ADVERTISING
Nona Vandenbilcke
RECLAME BUREAU
Wie is wie?
#accounts
1. Account Director
2. Account Executive
Account director
1. Brengt nieuwe klanten aan
2. Brengt de noden van de klant samen in een Client Brief
3. Overtuigt de (potentiële) klant van het creatieve concept
4. Presenteert elke (tussen)fase aan de klant
5. Vervult de bufferfunctie bij uitstek (klant vs creatieven)
6. Superviseert de teams die meewerken ad campagne
7. Staat aan het hoofd van een team AE’s
8. Is een networker & vlotte prater
#CREATIVES
• CD = Creative Director
• AD & COPYWRITER
#STRATEGEN
1. Strategic Director
2. Strategic Planner
3. Mediastrateeg
1. Synthetiseren, dingen tot hun essentie herleiden.
2. Richting van de campagne uittekenen.
3. Keuzes maken uit de veelheid aan opties.
4. Verwerkt de informatie uit de client brief, mengt die met resultaten uit
onderzoek & buikgevoel & ervaring en vertaalt dit alles op een creatieve
manier in een creative brief.
5. Mensenkenner, interesse in psychologie en gedrag, nieuwsgierig, houdt
ervan mensen te observeren & te luistervinken.
Mediastrateeg
1. achterhaalt waar de doelgroep mee bezig is:
welke media gebruiken ze (tegelijk) en op welke manier
1
,beleven ze die + waar en wanneer zijn ze het meest
ontvankelijk voor de boodschap
2. Koppelt doelstellingen van de campagne aan media
#PLANNERS
1. Mediaplanner
2. Connection Planner
Mediaplanner
1. tekent het volledige mediaplan uit van alle campagne onderdelen:
welke zenders/ titels
1. wanneer
2. hoelang
3. planning
4. budget
CONTRA v s PRO
CONTRA
1. Veel simultane projecten
deadlines: hoe je ‘t allemaal bij?
2. De klant op de eerste plaats
respecteer de deadlines!
3. Account manager / Executive team
krijgt de pluimen
4. Vergeet de 9 - 5 attitude
‘Creatives are expected to work overtime’.
5. Writer’s / Creative’s / Strategist’s block
PRO
1. sociale omgeving
vrienden voor het leven
2. work hard - play hard
3. levenslang leren
4. standvastig inkomen
5. creatieve omgeving
werkt stimulerend voor het brein
6. gevoel van ‘15 minutes of fame’
SOORTEN
2
,one-stop-shop
• strategie > concept > realisatie
• alle mogelijke communicatiedisciplines
• grote bureaus, vaste waarde
• klassieke, ietwat logge structuur
• internationale netwerken
• maakt werk voor de grote, gevestigde merken
• is vaak onderdeel van een grote, internationale (media-)groep
Creatieve hotshop
• creative boutiques
• zetten in op creatieve concepten
• bieden ook vaak full-service aan
• gedurfde campagnes
• Creative Director aan het roer
• doorgaans iets kleiner (vaak onafhankelijk)
Gespecialiseerd
• specifieke aspecten of onderdelen van de reclame: brand
activation, employer branding, DM, interne communicatie,
design, content marketing, social advertising
• specifieke doelgroepen (generations/ multiculturaliteit/ ...)
In-house agency
• intern reclamebureau
• voordeel: continuïteit
• communicatie eigen bedrijf, merk, producten
• kritische externe blik ontbreekt
• nadeel: te weinig inspelen op nieuwe trends/ standaardwerk (?)
Voorbeeldvragen
1. Welke soorten reclamebureaus bestaan er? Hoe onderscheiden ze zich van elkaar?
2. Wat doet een x in een reclamebureau?
(x staat voor één van de reclameberoepen)
3. Welke afdelingen heb je in een reclamebureau en waar is elke afdeling
verantwoordelijk voor?
2 CAMPAGNE FLOW
Op naar een doeltreffende reclamecampagne in 10 stappen
1. the client brief
2. research
3. insight
4. strategie
5. creative brief
6. concept of big idea
3
, 7. media
8. campagne
9. productie & launch
10. evaluatie
1. the client brief
WHAT
Weet ik alles wat ik moet weten?
HOW
Template van ACC (Associaction of Communication Companies) /UBA (Unie van de
Belgische adverteerders)
Kan ik alle vragen beantwoorden?
Ja -> ga naar stap 3
Neen -> ga op onderzoek
2. research
WHAT
Heb ik een goed beeld van wie mijn concurrenten zijn, hoe positioneren zij zich in de
markt en hoe communiceren zij?
Weet ik goed wie mijn doelgroep is (sociodemografisch en -economisch, VALS,
waarden volgens Rokeach of Schwartz, kennis, opinie en attitude tav en ervaring met
het merk/product, ...)
Ken ik het merk/ product zelf voldoende (waarden, communicatie, tone of voice en
tone of style, ...)
Begrijp ik de thematiek van de briefing (ken ik de wetenschappelijke benaderingen,
psychologische onderbouw, enz).
HOW
Desk research
Klantbevraging
Consumentenonderzoek (kwalitatief en/of kwantitatief)
Experimenten
Expert talks
Proef ondervinderlijk/ eigen ervaring
4