INLEIDING TOT HET RECHT
Prof. Dirk Van Daele
DEEL I. HET FENOMEEN RECHT
HOOFDSTUK 1. HET BEGRIP RECHT
1.1. INLEIDING
- Moeilijk te definiëren
- Mensenwerk (= geproduceerd; het komt niet uit de lucht gevallen)
- Afhankelijk van de maatschappij waarin je leeft
- Beleidsinstrument
Recht = een normensysteem (voorschriften, regels,…) dat gecreëerd wordt door de overheid
→ De overheid gaat dit handhaven en controleren of deze normen worden nageleefd; zo niet worden ze
gesanctioneerd
1.2. RECHT ALS GEHEEL VAN BINDENDE REGELS
1) ALGEMEEN GELDENDE REGELS
= regels die voor iedereen gelden op een bepaald grondgebied
Kunnen we onderverdelen in 4 soorten:
A. Algemene gebodsbepalingen
- Regels die iets verplichten; de overheid legt u iets op om te doen
- vb. iedereen moet zich houden aan de verkeersregels, belastingen betalen, aangeven
geboorte kind
- Kunnen positief en negatief geformuleerd zijn
B. Algemene verbodsbepalingen
- Regels die iets verbieden; de overheid verbiedt u zaken
- Hoe zwaarder de fout is, hoe zwaarder de straf
- vb. in België is het verboden om meerdere huwelijken tegelijk te hebben
C. Verlofbepalingen
- Algemene regels die u iets toelaten; u hebt toestemming om iets te doen
- Regels die niets verplichten, verbieden niets, leggen niets op
- Beste voorbeeld: eigendomsrecht (= eigenaar heeft algemene toelating om zijn
goederen te bezitten)
D. Belovende regels
- Het recht belooft u iets en de overheid doet z’n best om het waar te maken
- Er wordt niets opgelegd en niets verboden (belofte in het vooruitzicht)
- vb. recht op arbeid, recht op behoorlijke huisvesting, recht op sociale zekerheid, recht
op onderwijs,…
1
, 2) REGELS TOEPASBAAR NA KEUZE
- Regels die eerst een keuze veronderstellen
- Gelden alleen voor zij die een keuze hebben gemaakt (vb. adopteren van een kind, daarna
heb je plichten/regels bij het huwen)
- Regels in het wetboek tellen alleen als je een bepaalde keuze hebt
- U bouwt uw eigen regels (vb. als je niet trouwt, heb je geen last van deze wetten, als je geen
huis verhuurt heb je geen last van die wetten
- Rechtssubjecten bepalen je leven door keuzes, ze spelen een invloed
3) WILSAANVULLENDE OF SUPPLETIEVE REGELS
- Regels die maar gelden als de betrokkenen niet anders beslissen; het recht biedt iets aan als
jij niets hebt bepaald
- De rechter gaat ervan uit dat hij of zij eigen keuzes moet maken en dat de overheid daar zo
min mogelijk in moet bemoeien
- Regels waar je van kan afwijken: uw wil gaat voor
- Suppletieve regels zijn bindend als u er niet van afwijkt
- Uw wil telt, maar de wet vult aan als je niets hebt
- vb. je trouwt en maakt afspraken (beide evenveel; vrouw krijgt alles, man krijgt alles na
scheiding). Als deze afspraken niet zijn gemaakt heeft het recht een ‘reservebank’:
wilsaanvullende regels die dan zaken regelen en binden zijn!
4) TECHNISCHE REGELS
- Rechtsregels die technisch zijn
- Regels over hoeveel exemplaren, over welke handtekeningen er nog op op een document
moeten staan, over termijnen,…
1.3. RECHT EN DE MAATSCHAPPELIJKE ORDE
Waarom hebben we recht nodig?
- Recht is mensenwerk, een product, wordt gemaakt door de overheid
- Recht is zo oud als de mensheid
- Elke samenleving heeft een vorm van rechtsregels/afspraken
- Het recht wijzigt ook vaak (vb. pensioenwet)
- Afhankelijk van wie aan de macht is in uw land veranderen de normen (vb. groen in de regering)
- Geen recht = geen maatschappij
→ “Ubi societas, ibi ius, ubi ius, ibi societas”
(“Waar er een samenleving is, is er recht. Waar er recht is, is er een samenleving.”)
2
,HOOFDSTUK 2. DE INDELINGEN VAN HET RECHT
2.1. PUBLIEKRECHT EN PRIVAATRECHT
PUBLIEKRECHT PRIVAATRECHT
DOEL De verdediging, het waarborgen De private belangen van de
van de algemene belangen van mens beschermen
de overheid, de Belgische Staat
VOORBEELDEN RECHT Staatsrecht, grondwettelijk recht, Handelsrecht, burgerlijk recht,
fiscaal recht, strafrecht,... vennootschapsrecht,...
