanvalsgewijs?)
In de pediatrie komen bepaalde aandoening veel meer/minder voor op een bepaalde leeftijd. Dus leeftijd helpt ons goed!
Algemeen
- Voeding en slaap
- Zien en horen
- Schools functioneren
- Context gerelateerde factoren / ingrijpende gebeurtenissen
- Medicatiegebruik
, 1.3. Algemeen fysiek onderzoek
- Parameters
- Lengte – gewicht – hoofdomtrek (klein/groot kan ev. te maken hebben syndromaal/metabole aandoening): CURVE
- Vorm van het hoofd (craniosynostose, asymmetrie…)
- Dysmorfismen (preauriculaire tag, syndactylie, unieke handplooi)
- Huidafwijkingen (café au lait spots, hypomelanotische maculae…)
- Skeletafwijkingen (kyfose, scoliose, holvoeten, klompvoeten,…)
- Verhemelte en uvula
- Hart- en longauscultatie
- Organomegalie (Lever? Milt?) => stofwisseling, metabool
- Genitaliën
Hoofdomtrek curve is belangrijk bij kids! Als het hoofd snel groeit, moeten we ook denken aan verhoogde druk in de hersenen,
microcephalie. Ook de vorm van de schedel is belangrijk.
1.4. Neurologisch onderzoek
Nagaan functies van
- Cerebrum
- Cerebellum
- Hersenstam
- Ruggenmerg
- Voor- en achterwortels
- Plexus
- Perifere zenuwen
Aandachtsgebieden
- Hogere functies
- Hersenzenuwen
- Motoriek
- Sensibiliteit
- Reflexen
- Coördinatie
- Autonome functies
1.5. Neurologisch onderzoek bij het kind
- Kindvriendelijke omgeving
- Materiaal aangepast aan de leeftijd
- Observatie en home video’s <-> gericht opdrachten laten uitvoeren (afhankelijk van de leeftijd en het cognitief functioneren)
, 1.5.1. I. Zuigeling
- Biometrie
- Observatie en inspectie
- Algemeen voorkomen
- Houding, tonus (= spierspanning in rust, kunnen we passief testen) en spontane bewegingsactiviteit
- Rugligging
- Buikligging
- Tractie naar zit
- Verticale ophanging
- Horizontale ophanging
- Ventrale suspensie (Landau)
- Hersenzenuwen (observatie huilen, zuigen, slikken)
- Pupillen (lichtreactief, symmetrisch, miose/mydriase)
- Oogbewegingen (vanaf 4 weken beginnen kindjes al te fixeren op een voorwerp)
- Faciale symmetrie
- Primitieve reflexen
- Peesreflexen
Observatie in rugligging
Er is een flexiehouding van de ledematen: voetjes zijn opgetrokken, armpjes in flexie, vuistjes. Mooie
normale flexiehouding.
Tegen 2-3 maanden openen de handjes en gaan de armpjes ook meer uit elkaar. Beentjes liggen
open. Kikvors houding. Hypotone houding, armpjes komen niet boven de matras (~ zwaartekracht).
Dit is een kindje met SMA (spierziekte).
In ruglig kijken geeft dus al heel wat informatie!
Horizontale ophanging
We leggen het kindje horizontaal op de arm en we kijken of het kindje de horizontale houding kan
behouden. Vanaf 3-5 maanden zou het moeten lukken!
Bij dit kindje lukt het niet om zich op te richten.
, Tractie tot zit
Kan het kindje zijn hoofdje oprichten? Normale reactie van een baby van 3 maanden: hoofdje mooi
in de middellijn, armpjes komen in flexie, beentjes in flexie, goede tonus, goede reactie voor tractie
tot zit.
Hier blijft het hoofdje duidelijk hangen (head lag), armpjes en beentjes oefenen geen weerstand uit.
Ook hier is het nog moeilijk.
Verticale ophanging
We nemen het kindje vast onder de oksels en dan kijken we of het kindje door weerstand te geven
zich kan rechthouden. Kindje kan zich mooi rechtop houden.
Kindje glipt erdoor, omdat de tonus te laag is.
Spiertonus