Dit document bevat de nodig basiskennis over moleculaire biologie. Stap voor stap wordt onder andere DNA-replicatie en eiwitsynthese duidelijk uitgelegd. De afbeeldingen in de samenvatting zijn handig ter illustratie. Eveneens door gebruik te maken van heldere taal zal deze samenvatting je zeker...
,INHOUD
1 WAT ZIJN DNA en RNA?.............................................................................................................................. 2
6 MUTATIES EN MODIFICATIES....................................................................................................................... 2
,1 WAT ZIJN DNA en RNA?
DNA= De-soxy-ribonu-cleïnezuur
RNA= Ribonu-cleïnezuur
I. Chemische samenstelling
DNA en RNA zijn nucleïnezuren opgebouwd uit 3 bouwstenen. De 3 bouwstenen tezamen wordt een
nucleotide genoemd.
Een nucleotide bestaat uit :
Een base waarvan er 5 soorten bestaan: Adenine, Thymine, Guanine, Cytosine en Uracil
In DNA komen A, T, G en C voor
In RNA komen A, U, G en C voor
Thymine van DNA is vervangen door Uracil in RNA. Thymine kan dus nooit voorkomen in een RNA
basensequentie!
Een suikermolecule: desoxyribose in DNA of ribose in RNA
Fosfaatgroep
II. Ruimtelijke structuur
DNA heeft de vorm van een dubbele helix bestaande uit 2 strengen van nucleotiden. De 2 strengen
vormen suikerfosfaatruggengraten verbonden door basenparen.
DNA heeft een complementaire structuur wat dus wilt zeggen dat A en T altijd een basenpaar vormen en
G en C ook altijd een basenpaar vormen. De intermoleculaire krachten tussen de basen zijn sterke
bindingen namelijk de waterstofbruggen of H-bruggen.
A en T hebben 2 H-bruggen
A en U hebben 2 H-bruggen
G en C hebben 3 H-bruggen
DNA heeft een antiparallelle structuur wat wilt zeggen dat de 2 strengen tegengesteld georiënteerd zijn
van elkaar. DNA heeft een 5’ 3’ streng en een 3’ 5’ streng.
De basensequentie van DNA is een soort van code die informatie bevat. Een gen is een stukje DNA-
fragment die de code bevat voor het aanmaken van een welbepaalde proteïne. Voor meer uitleg zie
5.Genexpressie
RNA is enkelstrengig die ruimtelijk opgevouwd kan zijn.
, 2 CHROMATINE
III. Chromatine = DNA + histonen
De histonen dienen als een soort van spoel of klos waarrond DNA opgerold zit. Een histoon is eigenlijk 1
bolletje.
DNA die gewikkeld is rond een octomeer (8 bolletjes) van histonen noemen we een nucleosoom.
Nucleosomen geven chromatine een parelsnoer vormig uitzicht wat we euchromatine noemen. In die
vorm is DNA bereikbaar voor decodering en is het dus actief.
H1-histonen zorgen ervoor dat de nucleosomen dichter op elkaar liggen. Men spreekt dan van
heterochromatine. In die vorm is DNA niet bereikbaar voor decodering en is het dus inactief.
IV. Van chromatine naar chromosomen
Een chromosoom is de meest compacte vorm van chromatine. Je moet het zo zien, de lange snoer van
chromatine is gebundeld tot een chromosoom. De overgang van chromatine tot chromosoom gebeurt
door spiralisatie en condensatie.
Een chromosoom bestaat uit 2 zusterchromatiden die allebei identieke DNA bevatten. De centromeer is
de plaats waar de zusterchromatiden samenhangen.
De DNA-uiteinden van een chromosoom noemen we telomeren.
Tijdens de DNA-replicatie verliezen de telomeren enkele nucleotiden. Het enzym telomerase hecht extra
nucleotiden terug aan de uiteinden.
V. Eigenschappen van chromosomen
De lichaamscellen van elke soort bevat een constant aantal chromosomen. Het aantal chromosomen is
altijd een even getal ofwel een diploïde aantal 2n.
De geslachtscellen ook wel gameten genoemd bevatten maar de helft van het diploïde aantal
chromosomen, namelijk n.
Homologe chromosomen zijn paren van chromsomen die hun centromeer op dezelfde plaats dragen. Ze
bevatten geen identieke informatie maar wel informatie van dezelfde aard op dezelfde plaats.
Bijvoorbeeld: blauw oogkleur en bruin oogkleur, zijn geen indentieke informatie, maar informatie van
dezelfde aard op dezelfde plaats namelijk het zijn beiden kleuren die betrekking hebben tot de ogen.
Autosomen zijn alle chromosomen die lichaamskenmerken bevatten behalve de geslachtskenmerken.
Heterosomen zijn chromosomen die de informatie van geslachtkenmerken X en Y dragen.
Een mens bavat 46 chromosomen waarvan 44 autosomen ( 22 chromosomen paren) en 2 heterosomen,
XX of XY.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper alithramannan. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.