Bevat meer dan 150 oefenvragen MET antwoord. Ook oefenvragen die niet in de hoorcolleges zijn opgenomen. Daarnaast bevat de samenvatting veel voorbeelden. Dit helpt bij het toepassingericht leren voor het tentamen.
Hoorcollege 1+2: kwaliteit van evidentie
Psychotherapie: is volgens Wampold & Izel een (vooral) interpersoonlijke behandeling met deze
kenmerken:
De behandeling is gericht op het verbeteren van een stoornis, probleem of klacht bij een cliënt
die daar hulp voor zoekt;
De behandeling wordt uitgevoerd door een therapeut die getraind is;
De behandeling is voldoende aangepast aan deze bepaalde cliënt en aan zijn of haar stoornis,
probleem of klacht;
De behandeling is gebaseerd op psychologische principes.
Bona fide (=betrouwbaar, deugdelijk) psychotherapie
Beschreven in een handleiding;
Gebaseerd op een coherente theorie over de aard van de psychopathologie en de aard van de
verandering die nodig is, inclusief een beschrijving van werkingsmechanismen en actieve
ingrediënten van de behandeling;
Gebaseerd op modellen en principes waar onderzoeksevidentie voor bestaat (bestaande
stromingen binnen gedrags-, systeem- of psychodynamische therapie);
Worden al langere tijd uitgevoerd;
Uitgevoerd door een academisch opgeleide behandelaar;
Afgestemd op individuele hulpvraag, klachten en problemen van de cliënt;
Gebaseerd op face to face meetings en dus op een therapeutische relatie.
Evidence-based
Evidence-based behandelmethoden zijn theoretisch onderbouwd en worden ondersteund door
wetenschappelijke evidentie;
Wetenschappelijke evidentie is afgeleid uit onderzoek; de kwaliteit van het design zegt iets over
de kwaliteit van de evidentie;
Niet alle evidentie is even sterk; in richtlijnen worden aanbevelingen gebaseerd op de kwaliteit
van de evidentie die voor diverse behandelmethoden werd verzameld;
Diverse designs verschillen in de mate waarin ze doorgaans focussen op diverse aspecten van
interne versus externe validiteit;
o Interne validiteit: hoe overtuigend kan het waargenomen behandeleffect inderdaad aan
de specifieke interventie zelf worden toegeschreven? Het accent ligt in het design op het
kunnen borgen van conclusies als er een behandeleffect wordt gevonden. Hierbij worden
factoren onder controle gehouden, zoals in RCT;
o Externe validiteit: hoe representatief/generaliseerbaar zijn de conclusies uit deze studie
voor de dagelijkse klinische praktijk? Dit gaat lastiger wanneer de externe validiteit laag
is.
Beide soorten validiteit kunnen niet tegelijk hoog zijn. Het is de ene of de andere die hoog is.
Types design:
Case study design
Case study design met herhaalde metingen
One group pre-post treatment design
Pretest-posttest nonequivalent groups design
, Randomized Controlled design
Case study design (gevalsstudie):
Erg gedetailleerde beschrijving van de toepassing van een behandelmethode bij een of een
beperkt aantal gevallen. Hierdoor wordt de theorie rijk in kaart gebracht.;
Klein aantal gevallen waarbij methode getest kan worden. Bijv. bij bepaalde comorbiditeit die
zelden voorkomt;
Kwalitatieve benadering. Wat maakt dat de interventie werkt?;
Thick description: gedetailleerde en dichte beschrijving van de casus in al haar facetten;
Studie van de casus in haar natuurlijke context. Daarbij kunnen zaken meegenomen worden die
buiten de interventie om invloed hebben gehad;
Gerichte keuze van een case op basis van de verwachting dat die veel informatie kan opleveren
(representatief voor de theorie, eerder dan voor de populatie).
Voordelen
Kleinschalig, pilot, passend bij ontwikkelfase van een nieuwe behandelmethode;
Nauwkeurige en rijke observaties en beschrijvingen;
Onderzoek van unieke of zeldzame gevallen;
Vaak erg geschikt om hypotheses over de specifieke werkingsmechanismen van een behandeling
te genereren;
Focus kan niet alleen liggen op de interventie, maar ook op de beschrijving van de context waarin
de interventie werd uitgevoerd.
Nadelen
Generaliseerbaarheid is beperkt: weinig representatief voor de populatie. Vaak worden cases
geselecteerd omdat ze werkzaamheid aantonen en zijn ze dus weinig representatief voor de
werkzaamheid in een bredere groep;
Weinig informatie over de grootte van het effect omdat slechts één of enkele cases worden
onderzocht;
Interne validiteit is volgens critici laag: geen controlegroep en dus weinig controle of de effecten
niet bijv. aan placebo zijn toe te schrijven.
Historische voorbeelden: Anna O (Freud), Kleine Hans (Freud) en Little Albert (Watson).
Case study design met herhaalde metingen (single case experimental design):
Kwantitatieve case study, waarbij je herhaalde metingen uitvoert volgens een bepaald schema
dat samenhangt met het toedienen en onthouden van de interventie (AB, ABA, ABAB etc.). Het
schema bestaat uit het wel of niet toedienen van een interventie.
