In dit document staan de belangrijkste risicotaxatie instrumenten overzichtelijk beschreven. Per instrument wordt de generatie, het doel en de belangrijkste kenmerken benoemd.
StatRec (Static Risk of Recidivism)
Generatie: actuarieel instrument (2e generatie)
Er worden 6 items gescoord:
1. Geslacht
2. Leeftijd
3. Geboorteland
4. Type delict
5. Eerdere veroordelingen
6. Opeenvolging van justitiële contacten
Betrouwbaarheid: we zien dat het recidive goed voorspelt (AUC= 0.80).
LS/CMI (Level of Service/Case Management Inventory)
Generatie: vierde generatie actuarieel
Gebaseerd op het RNR model en ontwikkelt door Andrews en Bonta.
Acht secties worden gescoord:
1. Algemene risico-/behoeftefactoren
2. Specifieke risico-/behoeftefactoren
3. Gevangeniservaring/institutionele factoren
4. Andere patiënt kwesties
5. Speciale responsiviteitsoverwegingen
6. Samenvatting en over-ride van risico’s/behoeften
7. Risico/behoeften profiel
8. Programma’s/plaatsingsbesluit
DRAOR (Dynamic Risk Assessment for Offender Re-Entry)
Generatie: vierde generatie gestructureerd klinisch oordeel
Doelgroep: personen die in de gemeenschap verblijven
Wat: stabiele risicofactoren, acute dynamische risicofactoren en beschermende
factoren.
Dit instrument wordt gebruikt om de kans op recidive te schatten wanneer personen
in de gemeenschap verblijven. Dit instrument geeft je richtlijnen over hoe je verder
kan gaan met planning en risicobeheer. Het voorspelt nieuwe veroordelingen en her
opsluiting. De beschermende sub schaal voorspelt inbreuken op voorwaardelijke
vrijlating.
SAVRY (Structured Assessment of Violence Risk in Youth)
Generatie: gestructureerd klinisch oordeel (3e generatie)
Doelgroep: jongeren 12 – 18 jaar in een forensische instelling.
Wat: inschatten recidive van geweld; dynamische en statische factoren.
Je scoort dit instrument aan de hand van een gestructureerd interview +
dossierinformatie. Gebaseerd op zes principes:
Systematisch: de risicofactoren en beschermende factoren die besproken
worden in de SAVRY zijn goed gedefinieerd.
Empirisch gefundeerd: de items zijn gebaseerd op het best beschikbare
onderzoek en de richtlijnen van de praktijk.
Ontwikkelingsgericht geïnformeerd: de risicofactoren en beschermende
factoren zijn gebaseerd op hun relatie tot adolescenten, en niet tot kinderen of
volwassenen.
Behandelingsgericht: de items die zijn gescoord hebben directe implicaties
voor de behandeling.
1
, Flexibel: het maakt het mogelijk om casus specifieke factoren in overweging
te nemen samen met de factoren die zijn afgeleid van het onderzoek.
Praktisch: het is belangrijk dat je niet te veel tijd kwijt bent aan het scoren van
het instrument.
Er zijn in totaal vier domeinen waar op wordt gescoord:
1. Historisch risico (statische factoren)
2. Contextueel risico (dynamische factoren)
3. Individueel risico (dynamische factoren)
4. Beschermende factoren (dynamische factoren)
De risico factoren (24 items) worden gescoord op een driepuntsschaal: laag (0),
gemiddeld (1), hoog (2).
De beschermende factoren worden gescoord op een tweepuntsschaal:
aanwezig/afwezig (6 items).
Betrouwbaarheid: de SAVRY is matig/goed voorspellend (AUC= 0.66).
Algemeen: dit instrument bevat zowel statische- als dynamische risicofactoren,
waardoor je een heel breed scala aan mogelijkheden hebt met de resultaten. Doordat
je dynamische factoren weet kan je interventies en behandelingen aanpassen. De
statische factoren geven een indicatie in hoeverre er toezicht gehouden moet
worden. Als je de dynamische factoren meerdere keren meet kan je de voortgang
van de cliënt in kaart brengen. De nadruk ligt hier op beschermende factoren, je hoeft
dus geen extra instrument af te nemen.
