Probleem 1
Leerdoelen:
- Wat is een fobie en hoe ontstaat het?
- Wat is het verschil tussen angst en een fobie?
- Welke fobieën staan in DSM-5?
→ Gaat over specifieke fobieën, niet over eating disorders en trauma’s
- Hoe behandel je een fobie? Wat is exposure en hoe werkt het?
- Wat voor therapie wordt gebruikt voor welke fobie?
→ Opdracht maken waarbij je een hiërarchie opstelt, treatment plan opstellen
- Hoe werkt de diagnostisering van een bepaalde aandoening/stoornis?
- Hoe werkt de DSM-5 en wanneer wordt het gebruikt?
- Wat is de DSM-5 en wat staat erin?
→ In gedachten meenemen: wat zijn voor- en nadelen van DSM-5?
This problem regards specific phobias, social anxiety disorder and agoraphobia. The
following disorders are NOT part of this problem: panic disorder, generalized anxiety
disorder, obsessive-compulsive and related disorders, and trauma and stress related
disorders
Anxiety → houdt een algemeen gevoel van bezorgdheid over mogelijk toekomstig gevaar.
Fear → is een alarmreactie die optreedt als reactie op onmiddellijk gevaar.
Verschil tussen anxiety en fear
- Bij anxiety
o Kunnen we vaak niet duidelijk specificeren wat het gevaar is. Bijvoorbeeld:
'I'm anxious about my parents' health'
- Fear
o Wanneer de bron van het gevaar duidelijk is, wordt de emotie van de
ervaarder fear genoemd. Bijvoorbeeld: I’m afraid of snakes
o is een basisemotie. (gedeeld door veel dieren) dat activering van de "vecht-of-
vlucht" -reactie van het autonome zenuwstelsel omvat. Dit is een bijna
onmiddellijke reactie op elke onmiddellijke dreiging, zoals een gevaarlijk
roofdier of iemand die een geladen pistool richt.
Fear heeft 3 componenten
- cognitive/subjective components ("I feel afraid/terrified"; ''I'm going to die")
- physiological components (such as increased heart rate and heavy breathing)
- behavioral component (a strong urge to escape or flee)
De anxiety responspatroon is een complexe mix van onaangename emoties en cognities die
beide meer zijn gericht op de toekomst en veel diffuser dan fear. Maar net als fear, heeft het
,niet alleen cognitieve / subjectieve componenten, maar ook fysiologische en
gedragscomponenten
- Cognitieve/subjectieve level → omvat een negatieve stemming, zorgen over
mogelijke toekomstige bedreigingen of gevaar, zelfbezorgdheid en het gevoel niet in
staat te zijn de toekomstige bedreiging te voorspellen of deze te beheersen als deze
zich voordoet
- Fysiologisch level → creëert vaak een staat van spanning en chronische overmatige
opwinding, wat een weerspiegeling kan zijn van risicobeoordeling en bereidheid om
met gevaar om te gaan als het zich voordoet
Hoewel er geen activering is van de vecht-of-vlucht-reactie zoals bij fear, bereidt anxiety een
persoon voor op de vecht-of-vlucht-reactie als het verwachte gevaar zich voordoet. Op
gedragsniveau kan angst een sterke neiging creëren om situaties te vermijden waarin gevaar
kan ontstaan, maar er is niet de onmiddellijke gedragsdrang om te vluchten met anxiety
zoals er is met fear
Anxiety response patterns are highly conditionable
De anxiety disorders uit de DSM-5 zijn:
- Specific phobia
- Social anxiety disorder (social phobia)
- Agoraphobia
- Panic disorder → hoeven we niet te bespreken
- Generalized anxiety disorder → hoeven we niet te bespreken
Anxiety disorder → Een psychische stoornis die wordt gekenmerkt door een buitensporige
of opgewonden toestand en gevoelens van bezorgdheid, onzekerheid en angst
Anxiety as a comorbid condition → sommige klachten en verschijnselen kunnen staan voor
meerdere disorders. Overeenkomsten:
- Physiological symptoms of panic
- Cognitieve vooroordelen - zoals vooroordelen over informatieverwerking die ervoor
zorgen dat angstige mensen selectief aandacht besteden aan bedreigende stimuli
- de disfunctionele en oncontroleerbare volharding van bepaalde gedachten,
gedragingen of activiteiten
Een fobie is een aanhoudende en onevenredige angst voor een specifiek object of specifieke
situatie die weinig of geen reëel gevaar oplevert en toch leidt tot een grote mate van
vermijding van deze gevreesde situaties.
