College B: Plato en de Apologie van Socrates
Plato lezen hoofdstuk 1
1.Historische context Plato’s Apologie van Socrates
● waarschijnlijk eerste werk
→ chronologie moeilijk bepalen
→ wel groepen maken obv:
❖ verwijzingen naar gebeurtenissen in dialogen
❖ expliciet verwijs naar ander dialoog
❖ Plato schrijft steeds beter (dialogen langer, meer thema’s)
→ dan zoeken wat eerst en wat laatst
→ indicaties geschreven 1e periode zijn filosofie
❖ Socrates lijkt op historische S (weinig metafysica/pythagorische elementen, geen ideeën)
❖ S is echte S: veel praten, veel vragen stellen (andere lln zelfde beeld S)
● inhoud
→ verdediging S: aangeklaagd voor eren andere Goden
→ P toont hoe moeilijk was + S geen vriend Goden
→ P= leerling van publieke vijand
→ interventie van P in wie S eig was
2. Chronologie werk Plato
● Eerste periode (393-389 v.Chr.)
→ Apologie, Ion, Crito, Protagoras, Laches, Lysis, , Charmides, Euthyphro
● Transitieperiode (388-385 v.Chr, reis naar Sicilië, stichting van de Academie):
→ Gorgias, Meno, Euthydemos, Hippias minor, Hippias Maior, Cratylus, Menexenus
● Periode van intellectuele volwassenheid (385-370 v.Chr.):
→ Symposium, Phaedo, De staat (Politeia)
● Late periode (369-347 v.Chr., 2de en 3de reis naar Sicilië):
→ Parmenides, Sofist, Staatsman, Philebus, Timaeus, Critias, De wetten
3. Atheense democratie
● periode: 462-321PC
● systeem
→ mengeling van populisme en directe democratie
→ elke burger vertegenwoordiger van zichzelf (burger= vrije man)
→ steeds meer politieke integratie in Athene
→ volks vergadering= εκκλησια
● Pericles
→ 495-492 PC
→ invoering μισθος (=vergoeding in ruil politieke functie, abt in betaling)
→ voor μισθος: enkel rijke burgers politiek
● conflicten
→ geen rustige tijden: geweld tussen rijke (wouden opnieuw alle rechten) en arme burgers in Athene
→ rijke vroeger altijd macht
→ 411 PC: aristocratische staatsgreep: afschaffing μισθος, raad van vierhonderd aan macht
❖ Sparta overwint Athene na 27 jaar
❖ groep aristocratie (tegenstanders van democratie) plegen met steun van sparta staatsgreep
1
, → 404 PC: 2e staatsgreep: Tyrannie van dertig (Critias, lln S, leider)
● democratie polariseert altijd
→ omdat volk altijd politieke subjectiviteit is die zijn identiteit krijgt in confrontatie met een vijand
(de fantasie van het identificeren van het kwaad)
● Plato en de atheense democratie:
→ Plato wou politicus zijn
→ durfde niet (Atheense democratie, de Tirannie van de Dertig, proces tegen Socrates + het resultaat,
de doodstraf van Socrates in 399 v. Chr.)
→ De dood is de beste leraar
4. Religie en politiek
● De officiële aanklacht tegen Socrates:
“Deze aanklacht wordt als beëdigde gerechtelijke verklaring ingediend door Meletus, de zoon van Meletus van
Pitthos, tegen Socrates, de zoon van Sophroniscus van Alopece: Socrates begaat onrecht door niet te geloven in
de goden waarin de stad gelooft en door het invoeren van andere vreemde godheden. Hij begaat ook onrecht door
de jongeren te bederven. [De geëiste] straf is [de] dood.”
Plato lezen hoofdstuk 2
1. Plato: een leerling van Socrates
● waarom Socrates?
→ Hij was een antidemocratische sofist
→ Hij toonde de absurditeit van de democratie
→ Hij toonde dat er over moraal en politiek wel één waarheid is
→ Maar hij toonde ook dat zijn strategie om de wereld te verbeteren niet de meest effectieve is
→ Plato wordt filosoof omdat hij niet durfde politicus te zijn
2. Plato’s vernieuwing van de filosofie
● evolutie
→ Heraclitus/ Parmenides: de filosofie = niet meer natuurwetenschap, ze wordt metafysica
→ sofisten/ Socrates filosofie = kennis over de mens in de politiek georganiseerde samenleving
❖ socrates werkte op straat
❖ Plato: Laat de jongens naar me komen
➔ De Academie (de campus?): school voor de toekomstige politici
➔ de Academische partij: het autoritarisme van kennis
→ Plato filosofie= indirecte politiek/apolitiek discours met doel aan macht zonder bemiddeling van
democratische legitimatie
❖ a-politiek= gebeurt buiten de stad (πόλις, polis)
❖ het kritische discours van de experts over de realiteit= De expert heeft afstand nodig om zijn object te
bestuderen
❖ Filosofie is “de voortzetting van politiek met andere middelen”
→ met Plato nieuw beeld filosoof
❖ scheiding enerzijds filosoof en anderzijds politiek, democratie, politici, volk
→ door Plato leren dat filosoof alleen is met zijn ideeën en normaal partijgenoten niet begrijpen
2