Geneeskunde OP5/OP7
Chronisch zieken
Week 1
College
Heycop ten Ham, Klinische pathologie: H.7.1 (ademhaling), H.7.5 (astma) en 7.6 (COPD)
§7.1 Respiratie/ademhaling
Het respiratoire system vervult de volgende functies:
o Verzadigen van bloed met zuurstof (satureren met O2);
o Verwijderen van kooldioxide uit bloed (afblazen CO2);
o Maken van geluiden bij spreken of zingen.
Bij de ademhaling zijn de volgende aspecten te onderscheiden:
o Ademprikkel: het ademcentrum in de hersenstam reguleert de ademhaling automatisch. In
de aortaboog in de halsslagaders wordt voortdurend de kooldioxidespanning en de pH van
het bloed gemeten. Dit reguleert de ademhaling. Opdrachten van het ademcentrum
bereiken de ademhalingsspieren via de n. frencius en de n. intercostales;
o Ademarbeid: het werk dat verricht wordt voor het ademhalen. Inspiratie à diafragma plat
af, kost energie. Een rustige expiratie is passief door de elasticiteit van de longen en zakken
van de ribben, kost geen energie. Pleura parietalis is het borstvlies, pleura visceralis is het
longvlies;
o Luchtwegen: zorgen voor het aanvoeren van lucht naar de longblaasjes en het gasmengsel
weer afvoeren. Luchtwegen zijn ook nodig om te spreken. Trilharen zorgen ervoor dat slijm
wordt afgevoerd in de richting van de pharynx. Hierna worden micro-organismen opgehoest
of komen ze om in maagzuur;
• Hoge/bovenste luchtwegen: mond/neus, pharynx (keel), larynx (strottenhoofd). Dit
deel verwarmt, bevochtigt, reinigt de lucht en waarschuwt voor gevaar.
Bij slikken wordt de neusholte afgedekt met de uvula (huig). De larynx wordt
afgedekt met de epiglottis;
• Lage/onderste luchtwegen: trachea (luchtpijp), bronci (luchtpijptakken) en bronchioli
(luchtpijptakjes).
De trachea is een stevige flexibele buis, splitst zich in de rechter en linker
hoofdbronchus.
Bronchi zijn vertakkingen in de longen die veel splitsen, de dunste gaan over in de
bronchioli, de kleinste luchtpijpvertakkingen, deze eindigen in de longblaasjes
(alveoli).
Bronchoconstrictie is vernauwing van de bronchi. Bronchodilatatie is verwijding van
de bronchi;
o Longdiffusie: het transport van zuurstof vanuit de longen naar het bloed en het transport
van CO2 vanuit het bloed naar de longen. Optimale diffusie komt tot stand door:
• Een groot oppervlak (veel alveoli);
• Een dun oppervlak (dunne wandjes);
• Concentratieverschil (van hoog naar laag);
Bij gezwollen longblaasjes en longemfyseem helpt het toedienen van extra zuurstof, omdat
dit de alveolaire zuurstofconcentratie verhoogt;
o Longperfusie (longdoorbloeding): Zuurstofarm bloed met kooldioxide wordt door de
longslagaderen verdeeld over de longcapillairen. Dit vormt een fijnmazig netwerk met
gestage perfusie rond de alveoli. Vanuit daar stroomt het met zuurstof verzadigd en
kooldioxide-arm bloed via de longvenen naar de linkerharthelft.
Zuurstof wordt gebonden aan hemoglobine vervoerd. Het verzadigde bloed stroomt vanuit
de linkerharthelft via slagaders naar de weefsels.
1
,Als weefsels meer bloed nodig hebben moet de cardiac output verhoogd worden. Om al het
passerende bloed te verzadigen met zuurstof en extra kooldioxide af te voeren is extra ademarbeid
nodig. Alle hb-moleculen volledig verzadigd met O2 à saturatie 100%.
Dyspnoe: gevoel van ademnood.
Ademgeluiden: normaal hoor je een ademhaling op afstand niet, bij ziekte kan dit wel zo zijn.
Inspiratoire stridor: hoorbare, bemoeilijkte inademing. (Belemmering in de keel of larynx).
Expiratoir piepen: piepend geluid bij uitademing met weinig lucht.
Ademfrequentie: het aantal ademhaling per minuut. (10 tot 19 is normaal).
Tachypnoe: hoge ademfrequentie, vaak een compensatie voor luchtwegobstructie/diffusieprobleem.
Bradypnoe: lage ademfrequentie (opiaten onderdrukken de ademprikkel).
Ademdiepte/teugvolume: hoeveelheid in en uitademing van lucht per keer.
Oppervlakkige ademhaling: teugvolume minder dan ene halve liter.
Diepe ademhaling: teugvolume meer dan een halve liter.
Ademarbeid: normale adembewegingen zijn symmetrisch en gaan schijnbaar moeiteloos.
Hulpademhaling: vaak bij heftige ademarbeid. Als er extra spieren worden gebruikt bij de
ademhaling.
Ademminuutvolume: ademfrequentie x teugvolume.
Perifere saturatie: het percentage met zuurstof verzadigde hemoglobine. Let op à bij
koolmonoxidevergiftiging is het percentage vals hoog. De meter kan HbCO en HbO2 niet
onderscheiden.
