Hoofdstuk 3 : De lange weg naar een Nederlandse standaardtaal
Een beknopte geschiedenis van de standaardisering van het Nederlands
Dietsch (tot 1500) -> Nederduytsch -> Nederlands (1482) (vanaf eind 19 e E dominante term)
1 Een verzameling dialecten: het Oud- en Middelnederlands
700 - 1150: Oudnederlands (weinig overgeleverd)
1150 - 1500: Middelnederlands (veel overgeleverd)
1500 - heden: Nieuwnederlands
1.1 Het Oudnederlands (8 e - 12 e eeuw)
- Verzamelnaam voor Oudnederfrankische dialecten (+ elementen uit Ingweoonse kustdialect)
- Duidelijke dialectvariatie
- Nog geen vocaalreductie (= volle klanken: hebbAn -> hebbEn)
g Oudste woord (Tacitus 107): vada(m) = wad = oversteekplaats door het water
g Oudste zin (Lex Salica 6e eeuw): Maltho thi afrio lito = Ik zeg: laat je vrij, horige.
g Nieuwe ontdekking (O’Mulconry’s Glossary, Ierland, 7e eeuw): blinn auga = blind(ogig)
g Oudste bekende boek: Wachtendonkse Psalmen (Arnoldus van Wachtendonck, 875)
370 Nederlandse woorden in glossen
g Bekendste oudste zin (1075): interlineaire quasi-glosse -> wellicht probatio pennae:
liefdesgedicht door West-Vlaamse monnik (Luc De Grauwe: Kents met West-Vlaams)
Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hi(c) (a)nda thu uuat unbidan uue nu
= 'Alle vogels zijn nesten begonnen, behalve ik en jij. Waar wachten wij nu op?'
g Laatste Oudnederlandse zin (Arnoldus Battaviensis, 1130): Tesi samanunga was edele unde
scona = deze gemeenschap was edel en mooi. -> vocaalreductie
1.2 Het Middelnederlands (12e - 15e eeuw) (
- Verzamelnaam Nederlands uit middeleeuwen (dialecten met veel geografische variatie)
- Naamvalsvorming, clitische elementen (deerde = de eerde), geen tweeklank
- AN -> exogeen importproduct (geboren uit andere dialecten dan de onze)
- Taalvariëteiten ontwikkeld uit Oudnederfrankisch en Ingweoons kustdialect
- Vlaams, Brabants, Limburgs, Hollands, Noordoostelijke dialecten
- Invloed schrijftaal in Lage Landen: Limburgs (12 e E) -> Vlaams (13e E) -> Brabants (14e - 16e E)
+ Noordoostelijk Nedersaksisch (15e E) -> Hollands (15e - 16e E)
g Servaaslegende (Hendrik van Veldeke, Maastricht, 1170): 1 ste volkstalige dichter die we bij
naam kennen, basis voor Nederlandse, Limburgse, Duitse literatuur
g 1ste zuivere tekst (Gentse Lazerij of Leprozerie, 1236): statuten
g Van de vos Reynaerde (Willem, Gent, 1260): willekeur in spelling
g Der naturen bloeme (Jacob van Maerlant, Vlaanderen, 1270): 16,500 verzen
g Die geestelike brulocht (Jan van Ruusbroec (op 1 na meest vertaalde auteur, na Anne Frank,
Brussel, 14e eeuw)
g Egidiuslied (Brugge, 1390): Egidius -> Gillis Honin, bleek fraudeur te zijn