100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting week 1-2 Vennootschappen en Rechtspersonen UU () €2,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting week 1-2 Vennootschappen en Rechtspersonen UU ()

 33 keer bekeken  0 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling
  • Boek

In deze samenvatting wordt "Contractuele samenwerkingsvormen in beroep en bedrijf" van J.B. Huizink en relevante jurisprudentie voor het vak samengevat. Deze samenvatting richt zich puur op het tussententamen van het vak Vennootschappen en rechtspersonen aan de Universiteit Utrecht. Het gaat dus al...

[Meer zien]
Laatste update van het document: 2 jaar geleden

Voorbeeld 10 van de 23  pagina's

  • Ja
  • 3 maart 2022
  • 4 maart 2022
  • 23
  • 2021/2022
  • Samenvatting
avatar-seller
Samenvatting Vennootschappen en rechtspersonen
Rechtsgeleerdheid UU Jaar 202 1-2022

INHOUD
WEEK 1 – PERSONENVENNOOTSCHAPPEN DEEL I .................................................................................. 1
Verschillende rechtsvormen voor de onderneming............................................................................ 1
Handelsregister (Handelsregisterwet 2007) ....................................................................................... 2
Eenmanszaak ....................................................................................................................................... 2
Personenvennootschappen................................................................................................................. 2
Personenvennootschap kwalificeren .................................................................................................. 3
Personenvennootschap: de maatschap (artikelen 7A:1655-1688 BW) .............................................. 4
Personenvennootschap: de vennootschap onder firma (artikelen 16-34 WvK en 7A:1655 BW) ....... 5
Personenvennootschap: de commanditaire vennootschap (artikelen 19-21 WvK) ........................... 5
Inbreng bij een personenvennootschap ............................................................................................. 5
Voordeel bij een personenvennootschap ........................................................................................... 5
Beheer/bestuur van de personenvennootschap (artikel 7A:1673-1676 BW)..................................... 6
Beschikken bij de personenvennootschap (artikel 7A:1676 BW) ....................................................... 6
Besluitvorming van de personenvennootschap (artikel 7A:1676 sub 1 BW) ...................................... 6
Externe (rechts)verhoudingen van de personenvennootschap .......................................................... 6
• Bevoegdheid tot vertegenwoordigend handelen ................................................................... 6
• Aansprakelijkheid van de personenvennootschap ................................................................. 7
Onrechtmatige daad door personenvennootschap ............................................................................ 7
Afgescheiden vermogen ...................................................................................................................... 8
WEEK 2 – PERSONENVENNOOTSCHAPPEN DEEL II ................................................................................. 9
Gebondenheid aan derden bij opdracht van maatschap .................................................................... 9
Commanditaire vennootschap: overzicht ......................................................................................... 10
Commanditaire vennootschap: gebondenheid (artikel 20 jo. 21 WvK) ............................................ 10
Gevolgen uit- en toetreding bij de personenvennootschap ............................................................. 11
• Gebondenheid aan derden na uit- en toetreding ................................................................. 11
• Voortzetting(sbedingen)........................................................................................................ 11
Algehele ontbinding (artikelen 7A:1683-1686 BW) .......................................................................... 12
Vereffening (artikel 32 WvK) ............................................................................................................. 12
Verdeling (artikel 7A:1670 BW) ......................................................................................................... 13
Uitstoting (HR Warnderink/Vinke) .................................................................................................... 14
Vennootschap onder firma: faillissement (HR VDM Totaalbouw) .................................................... 14
Jurisprudentie ........................................................................................................................................ 15
HR Dierenartsenpraktijk .................................................................................................................... 15
HR Hovuma ........................................................................................................................................ 15
HR Biek Holding ................................................................................................................................. 15
HR Kleuterschool Babbel ................................................................................................................... 16
HR Damen/Geho ............................................................................................................................... 16
HR VOF Van den Broek ...................................................................................................................... 16
HR Lunchroom de Katterug ............................................................................................................... 17
Hof VNU Media.................................................................................................................................. 18
HR Carlande ....................................................................................................................................... 18
HR Warnderink Vinke ........................................................................................................................ 19
HR VDM Totaalbouw ......................................................................................................................... 19
Tentamentips ........................................................................................................................................ 20

