100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Allergologie Chronische aandoeningen €7,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Allergologie Chronische aandoeningen

 189 keer bekeken  13 keer verkocht

allergologie Chronische aandoeningen

Voorbeeld 4 van de 46  pagina's

  • 17 februari 2022
  • 46
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (18)
avatar-seller
lollenGNK
Allergie – Rik Schrijvers
DEEL 1. Allergie

H1) Het immuunsysteem en allergie

 Immuunsysteem beschermt ons tegen pathogenen en evt. Ontaarde lichaamseigen cellen (maligniteiten)
 Aangeboren en verworven immuunsysteem:
 Maakt onderscheid tussen lichaamseigen en lichaamsvreemde producten + gevaarlijke en ongevaarlijke Ag
 Aangeboren:
o Receptoren die vaststaande patronen in lichaamsvreemde moleculen kunnen herkennen: immuunrespons
o Fagocyten, mastcellen, complement, huid en slijmvliezen
 Verworven:
o Immuunrespons t.o.v. lichaamsvreemde producten die we in loop van ons leven tegenkomen door
aanmaak van Ag-specifieke As (IgM, IgG, IgA, IgE) door B-cellen of Ag-specifieke TCR op T-cellen
o Geheugenfunctie: bij herexpositie sneller en adequater immuunantwoord



1.1 Immuunziekten

 Kan aanleiding geven tot immuundeficiëntie, auto-immuniteit, auto-inflammatie of allergie
 Immuundeficiëntie:
 Als immuunsysteem faalt in of afwezig is voor een of meerdere componenten
 Gevolg:
o Hogere kans op infecties
o Soms: verhoogde kans op auto-immuniteit, allergie, maligniteiten of auto-inflammatie
 Aangeboren (primaire immuundeficiëntie) of verworven (door HIV of gebruik van immunosuppressiva)
 Auto-immuniteit: verworven immuunsysteem reageert op lichaamseigen Ag (auto-antigenen)
 Auto-inflammatie:
 Bepaalde cascades in immuunsysteem continu actief terwijl dit niet nodig is
 Inflammatie zonder dat er een relevante lichaamsvreemde trigger aanwezig hoeft te zijn
 Allergie: respons van verworven immuunsysteem op lichaamsvreemde maar ongevaarlijke producten (allergeen)



1.2 Allergie en onderscheid met sensibilisatie

 3 voorwaarden allergie:
 Reactie gemedieerd door componenten van verworven immuunsysteem
(IgE-, IgG-, T-cellen met allergeen-specifieke TCR)
 Reactie is gericht op lichaamsvreemd ongevaarlijk antigeen (allergeen)
 Reactie is symptomatisch (of wordt verwacht met een grote waarschijnlijkheid symptomatische te zullen zijn)
 Allergie versus sensibilisatie:
 Sensibilisatie zonder klinische relevantie:
o Eerste 2 voorwaarden vervuld
o Nagaan met laboratoriumtesten en/of huidtesten
o Vermoedelijk wel een grotere kans om in toekomst allergie voor dit allergeen te ontwikkelen
o Geen uitgebreide testen uitvoeren: natuurlijke evolutie van proces kan men niet voorspellen

