H3: urogenitale zorg
1. Analyse urinestaal
1.1. Algemeen
= verkrijgen van vers urinemonster dat goed bewaard wordt. Gebruik van zuiver recipiënt en koel bewaren. Zo niet
bacteriële groei om de 20min verdubbelen, PH alkalisch, celafbraak. Best ochtendurine
1.2. Urineonderzoek
Kleur, geur, hoeveelheid, ph, aanwezigheid van stoffen die niet thuishoren aangetoond
1.2.1. Urine teststroken
Kwalitatief via speciale teststroken of sticks via testvakjes weten of een bepaald stof al dan niet aanwezig is
Teststroken: soortelijk gewicht, pH, nitriet, glucose, proteïne (albumine), leukocyten, bloed (erytrocyten,
hemoglobine), ketonen (aceton), urobiline en bilirubine.
1.2.2. Het urinesediment
= belangrijk voor het vaststellen van een pathologisch proces in de niet of urinewegen
Wordt verkregen door de urine te centrifugeren in reageerbuis resterende urine verwijderd en sediment
wordt op een objectglaasje gebracht en bekeken onder de microscoop
Aanwezigheid leukocyten (pyurie) urineweginfectie of ontstekingsproces
Onderzoek Normaal Afwijkend
Kleur Helder tot lichtgeel Rood (bieten, bloed)
Donkergeel/bruin (icterus)
Hoeveelheid 1500ml/24u Polyurie: >2000ml/24u
Oligurie 300-750ml/24u
Anurie <300ml/24u
Soortelijk gewicht 1010-1030 Hoger (glucosurie, proteïnurie)
Eiwitgehalte Weinig Verhoogd (UWI, nefrotisch
syndroom, ziekte kahler)
Urinesediment Kristallen / cilinders Leukocyten (UWI)
erytrocyten (tumor,
glomerulonefritis UWI), bacteriën
( UWI)
Cilinders (eiwitten)
Urinecultuur <1000 bacteriën/ml >100 000 bacteriën/ ml (UWI)
Glucosegehalte 0 Verhoogd (diabetes)
1.2.3. Urinecultuur
Bij sterk vermoeden UWI kan na bevestiging via urinesediment beslist worden om urinekweek in te zetten
Pt adequaat antibiotisch behandelen
1.3. Hematurie
Macroscopische hematurie: bloed kan je met het blote oog zien ( na operatie thv urinewegen, trauma door
blaaskatheterisatie, traumatisch manipuleren verblijfskatheter)
Microscopische hematurie: alleen microscopisch >3 erytrocyten/ gezichtsveld
Erytrocyten met normale vorm = urologische aandoening of trombi
Oorzaken: niercarcinoom, pyelonefritis, antistollingstherapie
, 1.4. Glucosurie
Glucose in de urine heeft altijd een pathologische oorsprong. Gebruik vit C, aspirine kunnen vals positieve uitslag
geven.
Wijst altijd op zwangerschapsdiabetes, diabetes mellitus
1.5. Ketonurie
Kan ketonen bevatten bij pt met diabetes. Kan ook na zware lichamelijke inspanning, braken, koorts, hongeroedeem
1.6. Proteïnurie
Meestal door nefropathieën aan falen van de glomeruli en gewijzigde tubulaire reabsorptie
2. Urineweginfecties en urosepsis
Vooral vrouwen, blaaskatheters, bij man met prostaatlijden voornamelijk om opstijgende infecties met
kiemen uit colon
Behandeling= AB
2.1. Cystitis
= blaasontsteking veroorzaakt door gramnegatieve bacteriën (E.coli)
Urine >100 000 bacteriën/ml , aanwezigheid RBC en WBC
Symptomen: kleine hoeveelheden plassen (pollakisurie), valse mictiedrang, dysurie
Bij ouderen vaak asymptomatisch: koorts met onduidelijke oorsprong, verward, incontinent
Gecompliceerde UWI: breidt zich uit naar nieren of prostaat
Recidiverende UWI: minstens 3 episodes
Preventie: voldoende vocht, urineren na coïtus en geen prikkelende zepen gebruiken
2.2. Prostatitis
= ontsteking van de prostaat
4 vormen: acute bacteriële prostatitis, chronische bacteriële prostatitis, chronisch pelvien pijnsyndroom en
asymptomatische inflammatoire prostatitis
Symptomen afh van type
Bevorderende factoren: verblijfskatheter, urethrastrictuur of urologische ingrepen
Rectaal onderzoek toont een pijnlijke gezwollen prostaat met echografisch goed zichtbare calcificaties
Behandeling: langdurige toediening van AB met goede prostaatpenetratie
2.3. Urethritis
Ontsteking plasbuisveroorzaakt door gonokokken of chlamydia trachomatis
2.3.1. Gonorroe
= seksueel overdraagbare aandoening
veroorzaakt door gramnegatieve niet- sporenvormende diplokok Neisseria gonorrhoeae
bij onbehandelde gevallen kan steriliteit ontstaan indien ook de teelballen geïnfecteerd zijn
Mogelijke complicaties bij de man: epididymitis, prostatitis, urethrale stricturen, bij vrouwen kent de ziekte een
sluipend verloop
Bij vrouwen baarmoederhals is geïnfecteerd en in een later stadium ontstaat buikpijn omwille van complicaties
Symptomen: toegenomen vaginale afscheiding, tussentijds bloedverlies, dysurie