,WEEK 1 – PERSONENVENNOOTSCHAPPEN DEEL I

Verschillende rechtsvormen voor de onderneming
Een onderneming is een organisatorisch verband dat gericht is op duurzame deelneming aan het
economische verkeer. Er zijn verschillende “rechtsvormen” te onderscheiden tussen ondernemingen:
• Eenmanszaak
o Denk aan: de fietsenmaker, kapper, notarissen, advocaten, enz.
o De eenmanszaak heeft géén juridische betekenis. De onderneming van de
eenmanszaak is de ondernemer. De ondernemer is in zijn hele vermogen
aansprakelijk.
o Een eenmanszaak kan personeel hebben; het hoeft niet één man (of anders) te zijn.
• Personenvennootschap:
1) Maatschap (artikelen 7A:1655-7A:1688 BW)
▪ Gebruikt voor “het vrije beroep”, maar ook veelal gebruikt in de landbouw en
het vastgoed.
2) Vennootschap onder firma (“VOF”; artikelen 16-34 WvK)
▪ Gebruikt voor onder andere “joint ventures” en middelkleine bedrijven.
3) Commanditaire vennootschap (“CV”; artikelen 19-21 WvK)
▪ Gebruikt voor onder andere “joint ventures” en middelkleine bedrijven, maar
ook bijvoorbeeld beleggingsfondsen.
o De personenvennootschap is een contractuele verhouding en wordt beheerst door het
algemeen contractenrecht van Burgerlijk Wetboek 6.
o De personenvennootschap is niet een opzichzelfstaand rechtssubject. Hij heeft wel
procesbevoegdheid (dus je kan hem dagen in een procedure), maar het kan geen
vermogen hebben en het kan niet aansprakelijk zijn.
o Iedere personenvennootschap is een maatschap in de zin van artikel 7A:1655 BW. Dat
betekent dat artikel 7A:1655 e.v. BW van toepassing is voor zover niet anders bepaald.
• Privaatrechtelijke rechtspersonen:
o Uit Burgerlijk Wetboek 2:
▪ Besloten vennootschap (“BV”; artikel 2:175 e.v. BW);
▪ Naamloze vennootschap (“NV”; artikel 2:67 e.v. BW);
▪ Vereniging (artikel 2:26 e.v. BW);
▪ Onderlinge waarborgmaatschappij (artikel 2:53 e.v. BW);
▪ Stichting (artikel 2:285 e.v. BW).
o Europese rechtsvormen:
▪ Europees Economisch Samenwerkingsverband (“EESV”)
▪ Europese naamloze vennootschap/Societas Europaea (“SE”);
▪ Europese Coöperatieve Vennootschap (SCE).
o Het rechtspersonenrecht uit Burgerlijk Wetboek 2 is een gesloten stelsel. We kennen
alleen de in de wet genoemde privaatrechtelijke rechtspersonen.
o De rechtspersoon is zelfstandig drager van rechten en verplichtingen. Hier wordt dus
de rechtspersoon aansprakelijk en niet de ondernemer. De rechtspersoon kan
zelfstandig deelnemen aan het rechtsverkeer.
o De rechtspersoon wordt vertegenwoordigd door natuurlijke personen, maar deze
natuurlijke personen zijn niet aansprakelijk voor verplichtingen van de rechtspersoon.