Het principe is dat de n klein is, maar het aantal meetmomenten hoog, waarbij bovendien de
meetmomenten toevallig verdeeld kunnen worden over de condities (toediening/onthouding);
Interne validiteit neemt toe door de verwachting dat de veranderingen in de uitkomstvariabelen
samenhangen met het al dan niet toedienen van de interventie.
Voordelen
Meer interne validiteit: causaliteit kan beter worden getoetst door bijv. de metingen tijdens de
baseline (onthouden van interventie) te vergelijken met de metingen tijdens de toediening van
de interventie (waarbij je een toenemend effect verwacht bij hogere dosis).
,Nadelen:
Arbeidsintensief voor deelnemers (veel metingen)
Minder sterke generalisering naar populatie (minder representativiteit)
One-group pre-post treatment design:
Quasi-experiment (=er wordt niet gerandomiseerd en niet dubbelblind uitgevoerd) waarbij een
specifieke uitkomst waarvan wordt verwacht dat ze zal worden gerealiseerd door de interventie
(bijv. vermindering van depressiviteit) gemeten wordt bij een groep patiënten voor én na de
toepassing van de interventie;
De groep van deelnemers wordt niet-toevallig geselecteerd, dus niet ad random;
Geen controlegroep, dus wat de interventie veroorzaakt;
Het effect van de interventie wordt geëvalueerd door de meting voor en na de interventie met
elkaar te vergelijken, waarbij de nulhypothese is dat er geen verschil is;
Voordelen
Dit design kan worden toegepast wanneer het niet ethisch (iemand een interventie niet geven) is
om te randomiseren (bijv. omdat je haast zeker weet dat de onderzochte behandeling beter is
dan iets anders);
Dit design kan worden toegepast wanneer er geen randomisering mogelijk is of wanneer er geen
controlegroep haalbaar is;
Dit design is makkelijker uit te voeren en vraagt minder middelen. Door efficiëntie veel toegepast
in klinische praktijk.
Nadelen
Interne validiteit: de aanname is dat het verschil in score voor en na de interventie het effect van
de interventie weergeeft. Er kunnen diverse andere redenen zijn waarom de verandering
optreedt, zoals het natuurlijke beloop.
Pretest-posttest nonequivalent groups design:
Je vergelijkt het verschil tussen voor- en nameting van twee
groepen (behandelgroep en controlegroep);
Deelnemers worden niet random verdeeld over beide
groepen.
Voordelen:
Praktischer en makkelijker toepasbaar dan een RCT (geen
random toewijzing);
, Toepasbaar om bijvoorbeeld twee interventies te vergelijken die op verschillende locaties
worden uitgevoerd.
Nadelen:
Interne validiteit is zwakker door selectie bias: het zou kunnen zijn dat er systematische
verschillen zijn tussen de deelnemers in beide condities die impact hebben op de
uitkomstmetingen.
Randomized Controlled Trial:
Je vergelijkt het verschil tussen voor- en nameting
van twee groepen (behandelgroep en
controlegroep);
Deelnemers worden random verdeeld over beide
groepen (behandel en controlegroep);
Dit is het paradigma van een psychologisch
experiment.
Voordelen
Interne validiteit is bij dit opzet het sterkst: het
randomiseren vermindert de selectie- en
toewijzingsbias (bijv. leeftijd), waardoor bekende en
onbekende prognostische factoren in beide condities
in evenwicht zijn. Randomisering zorgt ervoor dat de
invloed van de proefleider en van de deelnemers op
de keuze voor de conditie wegvalt;
Doordat mogelijke confounding variables at random
worden verdeeld over de twee condities zullen ze naar alle waarschijnlijkheid minder een rol
spelen in de uitkomsten: voorgeschiedenis, maturatie, regressie naar het gemiddelde. Hoe
kleiner je groep, hoe groter de kans dat de verschillen minder goed verdeeld zijn;
Randomisering is vooral geschikt om causale invloed te onderzoeken: dat een bepaalde
behandeling bepaalde effecten veroorzaakt;
Meestal worden RCT’s beschouwd als de sterkste vorm van evidentie omdat er controle wordt
uitgeoefend op diverse mogelijke variabelen die de verschillen in behandelresultaten kunnen
verklaren.
Nadelen:
Randomisering is niet steeds ethisch te verantwoorden. Bijvoorbeeld wanneer je een heel
duidelijk idee hebt dat de éne condities duidelijk beter is dan de andere;
Externe validiteit is vaak lager: RCT’s worden vaak in ideale en enigszins kunstmatige
omstandigheden uitgevoerd. Condities worden gepolijst die niet lijken op een natuurlijke setting;
Dure studies.
Types vraagstellingen in een RCT
Is een nieuwe interventie effectief in ideale omstandigheden vs. Is een interventie die al eerder
effectief bleek in ideale omstandigheden, ook effectief in de dagelijkse klinische praktijk? Efficacy
versus Effectiveness
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper xoxosannew. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.