Door onvoldoende functioneren van de ademhalingsorganen kunnen de volgende afwijkingen
voorkomen:
• Afgenomen zuurstofspanning;
• Afgenomen zuurstofsatuaratie;
• Toegenomen kooldioxidespanning;
• Acidose, verzuring (pH daling);
• Cyanose (blauw zien):
o Perifere cyanose: alleen blauwe vingers of uitstekende delen. Lokale slechte
circulatie à er wordt veel O2 onttrokken aan de hemoglobine;
o Centrale cyanose: patiënt ziet overal blauw, ook de tong. Al het bloed bevat flink
minder O2.
Gedeeltelijke respiratoire insufficiëntie: als de O2 spanning te laag is of de CO2 spanning te hoog.
Volledige respiratoire insufficiëntie: verlaagde zuurstofwaarden en pCO2 verhoogd.
2
,§7.5 Astma bronchiale
Kenmerkend voor astma: aanvallen met vernauwde luchtwegen door bronchospasme en
slijmvlieszwelling. Tussendoor functioneren de longen normaal. Astma kan komen door allergische
reacties. Hyperreactiviteit voor roken, luchtweginfecties of kou/mist speelt een rol.
Symptomen
• Begint vaak met een prikkelhoest;
• Piepende, verlengde expiratie doordat lucht uit de vernauwde luchtwegen wordt geperst;
• Daarna treedt vaak dyspnoe op door vernauwing van de bronchioli. De lucht in de alveoli kan
onvoldoende worden ververst;
• Hulpademhaling is vaak herkenbaar aan gebruik van schouder- en nekspieren.
Onderzoek
• Inspectie: let op gebruik hulpademhalingsspieren en cyanose;
• Auscultatie: verlengde piepende ademhaling. In ernstige gevallen is er bijna geen ademruis
meer;
• Allergietest;
• Bloedonderzoek: toont een speciaal soort antistoffen aan (ig E);
• Longfunctieonderzoek: toont een verlaagde peakflow (verzwakte luchtstroom bij krachtige
expiratie).
Behandeling
• Uitlokkende factoren vermijden;
• Luchtwegverwijders (salbutamol/ventolin en terbutaline/bricanyl), worden gewoonlijk
geïnhaleerd;
• Ontekingsremmers, worden gewoonlijk geïnhaleerd. Inhaleren is al verstandig bij de eerste
tekenen van astma. De luchtwegen zijn dan nog open;
• Als de luchtwegen al te veel vernauwd zijn, dan zijn pillen en injecties nodig.
• Zuurstoftoediening bij heftige dyspnoe of centrale cyanose.
• Desensibilisatie (ongevoelig maken), door middel van herhaalde injecties met kleine beetjes
allergeen. De allergische reactie kan hierdoor afnemen, geeft risico op anafylactische shock.
Status astmaticus is een aanval die niet reageert op de gebruikte therapie. Zuurstof toedienen of
beademing is dan nodig om de bloedgassen te normaliseren. De medicatie bestaat uit
luchtwegverwijders of ontstekingsremmers. Bij een ernstige aanval zijn corticosteroïden iv nodig.
3
, §7.6 COPD
COPD: chronic obstructive pulmonary diseases.
Bestaat uit twee ziekten: Chronische bronchitis en longemfyseem
1. Chronische bronchitis: luchtwegen zijn jaarlijks wekenlang ontstoken. Vooral de grote
luchtwegen zijn ontstoken. Hyperreactiviteit op rook en infecties is verantwoordelijk voor
chronische bronchitis, evenals allergische reacties.
Complicaties
• Chronische bronchitis gaat geregeld over in een pneumonie;
• Chronische bronchitis in combinatie met roken kan longemfyseem veroorzaken.
Onderzoek
• Auscultatie: tekenen van ronchi te horen;
• Bij tekenen van infectie: sputumkweek.
Behandeling
• Uitlokkende factoren vermijden (stoppen met roken vooral);
• Slijm beter ophoesten;
• Antibiotica bij exacerbaties;
• Acetylcysteïne gebruiken. Dit is een slijmverdunner waardoor de ontwikkeling van
longemfyseem vertraagt.
2. Longemfyseem: onherstelbare aantasting van alveoluswandjes, waardoor ze niet meer
elastisch zijn. Er ontstaan bullae. Dit belemmert de expiratie. Komt vaak door roken en
chronische bronchitis, maar kan ook erfelijk zijn. Bij langdurige prikkeling van de luchtwegen,
wordt het longweefsel aangetast door enzymen uit leukocyten wat collagene en elastische
vezels in de wandjes worden afgebroken.
Symptomen
• Dyspnoe, kan komen door gestegen kooldioxide, acidose en/of hypoxie;
• Kortademig bij inspanning, alleen bij lichte vormen van emfyseem;
• Cyanose komt doordat hemoglobine zonder O2 in de haarvaten zit en doorschemert;
o Bij lichte longemfyseem worden alleen uitstekende, koude lichaamsdelen
cyanotisch. Dit heet perifere cyanose;
o Bij ernstige longemfyseem is er overal in het bloed hemoglobine zonder O2.
Dan heeft de patiënt overal een blauwe kleur, ook de tong. Dit heet centrale
cyanose.
Complicaties
• Pneumonie door het niet kunnen ophoesten van slijm;
• Pneumothorax door het barsten van een van de blazen onder de pleura visceralis;
• Cor pulmonale is een overbelasting van de rechterharthelft door longafwijkingen.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper anoukhxx. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,99. Je zit daarna nergens aan vast.