1

,Handelsregister (Handelsregisterwet 2007)
Het handelsregister kan je zien als de burgerlijke stand van ondernemingen en rechtspersonen. De
Kamer van Koophandel (“KvK”) houdt dit register bij.
• Alle ondernemingen in Nederland moeten zich inschrijven (artikel 5 Hrgw).
o Ook eenmanszaken (artikel 5 sub b Hrgw).
• Alle rechtspersonen in Nederland moeten zich inschrijven (artikel 6 jo. 18 Hrgw).
• Een derde kan in het handelsregister zien welke natuurlijke personen achter de
onderneming/rechtspersoon zit.
• Derdenbescherming
Derden te goeder trouw worden beschermd bij (artikel 25 Hrgw):
1. Geen inschrijving; of
3. Een onvolledige of onjuiste inschrijving.
o De derde hoeft niet het handelsregister te hebben geraadpleegd voordat hem beroep
op artikel 25 Hrgw openstaat. De derde wordt niet beschermd als hij op de hoogte was
van de relevante feiten, maar hij heeft geen onderzoeksplicht (HR Damen/Geho).
o Een vertegenwoordigingsonbevoegde vennoot die vertegenwoordigt kan niet aan zijn
aansprakelijkheid ontkomen door te zeggen dat de wederpartij maar in het
Handelsregister had moeten kijken (HR VOF Van den Broek).
• Als de VOF/CV niet is ingeschreven, wordt deze krachtens artikel 29 WvK aangemerkt als
algemeen voor alle zaken, als aangegaan voor onbepaalde tijd, en als geen der vennoten
uitsluitende van het recht om voor de firma te handelen en te tekenen”.
o Tegenbewijs is hier niet mogelijk, zelfs al was de derde niet te goeder trouw!
▪ Maar: soms kan redelijkheid en billijkheid de gebondenheid bij kwade trouw
onaanvaardbaar achten (HR Bibolini). Dit is wel een erg strenge toets!
Eenmanszaak
Bij de eenmanszaak:
• is er geen onderscheid tussen privévermogen en zakelijk vermogen; de ondernemer is de
onderneming van de eenmanszaak.
• zijn er geen oprichtingsvereisten (naast inschrijving).
• is inschrijven van onderneming in het handelsregister vereist (artikel 5 sub b Hrgw).
o Ook mensen met een beroep!

Personenvennootschappen
worden in tegenstelling tot rechtspersonen vrijwel geheel beheerst door regelend recht.
• Personenvennootschappen worden immers veelal beheerst door overeenkomstenrecht.
• Personenvennootschappen zijn geen rechtspersonen en hebben geen rechtspersoonlijkheid.
o Zij zijn dus niet aansprakelijk. De personen achter de personenvennootschappen zijn
wél aansprakelijk.
o De personenvennootschap is de vennoten.
• De grondvorm voor de vennootschap is de maatschap in brede zin (artikel 7A:1655 BW).
o Bijzondere vormen van de maatschap (de VOF en de CV) voldoen óók aan de
kenmerken van artikel 7A:1655 BW. Zij hebben daarnaast echter nog een aantal
bijzondere eigenschappen.
• Voordelen ten opzichte van een privaatrechtelijke rechtspersoon:
o Een personenvennootschap is “fiscaal transparant”. Je wordt als vennoot niet belast
in de vennootschapsbelasting, maar in de inkomensbelasting. Als je niet al te veel
winst maakt, is het voordeliger om inkomensbelasting te betalen.



2

, o De personenvennootschap heeft minder oprichtingsformaliteiten dan een
rechtspersonen.
o Bij de personenvennootschap bestaat er een grotere inrichtingsvrijheid dan bij de
naamloze of besloten vennootschap.
• Nadelen ten opzichte van een privaatrechtelijke rechtspersoon:
o In de personenvennootschap zijn de vennoten aansprakelijk, maar bij rechtspersonen
zijn de natuurlijke personen achter de rechtspersoon niet aansprakelijk.
▪ Om je aansprakelijkheid te beperken kan je een BV laten samenwerken in een
vennootschap. Dan wordt de BV de vennoot en ben jij niet aansprakelijk als
natuurlijk persoon.

