100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Begrippenlijst (bvj) vwo5 hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2 €7,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Begrippenlijst (bvj) vwo5 hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2

 6 keer bekeken  0 keer verkocht
  • Vak
  • Niveau

In dit document worden alle begrippen uit beide hoofdstukken goed beschreven.

Voorbeeld 2 van de 9  pagina's

  • 29 maart 2022
  • 9
  • 2021/2022
  • Samenvatting
  • Middelbare school
  • 5
avatar-seller
Biologie Thema 1 begrippen lijst.
§1 Regeling en homeostase
Normwaarde*: waarde die optimaal zijn voor processen (concentraties, temperatuur zuurgraad etc)
in het menselijke lichaam
Dynamisch evenwicht: de toestand waarin de hoeveelheid aanvullingen van een stof gelijk zijn aan de
natuurlijke afvoer.
Regelkring: systemen in je lichaam die ervoor zorgen dat een bepaalde waarde rond de norm zal
werken.
Homeostase: evenwicht in het lichaam van bepaalde stoffen.

Negatieve terugkoppeling: wanneer een toename van een resultaat een remming veroorzaakt
Positieve terugkoppeling: wanneer een toename van een resultaat het process versterkt

Uitwendig milieu: de omgeving rond een organisme
Inwendig milieu: alles binnen het organisme

§2 Hormonale regulatie
Signaalmoleculen: de moleculen die de communicatie tussen cellen regelen
Signaalstoffen: de stoffen die worden gebruikt om tussen de cellen te communiceren.
Hormonen: signaalstoffen die worden gebruikt door signaal moleculen
Endocriene klieren: hormoon klier, afgever van hormonen aan het bloed
Exocriene klieren: klieren die hun stoffen door middel van een afvalbuis afgeven.

Receptoren: plek waar hormoon zich kan binden aan een orgaan
Doelwitorganen: de organen met receptoren voor bepaalde hormonen
Hormoonspiegel: hormoonconcentrstie in het bloed

Hormoon-receptorcomplex: de binding van een hormoon aan een receptor
Second messager: signaal molecuul dat wordt gevormd na binnen komen hormoon-receptorcomplex
Signaal cascade: wanneer er een singaal via meerdere schakels in de cel wordt doorgegeven
Cascade: waneer er een signaal via meerdere schakels in de cel wordt doorgegeven

Hormoonstelsel: alle hormoonen in je lichaam stelsel

Hypofyse: in de hersenen,produceert verschillende hormonen
Hypothalamus: het gedeelte van je hersenen dat boven je hypofyse ligt
Neurosecretie: wanneer hormonen door neuronen worden gevormd
Neurohormonen: de gevormde hormonen door neuronen
Inhibiting hormonen: zorgt ervoor dat endocriene cellen in de hypofysevoorkwab geen hormonen
meer produceren.
Releasing hormonen: stimuleren de endocriene cellen in de hypofysevoorkwab juist om bepaalde
hormonen te produceren.

Andrenocorticotroop hormoon: hormoon dat wordt geproduceerd door stress
Groeihormoon: regelt de groei en ontwikkeling.
Prolactine: speelt rol bij vergroting melkklieren
Oxytocine: stimuleert het onstaan van weeën aan het einde van zwangerschap / begin geboorte
Antidiuretisch hormoon: regelt het resorptie van water in de nieren bij vorming urine.

Schildklier: hormoonklier in de hals, voor het strottenhoofd
Thyroxine: hormoon dat stofwisseling beïnvloed en stimuleert verbranding van glucose.
Schildklierhormoon: thyroxine

, Spijsverteringshormonen: hormonen die de spijsvertering beïnvloeden
Eilandjes van langerhans! Endocrien hormoon verspreid tussen de alvlies-klier cellen. Produceren
insuline door middel van toevoor van insuline
Glucagon: hormoon wat wordt gemaakt in alvlees klier (worden door alfa-cel gemaakt). Verhoogt
bloedsuikerspiegel.
Insuline: hormoon dat gemaakt wordt in de alvleesklier (door beta-cellen) zorgt ervoor dat
glucoseconcentratie in bloed ongeveer hetzelfde blijft
Bloedsuikerspiegel: de glucoseconcentratie in hey bloed

Epo (erytropoëtine): hormoon dat productie rode bloedcellen stimuleert in het rode beenmerg. Met
als doel zuurstof gehalte in nieren te verhogen.
Bijnierschors: maakt cortisol, aldosteron (handhaven bloeddruk) en geslachtshormonen.
Bijniermerg: bij stress reactie produceert adrenaline.
Adrenaline: hormoon dat vrij komt bij stress situatie, zorgt voor snelle, kortdurende werking en
bevordert stofwisseling. Glucoseconcentratie in het bloed, ademhalingsfrequentie en
hartslagfrequentie nemen toe. Organen die niet belangrijk zijn voor snelle reactie worden geremd
(verteringstelsel).
Cortisol: stresshormoon, onderdrukt afweersysteem en verhoogt glucoseconcentratie in het bloed

§3 Het zenuwstelsel
Centrale zenuwstelsel: de grote hersenen, hersenstam en ruggenmerg. Controle centrum van je
lichaam.
Perifere senuwstelsel. De zenuwen die alle delen van het lichaam verbinden met het centrale
zenuwstelsel.

Animale zenuwstelsel: regelt de bewuste reacties, houding en beweging van het lichaam
Autonome zenuwstelsel / vegatieve zenuwstelsel: regelt mer name de werking van de organen

Prikkels: verandering in de uitwendige of inwendige omgevening (waarop een organisme reageert)
Impulsen: electrische lading die door axonen en dendrieten word verplaatst. Electrische signalen.

Receptoren: ook wel zintuigen, de ontvangers van de prikkels. Ze zetten deze om in impulsen
Conductoren: ook wel neuronen, deze geleiden de impulsen
Effectoren: uitvoerders van de impulsen (klieren / spieren)

Neuronen (zenuwcellen): geleider van prikkel dmv axonen en deutrieten.
Gliacellen: zorgen voor stevigheid in zenuwweefsel, maken myeline aan, beschermen en voeden
neuronen en handhaven de homeostase van de weefselvloeistof die de neuronen omgeeft.
Neuro-transmitters: overdrachtstoffen met bepaalde lading.

Dendriet: een uitloper die impulsen ontvangt en naar het cellichaam toe geleidt.
Axon: uitloper die impulsen van het cellichaam af geleidt.
Myelineschede: geleiders die de uitlopers van neuronen beschermen en isoleren
Cellen van Schwann: de gliacellen die de uitlopers van neuronen omsingelingen
Synapsen: een spleet tussen het uiteinde van een axon van een neuron en de doelwiteicel.

Sensorische neuronen: geleiden impulsen van receptoren naar het centrale zenuwstelsel
Schakelneuronen: geleiden impulsen binnen het centrale zenuwstelsel
Motorische neuronen: geleiden impulsen van het centrale zenuwstelsel naar spieren en klieren.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lunaklaase. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75323 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,49
  • (0)
  Kopen