AARD / KARAKTER Bindend Suppletief/wilsaanvullend
(je kan hier niet van afwijken) (grootste deel)
VERHOUDING TUSSEN Verticale verhouding: het Horizontale verhouding: het
RECHTSOBJECTEN publiekrecht is ondergeschikt privaatrecht is horizontaal met
aan de overheid; overheid staat de overheid; iedereen is gelijk
hoger dan burger
OPLOSSEN CONFLICTEN Rechter behoort tot overheid, Onafhankelijke scheidsrechters
dus hij moet onafhankelijk zijn
→ Hun doelstelling is dus verschillend
→ De grens tussen publiek- en privaatrecht is door de jaren heen vager geworden:
Vroeger in de 19de eeuw is de overheid zich gaan moeien met de arbeidsomstandigheden (weinig
geld, lange werkuren,..) terwijl dit eigenlijk privaatrecht is. Omdat de overheid zich is gaan moeien
is dit ook een deel publiekrecht geworden.
2.2. NATIONAAL RECHT EN INTERNATIONAAL RECHT
NATIONAAL RECHT INTERNATIONAAL RECHT
- Recht is een nationaal product, het is - Recht dat boven de staten heen gaat
gekoppeld aan staten - 2 modellen:
→ vb. Belgisch recht; Nederlander die 1. Klassiek model
hier iets komt huren moet zich → Staten maken afspraken met elkaar in
aanpassen aan onze regels een verdrag (= recht door minstens 2
- Er is geen staat zonder recht staten gemaakt en goedgekeurd)
- Elk land maakt zijn eigen beleidskeuzes en die
vertalen zich in recht 2. Supranationaal recht (vb. EU)
2.3. OBJECTIEF RECHT EN SUBJECTIEF RECHT
→ Twee verschillende manieren om naar het fenomeen ‘recht’ te kijken
OBJECTIEF RECHT SUBJECTIEF RECHT
- Alle rechtsregels die op dit moment, op deze - Het recht bekijken vanuit een persoon, het
dag, in België bestaan rechtssubject
- Alle recht die je ter beschikking hebt - Definitie: Het recht van een rechtssubject om
- Het recht bekijken los van wat ik er mee kan op grond van een eigen belang een
doen welbepaalde juridische verplichting die afgeleid
- We vinden hier onze rechten, maar ook onze is uit een regeld van het objectief recht
plichten rechtstreeks af te dwingen van een derde in
zijn eigen belang door middel van een
rechtsvordering
3
, - Rechtsvordering: eis waarmee je naar de
rechter kunt gaan om zo recht af te dwingen
van een derde (tegenpartij of persoon)
- We vragen ons af: ‘Wat zit daar eigenlijk in voor
mij?’
- Kan je alleen doen in uw eigen belang, niet in
het belang van iemand anders
- vb. Je koopt iets op het internet en het product
komt beschadigd toe. Je neemt contact op met die
verkoper en zegt dat je uw geld terug wilt of een
nieuw product. Als de verkoper moeilijk blijft doen
dan ga je in het objectief recht moeten kijken of er
een regel is die u kan beschermen en ga je het dus
moeten doen met een rechtsvordering. Je treedt
dus opnieuw op voor uw eigen belang.
Het subjectief recht kan nog ingedeeld worden in een aantal categorieën:
1) Absolute en relatieve subjectieve rechten
- Absolute:
→ Alle subjectieve rechten die je kunt afdwingen ten aanzien van iedereen
→ Zijn absoluut: iedereen moet deze respecteren
→ vb. eigendomsrecht, recht op individuele vrijheid,...
- Relatieve:
→ Je kan deze enkel afdwingen van één of meer welbepaalde personen
→ Kan je enkel uitoefenen d.m.v. een vordering ten aanzien van een derde
→ Komen voort uit overeenkomsten, contracten
→ Afdwingen van tegenpartij
→ vb. huurbaas moet dak maken
2) Politieke en burgerlijke subjectieve rechten
- Politieke:
→ Subjectieve rechten ten aanzien van de overheid, rechten die de overheid moet
respecteren
→ Relatie burger & overheid
→ Rechten afdwingbaar van overheid
→ vb. recht op vrije meningsuiting, kiesrecht,...
- Burgerlijke
→ Rechten die je uitoefent ten aanzien van uw medeburgers
→ Rechten die je kan afdwingen van medeburgers
→ Relatie burger & burger
→ Kan nog onderverdeeld worden:
a) Persoonlijkheidsrechten:
- Hebben te maken met persoonlijkheid, met u als persoon
- vb. recht op privacy, recht op vrije meningsuiting,...
4