Personenvennootschap kwalificeren
• Om als personenvennootschap te kwalificeren is vereist (artikel 7A:1655 BW):
o Overeenkomst (wilsovereenstemming)
▪ Je kan ook een stilzwijgende overeenkomst hebben wanneer dit uit de feiten
blijkt. De feitelijke situatie is van belang, ongeacht de woorden die partijen
daaraan geven (HR Dierenartspraktijk).
• Maar: het is wel verstandig om dit op papier vast te leggen, gezien het
leidt tot een betere bewijspositie (artikel 22 WvK).
o Tot samenwerking
▪ Je moet op basis van persoonlijke kwaliteiten samen willen werken (intuitu
personae). Het moet niet “zomaar iemand” zijn.
• En, als die iemand dan uittreedt eindigt de personenvennootschap
(tenzij er een voortzettingsbeding was opgenomen).
▪ Er moet een zekere gelijkwaardige inbreng van de vennoten zijn (affectio
societatis).
• Niet één iemand mag de baas zijn (bijvoorbeeld door het verdelen van
de winst).
o Voor het verlies geldt dat niet.
• Een maatschap en een arbeidsovereenkomst gaan dus niet samen.
o Van twee of meer personen (vennoten)
o Door inbreng van ieder van de vennoten
▪ “Geld, goederen, genot van goederen of arbeid” (artikel 7A:1662 BW), maar
ook goodwill en know how.
▪ Inbreng van zaken kan juridisch, economisch of genot zijn.
• Bij juridische inbreng (van eigendom) komt het eigendom te behoren
tot de gemeenschap, waardoor de maten gezamenlijk eigenaar
worden van het goed.
• Bij inbreng van het genot van een zaak wordt de zaak geen eigendom
van de gemeenschap (maatschap), maar het recht op genot is wel een
vermogensrecht waardoor er wel een gemeenschap ontstaat.
• Bij economische inbreng blijft het eigendom bij de inbrenger, maar
komen waardeveranderingen wel voor rekening van de maatschap.
▪ Een personenvennootschap is een gebonden gemeenschap waar je niet
zomaar over kan beschikken (artikel 3:166 e.v. BW). Je hebt medewerking van
andere deelgenoten nodig om de gemeenschap te verdelen (HR VOF Van den
Broek).




3

, • De gebonden gemeenschap maakt een afgescheiden vermogen; dit
vermogen wordt afgescheiden van het privévermogen. Als dit in de
vennootschap zit, mogen de vennoten hier niet meer in privé over
beschikken.
o Gericht op vermogensrechtelijk voordeel ten behoeve van alle vennoten
▪ Ze moeten gezamenlijk voordeel willen behalen.
▪ Al het voordeel dat je economisch kan relateren is voordeel in de zin van
artikel 7A:1655 BW.
o Voor gemeenschappelijke rekening
• Nadat je vastgesteld hebt dat er sprake is van een personenvennootschap, zijn er nog extra
stappen om het soort vennootschap te kwalificeren. Bekijk daarom de volgende kenmerken.
o Openbaar of stil?
▪ Openbare maatschap
is een maatschap onder gemeenschappelijke naam naar buiten kenbaar.
• Bijvoorbeeld: huisartsenpraktijk Mariahoek.
▪ Stille maatschap
is een maatschap zonder gemeenschappelijk naam (naar buiten kenbaar).
• Bijvoorbeeld: fysiotherapeuten die een pand en receptioniste delen,
maar met eigen praktijknamen en eigen briefpapier.
▪ Dit onderscheid wordt niet gemaakt in de wet, maar komt uit de literatuur.
o Beroep of bedrijf?
▪ Het onderscheid tussen beroep en bedrijf lijkt steeds kleiner te worden. Denk
bij beroep in ieder geval aan typische beroepen zoals arts, advocaat, notaris
of architect.
▪ Er kan sprake zijn van een bedrijf wanneer deze wordt gekenmerkt naar:
• het oog van de organisatie op winst;
• het organisatorische karakter van de organisatie; en
• het als zodanig naar buiten optreden in het economisch verkeer.
o Conclusie
Mits voldaan aan alle vereisten voor een personenvennootschap, kan je nu de
vennootschap kwalificeren.
▪ Stil & beroep/bedrijf: stille maatschap
▪ Openbaar & beroep: openbare maatschap
▪ Openbaar & bedrijf:
• Mits alleen beherende vennoten, VOF (artikel 16 WvK)
• Mits beherende én stille vennoten, CV (artikel 19 WvK)

Personenvennootschap: de maatschap (artikelen 7A:1655-1688 BW)
De maatschap is een “overeenkomst waarbij twee of meer personen zich verbinden om iets in
gemeenschap te brengen, met het oogmerk om daaruit het ontstaande voordeel met elkander te
delen”.
• De maatschap is dus een obligatoire wederkerige overeenkomst (zoals in artikel 6:213 BW).
o De maatschap is dan ook vormvrij. Je kan ook mondeling een maatschap aangaan.
• Een overeenkomst
o De overeenkomst is vormvrij. Je kan ook mondeling (en zelfs stilzwijgend!) een
overeenkomst aangaan.
o De maatschap is een duurovereenkomst; er worden steeds nieuwe verbintenissen in
het leven geroepen door deze overeenkomst.


