- Alle organismen zijn samengesteld uit 1 of meerdere cellen
- Cellen zijn de kleinst levende dingen
- Cellen ontstaan alleen uit reeds bestaande cellen (→ continue lijn van afstammelingen)
Celgrootte = gelimiteerd (celgrootte neemt toe → duurt langer voor inkomend/uitkomend
materiaal om te diffunderen1 van celmembraan tot binnen in cel)
Prokaryoten (ééncellig): bv. bacteriën
Eukaryoot (kern met membraan): bv. zenuwcel
→ voordeel meercellige organismen: specialisatie doen + aan bepaalde celtypes een specifieke
functie toekennen (zenuwcel, spiercel…)
Cellen: alleen waargenomen met microscopen
- Lichtmicroscoop (onderscheiding structuren op 200nm van elkaar)
- Elektronenmicroscoop (op 0.2nm van elkaar)
Structuren die cellen gemeen hebben:
- Genetisch materiaal: in kern/nucleus (omringd door nucleaire enveloppe bij euk.)
o Doorgeven aan elke dochtercel
o Bij prokaryoten niet mooi afgelijnd met membraan errond (wel nucleoid regio)
- Cytoplasma: semi-vloeibare matrix (bevat cytosol + organellen)
- Plasmamembraan: dubbele fosfolipide laag (eiwitten met specifieke functie2 erin+
cholesterol)
Buitenrand cel
1
In elkaar doordringen, zich vermengen
2
Transporteur ionen + ligandinteractie aangaan
,1.2 OPBOUW PROKARYOTE CEL
1.2.1 OPBOUW
- Geen celkern → genetisch materiaal in nucleoid/kernzone
- Cytoplasma (omringd door plasmamembraan) → ingekapseld door celwand
- Plasmamembraan + celwand
- Ribosomen (eiwitsynthese)
- Geen membraan-omgeven organellen (belangrijk bij het uit elkaar houden van eukaryoten
en prokaryoten)
- Eenvoudig cytoskelet (complex bij de euk.)
- Roterend flagellum (beweging van of naar stimulus)
1.2.2 KARAKTERISTIEKEN
2 types:
• Archaea: geen peptidoglycaan in celwand
• Bacteria: celwand bestaat uit peptidoglycaan
o Gram positief = veel peptidoglycaan
o Gram negatief = weinig peptidoglycaan
3
Compartimentjes maken i/d cel en deze specifieke functies toekennen
,• Geen vacuole en chloroplasten
• Centriool: maakt de spoelfiguur (gelinkt aan de celdeling)
• Ribosomen: synthetiseren van eiwitten (eitwitsynthese)
, 1.3.1 DE CELKERN
- Bevat genetisch materiaal i/d vorm van lineaire chromosomen
(DNA + eiwitten = chromatine)
- Omgeven door nucleaire enveloppe → bestaat uit 2 dubbele fosfolipide lagen
- Nucleaire lamina (vorming nucleaire enveloppe)
→ bestaat uit intermediaire filamenten
- Nucleaire poriën [passage van eiwitten (in) en RNA (uit)]
- Nucleoli (synthese rRNA + rRNA-eiwit complexen)
• Nucleolus (i/d kern)
o werking ribosomen aansturen
o cluster van ribosomaal RNA genen + ribosomaal proteïne
• Nucleoplasma (daarin chromatine: DNA + eiwit)
• Kernporie: veel materiaal in en uit kern
o Uit: boodschapper RNA
o In: boodschapper moleculen voor regeling juiste eiwitsynthese
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper merelBMW. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €11,49. Je zit daarna nergens aan vast.