SAPROF-YV (Structured Assessment of Protective Factors for violence risk – Youth
Version)
Generatie: gestructureerd klinisch oordeel (3e generatie)
Doelgroep: jongeren 12 – 23 jaar
Wat: inschatten geweld en beschermende factoren
Dit instrument wordt gemeten met vier sub schalen:
1. Resilience
2. Motivational
3. Relational
4. External
De items worden gemeten met op een driepuntschaal (0,1,2).
Betrouwbaarheid: AUC= 0.74.
VRS-YV (Violence Risk Scale – Youth Version)
Generatie: actuarieel (2e generatie)
Doelgroep: jongeren
Wat: inschatten geweld
Dit instrument is gebaseerd op het RNR model. Het is speciaal voor jongeren omdat
het gevoelig is voor ontwikkelingsproblemen.
Er worden 4 statische items en 19 dynamische items gescoord op een vierpuntschaal
(0 – 3).
Betrouwbaarheid: AUC= 0.75 (voor jeugd geweld)
CBCL (Child Behavior Checklist)
Wat: niet risico specifiek instrument
Doelgroep: kinderen/adolescenten 6 – 18 jaar
Wat: wordt gebruikt bij de screening van psychopathologie bij kinderen, meet
gedrags- en emotionele problemen.
Het bestaat uit 8 psychopathologie schalen:
1. Teruggetrokken/depressief
2
, 2. Somatische klachten
3. Angstig/depressief
4. Sociale problemen
5. Denkproblemen
6. Aandachtsproblemen
7. Regel vertredend gedrag
8. Agressief gedrag
Wanneer kinderen een hoge somscore hebben op de schalen angstig/depressief,
aandachtsproblemen en agressief gedrag, heeft het kind een CBCL-dysregulatie
profiel.
CBCL-dysregulatie profiel: kinderen met dit profiel hebben een verhoogd risico op
antisociaal gedrag. Dit profiel is erfelijk, stabiele factor over tijd heen en consistent in
verschillende landen. Dit profiel kan helpen voorspellen van AS 1 stoornissen. Een
hogere score op dit profiel is voorspellend voor meer vijandigheid.
HCR-20v3 (Historical-Clinical-Risk Management-20, Version 3)
Generatie: vierde generatie gestructureerd klinisch oordeel
Doelgroep: volwassenen 18+ (mannen en vrouwen)
Wat: risico op algemeen geweld evalueren (persoon hoeft geen voorgeschiedenis
van geweld te hebben).
Stappen scoren van de HCR-20v3:
1. Informatie verzamelen
a. Doe dossieronderzoek en een interview met de cliënt. De informatie moet
een samenvatting geven van gewelddadige handelingen en gedachten uit
het verleden met daarbij in kaart gebracht de aard, frequentie, ernst,
slachtoffers, context en wapengebruik.
2. Aanwezigheid van risicofactoren
a. Orden de informatie en kijk welke risicofactoren gerelateerd zijn hieraan.
Je meet in totaal 20 risicofactoren:
i. 10 historische factoren: gericht op het verleden. Dit zijn items die
gaan over het functioneren, gedragingen en de ervaringen uit het
verleden. Als de items op enig moment aanwezig zijn geweest,
worden ze gescoord.
ii. 5 klinische factoren: gericht op de huidige situatie. Deze items
hebben betrekking op het recente of huidige psychosociale welzijn,
mentale gezondheid en het gedragsmatig functioneren. Items
worden gescoord op aanwezigheid. Je gebruikt meestal een
tijdsframe van 1 tot 6 maanden.
iii. 5 risicomanagement factoren: gericht op de toekomst. Deze items
gaan over toekomstig functioneren, psychosociale aanpassing en
gebruik van professionele plannen.
b. Je scoort de items op een 3-niveausysteem:
i. Jaàde informatie toont aan de de factor aanwezig is.
ii. Deelsàde informatie toont aan dat de factor mogelijk of
gedeeltelijk aanwezig is.
iii. Neeàinformatie toont aan dat de factor niet aanwezig of niet van
toepassing is.
iv. Openlatingàer is geen betrouwbare informatie op basis waarvan
de aanwezigheid van de factor beoordeeld kan worden.