4

,Personenvennootschap: de vennootschap onder firma (VOF; artikelen 16-34 WvK jo. 7A:1655 BW)
De VOF is een bijzondere maatschap tot uitoefening van een bedrijf onder gemeenschappelijke naam.
• Het verschil met de openbare maatschap is dat hier een bedrijf wordt uitgeoefend, terwijl bij
een openbare maatschap een beroep wordt uitgeoefend.
• Als vennoot in een VOF ben veel strenger aansprakelijk dan als maat in een maatschap.

Personenvennootschap: de commanditaire vennootschap (CV; artikelen 19-21 WvK)
De CV is een bijzondere maatschap tot uitoefening van een bedrijf onder gemeenschappelijke naam,
waarbij er (onder andere) stille vennoten zijn die voor niet meer dan hun inbreng aansprakelijk zijn.
• Stille vennoten mogen niet naar buiten toe optreden.
• Stille vennoten worden ook wel “commanditaire vennoten” genoemd.
• Stille vennoten moeten bewust met elkaar afspreken dat de stille vennoot niet hoofdelijk
verbonden is voor verbintenissen en niet vertegenwoordigingsbevoegd is.
• De CV gaat altijd om bedrijfsuitoefening, en dus niet om uitoefening van beroep!

Inbreng bij een personenvennootschap
Alle vennoten worden eigenaar van eigendom dat in de personenvennootschap gebracht wordt. Je kan
op drie wijzen eigendom inbrengen bij een personenvennootschap:
1) Juridisch eigendom
o Het eigendom komt bij de personenvennootschap. De vennoten verkrijgen eigendom.
o Waardeveranderingen komen voor rekening van de maatschap.
o Bijvoorbeeld: je brengt een pand in de personenvennootschap van drie vennoten.
Iedere vennoot heeft één derde aandeel in dat pand.
De drie vennoten zouden dan ook aan het einde van de samenwerking delen in de
waardevermeerdering of -vermindering van het pand!
2) Economisch eigendom
o Het eigendom blijft bij de inbrenger.
o Waardeveranderingen komen voor rekening van de maatschap.
3) Genot
o Het eigendom blijft bij de inbrenger.
o Waardeveranderingen komen voor rekening van de inbrenger.
o De vennoten mogen het goed gebruiken.
• De wijze van inbreng is met name van belang als de personenvennootschap eindigt.

Voordeel bij een personenvennootschap
Hoe worden winst en verlies verdeeld in de personenvennootschap?
• Winst
o Iedere vennoot moet delen in de winst (societas leonina) naar rato van inbreng, tenzij
anders is overeengekomen (artikel 7A:1670 BW).
▪ Je kan er niet van afwijken dat iedere vennoot moet delen in de winst, maar
wel dat dit naar rato van inbreng gaat. Dat eerste zou afbreuk doen aan de
gelijkwaardige samenwerking.
• Verlies
o Iedere vennoot moet delen in verlies naar rato van inbreng, tenzij anders
overeengekomen (artikel 7A:1670 BW).
o Niet iedere vennoot hoeft te delen in verlies wanneer dit is overeengekomen.
▪ Bijvoorbeeld: je hebt drie vennoten waarvan er één heel rijk en vermogend is.
De vennoten spreken onderling af dat hij al het verlies op zich zal nemen. Dan
hoeven de andere twee niet te delen in verlies.


5

,Beheer/bestuur van de personenvennootschap (artikel 7A:1673-1676 BW)
Beheren is het voor rekening van (en niet namens!) het samenwerkingsverband handelen. Als je voor
rekening van een ander handelt, handel je in eigen naam. Je kan dit dan later verrekenen.
• Beheershandelingen zijn handelingen die gelet op het doel van de maatschap tot haar
gebruikelijk regelmatig voorkomende werkzaamheden behoren.
o Beheren wordt ook besturen genoemd.
o Dagelijkse werkzaamheden zijn beheershandelingen. Deze mogen achteraf verrekend
worden met de andere vennoten (artikel 7A:1676 sub 1 jo. sub 3 BW).
• Iedere vennoot is beherend bevoegd, tenzij (artikel 7A:1674 jo. 7A:1673 lid 1 BW):
o een andere vennoot zich vooraf verzet (verzetsrecht; artikel 7A:1676 sub 1 BW);
o anders overeengekomen (artikel 7A:1674 BW); of
o de handeling geen beheershandeling is (artikel 7A:1676 BW).
• Bij alle andere (rechts)handelingen dan beheren is de toestemming van alle andere vennoten
vereist.