,  Allergie:
o Alle 3 voorwaarden vervuld
o Symptomatologie objectiveren door anamnese en/of provocatietesten
o Iemand die allergisch is voor een bepaald allergeen, is hiervoor ook gesensibiliseerd
o Iemand kan een allergie verliezen en na verloop van tijd enkel nog maar gesensibiliseerd zijn
(of zelfs na verloop van tijd ook deze sensibilisatie verliezen)
 Niet-immunologische overgevoeligheidsreacties:
 Klachten die doen denken aan allergie, maar niet gevolg zijn van expositie aan allergenen of door het
verworven immuunsysteem gemedieerd te zijn
 Vooral medicatie-overgevoeligheid
 bv. Vancomycine: bij snelle IV toediening: basofiel en mastceldegranulatie (niet gemedieerd door sIgE)
 bv. morfine, curares, quinolones, iodiumhoudende contrastmiddelen…
 Overgevoeligheidsreacties volgens Gell en Coombs:
 Type I (IgE / Th2 gemedieerd): onmiddelijk type:
o Allergische rhinoconjunctivitis
o Allergisch astma
o Atopisch eczeem
o Anafylaxie
o Voedselallergie
o Medicatie allergie
o Allergie voor bijen- en wespengif
 Type IV (T-cel gemedieerd): vertraagd type:
o Systemische reacties
o Contactdermatitis op topische medicatie:
 NSAIDs
 Steroïeden
 Ontsmettingsmiddelen
 Bepaalde lokale anesthetica
 Allerlei vehicula




 Casus:
 Een 28-jarige dame met klachten van jeuk, neusloop, nasale congestie en niezen (vier cardinale symptomen van
rhinitis), geïsoleerd in de periode van mei tot en met augustus (gras- en onkruidpollenperiode) ondergaat een
bloedname en huidtesten.
 De dame blijkt allergisch voor graspollen, gesensibiliseerd voor boompollen (geen klachten, wel aanwezigheid
van specifiek IgE en huidtestpositiviteit) en negatief voor de overige geteste inhalatieallergenen. Het
testresultaat voor boompollen beschouwen we, op dit ogenblik, voor deze patiënt, als irrelevant.

,1.3 Basisbegrippen




1.4 Epidemiologie

 Allergie treft 20% van west-EU bevolking
 300 miljoen mensen hebben astma (wereldwijd)

,  Allergie kent toegenomen prevalentie
 Momenteel stagneert prevalentie voor allergisch astma en rhinitis, voedingsallergie blijft verder lopen
 Cijfers:
 Allergische rhinitis: 15-20%
 Allergisch astma: 7-10%
 Atopische dermatitis: 15-20%
 Prevalentie atopisch eczema en hooikoorts bij kinderen is voorbije 20 jaar verdubbeld



1.5 Oorzaken

 Samenspel van:
 Genetische factoren
 Omgevingsfactoren
 Expositie aan allergenen
 Oorzaken van toegenomen prevalentie:
 Verandering in erfelijk materiaal: kan niet alles verklaren (prevalentie loopt te snel hiervoor)
 Omgevingsfactoren: wijziging synthese van bepaalde eiwitten en productieprocessen door vervuiling en
mogelijk andere factoren
 Hygiënehypothese:
o Stijging door verbeterde hygiëne in westerse samenleving en kleiner worden van families
o Volgende factoren geven verhoogde kans op het ontwikkelen van allergie:
 Verwesterde leefomgeving
 Wonen in stad
 Hogere socio-economische status
 Opgroeien in een kleine familie
 Geboorte via sectio
 Flesvoeding
 Frequent gebruik van AB (typisch 1e levensjaar)
o Volgende factoren beschermen mogelijk tegen allergie:
 Opgroeien in een grote familie
 Day-care in eerste levensmaanden
 Antroposofische levensstijl
 Veel huisdieren
 Wonen op platteland
 Opgroeien op een boerderij
o Hypothese stelt niet dat AB of vaccinaties moeten worden verweerd




1.6 Pathogenese van IgE-gemedieerde reacties

 Sensibilisatiefase:
 Allergeen verwerkt door Ag presenterende cel
 gepresenteerd aan T-cellen
 Th0 cellen evolueren in bepaalde omstandigheden (genetische
predispositie, context…) naar Ag specifieke T-helper-2-cellen:
secretie van IL-4, IL-13, IL-5
 IL-4 en IL-13 stimuleren B-cellen tot aanmaak van IgE-antistoffen
 komen in systeemcirculatie terecht

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lollenGNK. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67096 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,49  13x  verkocht
  • (0)
  Kopen