3. Relevantie van risicofactoren
a. In deze stap wordt de relevantie van de risicofactoren beoordeeld met het
oog op het ontwikkelen van risicomanagement plannen.
b. Relevantie: de mate waarin de factor een cruciale rol heeft gespeeld in het
gewelddadig gedrag van de cliënt en het belang van de factor voor het
3
, voorkomen van toekomstig geweld. Je scoort dit op een driepuntschaal
(laag, matig, hoog).
4. Risico formulering
a. Goed begrip krijgen waarom iemand gewelddadig handelde in het
verleden en waarom ze dit in de toekomst weer kunnen/zullen gaan doen.
De informatie uit de vorige stappen integreer je hier in een framework.
5. Risicoscenario’s
a. Je brengt hier in kaart: wat is het precies waar ik bezorgd over ben dat
deze persoon zou kunnen doen? Je ontwikkelt geïnformeerde,
beredenerende prognoses over toekomstig gedrag + de contexten die
kunnen leiden tot een bepaalde uitkomst van geweld. Er zijn een aantal
bruikbare strategieën voor het genereren van risico scenario’s:
i. Herhaling (repeat) scenario: zelfde type delict + soortgelijke
motieven.
ii. Wending (twist) scenario: verandering in aard van geweld.
iii. Escalatie scenario: neemt in ernst toe.
iv. Optimistisch scenario: verminderd in ernst.
6. Management planning
a. In deze stap geef je aanbevelingen voor risicomanagement strategieën
gebaseerd op kennis uit voorgaande stappen. Aangeraden wordt gebruik
te maken van het RNR-model idee.
b. Risicomanagement kan onderscheiden worden in vier basisactiviteiten:
i. Monitoren: veranderingen in risico over tijd evalueren.
ii. Toezicht: berken persoonlijke rechten en vrijheden.
iii. Behandeling: problemen verbeteren.
iv. Planning veiligheid slachtoffer: veiligheid potentieel slachtoffer
waarborgen.
7. Eindoordelen
a. Je maakt een samenvatting over het risiconiveau en prioritering van
diensten: risico op toekomstig geweld in het algemeen, risico op ernstig
fysiek geweld/letsel, risico op acuut dreigend geweld.
b. Hoe meer risicofactoren aanwezig zijn, hoe hoger het risico is en hoe
dringender en meer noodzaak tot interventie/management er is.
c. Eindconclusie:
i. Laag risico: geen behoefte aan interventie + monitoring.
ii. Matig risico: enkele management strategieën + toezicht.
iii. Hoog risico: dringende noodzaak risicomanagement.
Betrouwbaarheid: hoge predictieve validiteit.
HKT-R (Historisch, Klinisch en Toekomst – Revisie)
Generatie: vierde generatie gestructureerd klinisch oordeel
Doelgroep: mannen met psychotische kwetsbaarheid en/of
persoonlijkheidsstoornissen (en voornamelijk Tbs-maatregel).
Wat: meet algemeen/geweld.
Dit instrument is gebaseerd op het RNR-model en de central 8. Vijf stappen:
1. Beoordeling historische indicatoren
a. De indicatoren/items hebben betrekking op de levensperiode van de cliënt
tot aan de arrestatie van het huidige delict.
b. Gebruik dossierinformatie.
2. Beoordeling klinische indicatoren
a. Alle indicatoren hebben betrekking op het gedrag van de cliënt tijdens de
afgelopen 12 maanden.
b. Ga gesprek aan met cliënt en probeer te achterhalen of het items inzicht
geeft in probleemgedrag.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper SophiePsychology. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,39. Je zit daarna nergens aan vast.