Beschikken bij de personenvennootschap (artikel 7A:1676 BW)
Alle handelingen die geen beheershandelingen zijn, zijn beschikkingshandelingen.
• Ter herhaling: “Beheershandelingen zijn handelingen die gelet op het doel van de maatschap
tot haar gebruikelijk regelmatig voorkomende werkzaamheden behoren.”
o Of omgedraaid: beschikkingshandelingen zijn handelingen die buiten de gebruikelijk
regelmatig voorkomende werkzaamheden vallen.
• De vennoot mag geen beschikkingshandelingen verrichten zonder medewerking van de
andere maten/vennoten, tenzij anders bepaald in de vennootschapsovereenkomst.

Besluitvorming van de personenvennootschap (artikel 7A:1676 sub 1 BW)
Elke vennoot heeft een vetorecht in de besluitsvorming, tenzij anders overeengekomen.

Externe (rechts)verhoudingen van de personenvennootschap
Het is van belang om onderscheid te maken tussen in voor rekening van en in naam van de
personenvennootschap handelen. Het eerste gaat over een interne rechtsverhouding en het laatste
gaat over een externe rechtsverhouding; bij het laatste wordt de vennootschap zelf verbonden.
• Bevoegdheid tot vertegenwoordigend handelen
Een onbevoegd handelende vennoot is gebonden tot nakoming (artikel 7A:1681 BW).
o Bij baattrekking zijn alle vennoten gebonden (artikel 7A:1681 BW).
▪ Dat houdt in dat achteraf gezien de vennootschap baat heeft bij het
onbevoegd handelen. Baattrekking komt vrijwel nooit voor; het moet achteraf
gezien altijd al voordelig zijn geweest en er komen allerlei vereisten bij kijken.
o Handelen in naam van de vennootschap is een volmacht in de zin van Burgerlijk
Wetboek 3. Bij onbevoegd handelen kijk je dus ook naar andere mogelijke gronden
van gebondenheid in dit boek, zoals:
▪ Schijn (artikel 3:61 lid 2 BW);
▪ Bekrachtiging (artikel 3:69 lid 1 BW); of
▪ Schadevergoeding (artikel 3:70 jo. 3:78-79 BW).
• Als het onbevoegd handelen schade tot gevolg heeft, kan de derde te
goeder trouw schadevergoeding vorderen krachtens artikel 3:70 BW.
o Maatschap
In beginsel hebben afzonderlijke vennoten geen bevoegdheid om in naam van de
maatschap te handelen, tenzij volmacht verleend is in de maatschapsovereenkomst of
voor een specifiek geval (artikel 7A:1679 BW).