Uit de DSM-5 blijkt dat er 3 hoofdcategorieën van fobieën zijn → specific phobia, social
phobia, and agoraphobia.
, Specific phobia
→ als hij of zij sterke en aanhoudende angst vertoont die wordt veroorzaakt door de
aanwezigheid van een specifiek object of specifieke situatie, het beperkt hun dagelijkse
functioneren. Mensen met een specifieke phobia gaan deze situaties of objecten uit de weg.
Zelfs een plaatje van het desbetreffende kan al angst opwekken. Dit vermijden is een
hoofdkenmerk van fobieën; het komt zowel omdat de fobische reactie zelf zo onaangenaam
is, en vanwege de irrationele inschatting van de fobische persoon van de waarschijnlijkheid
dat er iets vreselijks zal gebeuren.
Komt bij 7-9% voor in de united states. 2:1 komt het bij vrouwen voor maar het hangt af van
de stimuli, dieren bijvoorbeeld overduidelijk vrouwen maar over bloed-injecties is het weer
gelijk
Welke fobieën staan er in de DSM-5?
Een fobie met unieke en interessante kenmerken → blood-injection-injury phobia →laten
evenveel walging als angst zien. Ze hebben een dramatische daling van zowel de hartslag als
de bloeddruk ipv een toenemende. Dit type fobie lijkt in hoge mate erfelijk te zijn.
, Hoe ontstaat een fobie of angststoornis?
- Psychoanalytic view (Freud)→ fobieën vertegenwoordigen een verdediging tegen
angst die voortkomt uit onderdrukte impulsen van de id. Omdat het te gevaarlijk is
om de onderdrukte id-impuls te 'kennen', wordt de angst verplaatst naar een extern
object of situatie die een symbolische relatie heeft met het werkelijke object van de
angst.
- Fobieën als aangeleerd gedrag (Wolpe and Rachman)→ classical conditioning
o Vicarious Conditioning → angst van iemand anders overnemen door te zien
dat iemand ergens heel bang voor is. Je neemt het over
- Individuele verschillen in leren. De ervaringen die mensen hebben gehad kunnen
ervoor zorgen of een fobie wel of niet tot stand komt. Bijvoorbeeld een individu die
jaren lang met vriendelijke honden heeft gespeeld en nu onverwachts een keer
gebeten wordt zal niet meteen een angst/fobie creëren. Het ligt aan de eerdere
bekendheid van het individu met een object of situatie om te bepalen of een fobie
ontstaat na een angstconditioneringservaring
- Evolutionary Preparedness for Learning Certain Fears and Phobias → voor bepaalde
dingen is er al een sort evolutionaire angst ontwikkelt. Bijvoorbeeld angst voor
slangen en niet voor motors. Vroeger was er namelijk al angst voor slangen en niet
voor motoren omdat die er nog niet waren.
- Biological Causal Factors → Genetische en temperamentvolle variabelen zijn van
invloed op de snelheid en kracht van het conditioneren van angst.
o een van de twee varianten op het serotonine-transporter-gen → meer kans
op fear
o gedragsgeremde peuters → eerder angst ontwikkelen
o meer fobieën gedeeld tussen eeneiige tweelingen dan twee-eiige tweelingen
o Non-shared environment grote invloed
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jenthewestra. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,79. Je zit daarna nergens aan vast.