Les 3 : Symptoomperceptie
Er is een verschil tussen sensatie en
waarneming. Bij waarneming zit er al een
stuk interpretatie in. In de volgende stap kan
je het interpreteren als iets dat niet in orde is
in het lichaam, dit noemen we een klacht.
Vormen van ziektegedrag is bijvoorbeeld
beslissen om niet naar je werk te gaan, heel
de dag in de zetel liggen. Dit is een cascade.
Als we het hebben over symptoomperceptie
spreken we vooral over de 3 eerste stappen
(sensatie, waarneming en lichamelijke
klacht).
Interoceptie hiermee bedoelen we de eerste
stappen en ziekterepresentaties zijn bewuste
ideeën over een bepaalde ziekte.
Interoceptie : A process by which the nervous system senses, interprets, and integrates signals
originating from within the body, providing a moment-by-moment mapping of the body's internal
landscape across conscious and unconscious levels.
Symptom perception : The patient's consciously appreciated sensation of a physiologic problem.
Illness representation : Organized sets of beliefs about the experience, impact, effect, and outcome of
an illness. Dimensions include: illness identity, timeline, cause, control, and consequences.
Overzicht
A) Onverklaarde klachten Deze 3 dingen komen vaak niet overeen. Een ziekte hebben, zich ziek voelen en je
als een ziek iemand gedragen. Het kan zijn dat je 1 van de 3 zaken vertoont en de
anderen niet, enzovoort.
Bij onverklaarde klachten voelen mensen zich ziek, ze hebben klachten, maar er kan
geen medische oorzaak gevonden worden. Vaak gaan deze mensen toch een
ziekterol aannemen in grote of mindere maten.
, En vaak wordt er binnen de medische wereld en ook
door patiënten uitgegaan van een klassiek
ziektemodel wat de nadruk legt op de bottum-up
processen dus imput van het lichaam naar de
hersenen, dingen die je bewust kan waarnemen en
dan rapporteren. De idee erachter is dat een
subjectieve klacht tot stand komt door een
disfunctie ergens in het lichaam. De arts moet een
diagnose stellen, als dit geweten is kan de disfunctie
hersteld worden en zou de klacht moeten
verdwijnen. Dit is vaak zo, maar vaak ook niet zo.
Het fenomeen van medisch onverklaarde klachten
“Medisch onverklaarde” klachten aka “functionele” illustreerd dit.
klachten. Vroeger sprak men over ‘psychosomatische
klachten’, hier kwam kritiek op want zonder al te veel evidentie wordt er gesuggereerd dat die
klachten tot stand komen via psychologische processen. Dit was natuurlijk heel stigmatiserend. Dan
is men overgestapt naar ‘medisch onverklaarde klachten’, maar dit is even problematisch want als je
dit zegt denkt iedereen automatisch dat het wel psychologisch zal zijn. Nu spreekt men over
‘functionele klachten’, iets neutralere term.
% lichamelijke ‘onverklaarde’ klachten in eerstelijn (dus bijvoorbeeld huisartsenpraktijk) (Körber et
al., 2011)?
Dit is ontzettend veel, namelijk 76%.
% patiënten met lichamelijke ‘onverklaarde’ klachten (dit zijn voorzichtige schattingen)
• 1ste lijn : 15-19%
• 2de lijn : 35-52%
De percentages verschillen naargelang specialisme. Het is relatief laag binnen de tandheelkunde
(37%). En het varieert tussen deze 37% en 66% binnen de gyneacologie. Dus dit fenomeen komt
binnen elk specialisme tegen ! Artsen zeggen niet graag ‘ik weet het niet’, vandaar dat elk
specialisme deze ‘onverklaarde klachten’ anders gaat benoemen, men spreekt vaak over functionele
syndromen (zie hieronder wat voorbeelden).
, Lumper view
• Geen duidelijk pathogeen mechanisme
• Overlap klachten tussen syndromen
• Gelijkaardige patiënt kenmerken
➢ 2/3 vrouw
➢ Vaak hoge mate van Negatieve affectiviteit (NA) → Dit is een
persoonlijkheidskenmerk, vroeger noemde men dit neurotisisme. Dit is een
dispositie, aanleg om vaker en intenser negatieve emoties te ervaren.
➢ Psychiatrische co-morbiditeit > andere ziektebeelden met ≈ impact
• Goede respons op cognitieve gedragstherapie
Different diagnostic categories reflect differences among dochtors and specialties rather than
differences among patients.
Lumper view zegt dus eigenlijk dat we dit beter niet als aparte syndromen moeten beschouwen, en
apart voor elk specialisme, maar meer de krachten te bundelen om in onderzoek de patiënten beter
te kunnen helpen.
Hier zijn wat kenmerken die
Beschrijvende patiëntkenmerken
samenhangen met NA (negatieve
affectiviteit).
Personen met hoge scores op deze
persoonlijkheidskenmerken gaan dit
vaker doen.
Catastrophizing : mensen die
hoofdpijn hebben denken misschien
meteen aan een hersentumor.
Negatieve affectiviteit (NA)
% “onverklaarde” klachten in algemene populatie
Pain
o Back pain : 30%
o Joint pain : 25%
o Pain extremities : 20%
o Headache : 19%