6

, o VOF/CV
Beherende vennoten hebben in beginsel de bevoegdheid om in naam van de
vennootschap te handelen (artikel 17 WvK).
▪ Tenzij:
• anders is bepaald in de overeenkomst (artikel 17 lid 1 WvK);
• de rechtshandeling niet dienstig is voor de verwezenlijking van het
doel van de vennootschap (artikel 17 lid 2 WvK); of
• in de vennootschapsovereenkomst een beperking is opgenomen
(artikel 17 lid 2 WvK).
o Denk bij beperkingen van deze bevoegdheid aan de beperking
tot een bepaald geldbedrag, het opnemen van een
goedkeuringseis of het uitsluiten van bepaalde handelingen.
▪ Noem naast artikel 17 WvK bij de CV ook altijd artikel 19 lid 2 WvK!
▪ Als in de vennootschapsovereenkomst een beperking is afgesproken, dan kan
dit slechts worden tegengeworpen aan een derde te goeder trouw wanneer
dit ingeschreven staat het handelsregister (artikel 25 lid 3 Hrgw).
• De derde moet dus wel te goeder trouw zijn!
▪ Als de VOF zelf in zijn geheel niet ingeschreven was in het handelsregister, mag
de derde ervan uitgaan dat het doel van de VOF onbeperkt is en dat alle
vennoten de VOF onbeperkt mogen vertegenwoordigen (artikel 29 WvK).
• De derde hoeft hier niet te goeder trouw te zijn!
o Maar: soms kan redelijkheid en billijkheid de gebondenheid
bij kwader trouw onaanvaardbaar achten (HR Bibolini).
• Aansprakelijkheid van de personenvennootschap
Wie wordt er gebonden wanneer de personenvennootschap een verbintenis aan gaat?
o Maatschap
De vennoten zijn in gelijke delen aansprakelijk, tenzij (artikel 7A:1680 BW):
▪ anders is bepaald in de overeenkomst met de derde (artikel 7A:1680 BW); of
• Je kan niet aansprakelijkheid voor iedere derde uitsluiten!
▪ de prestatie een ondeelbare prestatie betreft (artikel 6:6 lid 2 BW).
• Dan zijn de vennoten namelijk hoofdelijk aansprakelijk.
▪ Als er drie vennoten zijn, kan een derde iedere vennoot voor één derde
aanspreken.
o VOF/CV
De beherende vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk (artikel 18 WvK). De schuldeiser
kan het hele bedrag op één vennoot verhalen, wie dan onderling regres kan halen.
▪ Noem naast artikel 18 WvK bij de CV ook altijd artikel 19 lid 2 WvK!
▪ In beginsel zijn stille vennoten niet aansprakelijk (artikel 20 lid 3 WvK).
• Tip: bekijk ook “Gebondenheid aan derden na uit- en toetreding” het stappenplan!

Onrechtmatige daad door personenvennootschap
Om een onrechtmatige daad toe te rekenen aan een rechtspersoon of personenvennootschap,
moeten de gedragingen van natuurlijke personen in het maatschappelijk verkeer worden gezien als
gedragingen van die rechtspersoon/personenvennootschap hebben te gelden, bijvoorbeeld dat een
wethouder in functie van de gemeente handelt (HR Kleuterschool Babbel).
Er zal sowieso geen sprake zijn van het toerekenen van een onrechtmatige daad van een stille vennoot
aan de CV, wanneer deze stille vennoot binnen de grenzen van het beheersverbod van artikel 20 lid 2
WvK blijft.


7

,Afgescheiden vermogen
De gebonden gemeenschap maakt een afgescheiden vermogen; dit vermogen wordt afgescheiden van
het privévermogen. Als dit in de vennootschap zit, mogen de vennoten hier niet meer in privé over
beschikken.
• Zaakscrediteuren (schuldeisers van de vennootschap) kunnen zich verhalen op zowel
vermogen van de vennootschap als op privévermogen van de vennoot, maar privécrediteuren
(schuldeisers van de vennoot) kunnen zich niet verhalen op het afgescheiden vermogen (HR
Hovuma bij de CV met één beherend vennoot; HR Biek Holding bij de maatschap; HR
Boeschoten/Besier bij de VOF en de CV met meerdere beherende vennoten).
o HR Boeschoten/Besier is dit jaar niet voorgeschreven, maar het is goed om het belang
ervan toch te kennen en hem te noemen op het tentamen.
o Pas na ontbinding kan een privécrediteur bij het vermogen dat in de vennootschap zit
komen. Denk aan overlijden of faillissement van een vennoot in privé.
• Een zaakscrediteur heeft ten opzichte van een privécrediteur geen achtergestelde positie wat
betreft verhaal op een vennoot. Zij hebben gelijke rechten.
• Ook de CV met slechts één beherend vennoot heeft een afgescheiden vermogen (HR Hovuma).
• Kortom: zaakscrediteuren kunnen zich verhalen op het privévermogen én het vermogen in de
gemeenschap van de vennootschap, maar privécrediteuren kunnen zich alleen verhalen op
het privévermogen van de vennoot.
o De privécrediteur kan hier wél bij als de vennootschap ontbonden wordt. Als je als
privécrediteur kan bewerkstelligen dat de vennoot in privé failliet gaat (of overlijdt),
dan kan je ook bij het vermogen in de gemeenschap.
• Let op: afgescheiden vermogen is vermogen in de gemeenschap, maar geen eigen vermogen.
Personenvennootschappen hebben immers nooit eigen vermogen!
o De gemeenschap is geen gemeenschap in de zin van artikel 3:189 BW totdat deze
wordt ontbonden.
• Het is niet duidelijk of de zaakscrediteur zich eerst moet verhalen op het afgescheiden
vermogen voordat hij zich kan verhalen op het privévermogen van de vennoot. In de literatuur
is hier geen eenduidigheid over.




8

, WEEK 2 – PERSONENVENNOOTSCHAPPEN DEEL II

Gebondenheid aan derden bij opdracht van maatschap (artikelen 7A:1679-1680 BW, artikel 18 WvK)
Bij de maatschap zijn vennoten aansprakelijk voor gelijke delen (artikelen 7A:1679-1680 BW) en bij de
VOF/CV zijn de vennoten hoofdelijk aansprakelijk (artikel 18 WvK). Daarnaast kan verhaald worden op
de vennootschap haar afgescheiden vermogen (HR Boeschoten/Besier, HR Hovuma, HR Biek Holding).
• Buitenvennootschappelijke aansprakelijkheid is de aansprakelijkheid voor de tekortkoming in
de nakoming van een overeenkomst tot opdracht. Hierbij is geen sprake van aansprakelijkheid
in delen, maar een hoofdelijke aansprakelijkheid krachtens artikel 7:407 lid 2 BW, ook na
uittreden. Iedere maat in de maatschap is hoofdelijk aansprakelijk, en niet alleen degenen die
in het team zaten die de opdracht heeft uitgevoerd (HR Biek Holding, r.o. 3.5.1).
o Dit is regelend recht! Je kan deze vorm van aansprakelijkheid uitsluiten in de
overeenkomst van opdracht.
o In veel maatschappen wordt een beroep uitgeoefend. Vaak worden diensten
aangeboden in overeenkomst van opdracht (artikel 7:400 e.v. BW). Hierbij verbindt de
opdrachtnemer zich jegens de opdrachtgever om anders dan op grond van een
arbeidsovereenkomst werkzaamheden te verrichten die in iets anders bestaan dan
“het tot stand brengen van een werk van stoffelijke aard, het bewaren van zaken, het
uitgeven van werken of het vervoeren of doen vervoeren van personen of zaken”.
▪ Wanneer het dus gaat om dienstverlening buiten een arbeidsovereenkomst,
zijn de maten hoofdelijk aansprakelijk en niet gedeeltelijk aansprakelijk.
o Het gaat er hier wel om dat de maatschap de opdrachtnemer is.
o Deze aansprakelijkheid blijft bestaan na het uittreden.
▪ Of de toetredende vennoot ook aansprakelijk is wordt niet pertinent duidelijk
uit dit arrest, maar volgens de heersende literatuur is dit wel het geval.
• Indien de opdracht met het oog op de persoon is verstrekt, is ook die persoon (naast de
maatschap) persoonlijk aansprakelijk (artikel 7:404 BW; HR Biek Holding, r.o. 3.7).
o Dat betekent dat niet alleen de maatschap aansprakelijk gesteld kan worden voor het
geheel, maar ook de maat die gehouden is de opdracht uit te voeren. Dat hoeft niet
nadrukkelijk afgesproken te zijn, maar dat kan ook afgeleid worden uit de
omstandigheden.
o Wederom is dit regelend recht, en kan je er dus van afwijken in de overeenkomst van
opdracht!
• Kortom:
o Aansprakelijkheid krachtens artikel 7A:1680 BW
▪ rust op “degene die maat is op het tijdstip dat de betrokken schuld van de
maatschap ontstaat”; en
▪ blijft bestaan na uittreden.
o Aansprakelijkheid krachtens artikel 7:407 lid 2 BW
▪ rust op personen “die ten tijde van het aangaan van de overeenkomst partij
waren”; en
▪ blijft bestaan na uitreden.




9

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ramonvandenhoven. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 81113 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99
  • (0)
  Kopen