100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Alle concepten casustoets 1.3. 'Specifiek opvoeden'. Orthopedagogiek, Ontwikkelingspsychologie, Filosofie en Onderwijskunde €7,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Alle concepten casustoets 1.3. 'Specifiek opvoeden'. Orthopedagogiek, Ontwikkelingspsychologie, Filosofie en Onderwijskunde

15 beoordelingen
 549 keer bekeken  30 aankopen
  • Vak
  • Instelling

Deze samenvatting is een geheel van alle onderwerpen (concepten) uit zowel de opgegeven literatuur als de hoorcolleges van de HBO opleiding Pedagogiek blok 1.3 en daarom het perfecte hulpmiddel om te leren voor het tentamen. Het document omvat namelijk het gehele leermateriaal voor casustoets 1.3 �...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 79  pagina's

  • 28 augustus 2015
  • 79
  • 2014/2015
  • Samenvatting

15  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: Liselottedg99 • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: sriyamadhuwi22 • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: woukedeg • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: annemijndh • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: julievanhof • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: denizy • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: lenie_de_roo • 7 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
Voorafgaand: De ontstaande samenvatting is een geheel van de belangrijkste onderwerpen
(concepten) uit zowel de literatuur als de hoorcolleges van de HBO opleiding Pedagogiek blok 1.3.

Het omvat het gehele leermateriaal voor casustoets 1.3 ‘Specifiek opvoeden’ aan de Haagse
Hogeschool. Het tentamen bestaat uit 4 theorievakken, in blok 3 van het 1e jaar betreffen dit de
volgende vakken: Orthopedagogiek, Ontwikkelingspsychologie, Filosofie en Onderwijskunde.
Hieronder vind je per vak de verzamelde theorie.


Concepten Orthopedagogiek

Concepten uit hoorcollege en literatuur 1

Opvoeding volgens van Dale, Winter en Kok

Wat is opvoeding?
 Lichamelijk en geestelijk grootbrengen (Van Dale)
 Te eenzijdig, opvoeden omvat veel meer
 Van Dale zegt dat opvoeden is “lichamelijk en geestelijk grootbrengen”. Gaat uit van gerichte
handelingen opvoeder naar kind.
 Dit is te eenzijdig. Opvoeden is een proces; kind verandert en ouders veranderen mee.
Daarnaast ligt het accent juist meer op de dagelijkse omgang met elkaar. Intentioneel
tegenover functioneel opvoeden.
 Winter zegt: Opvoeden is meer dan behavioristische conditionering.
 Kok zegt over opvoeding: “Het in relatie staan van opvoeders en opvoedelingen, waarin de
opvoeder zich als persoon, als zijn mens-zijn presenteert, een klimaat creeërt dat
persoonlijkheidsgroei bevordert en leefsituaties zo hanteert dat deze optimale kansen biedt
voor zelfontplooiing”

Basis opvoeding
 Primair sociaal worden
 Afhankelijk van beschikbaarheid en reacties hoofdopvoeders
 Opvoeden is tegenwoordig lastig i.c.m. werkende ouders
 Belang beschikbaarheid opvoeders -> responsiviteit, sensitiviteit, vaste opvoeders
 Teveel wisselingen, niet responsief/sensitief => niet primair sociaal
 Dit is niet meer in te halen. Kinderen worden nu verstandelijk sociaal

Pedagogiek versus orthopedagogiek

Wat is pedagogiek?
 Wetenschap die opvoeden als onderwerp heeft; het denken over opvoeding staat centraal.
 Pedagogiek is gericht op het ‘normale’ kind en de ‘normale’ opvoeding.
 Grens is echter lastig aan te geven -> wanneer gaat pedagogiek over in orthopedagogiek?
Wat is orthopedagogiek?
 De wetenschap die zich bezighoudt met bijzondere of specifieke opvoeding en het in zijn
ontwikkeling belemmerde kind (dit kan ook bij de ouder liggen).
 Taak/doel orthopedagoog: Herstel gewone leven (opvoeding aanpassen en aansluiten op het
kind).



1

,  Pedagogiek gaat over de gewone opvoeding en Orthopedagogiek over problematiek in
opvoedingssituaties. Maar, orthopedagogiek wil ook z.s.m. naar zo normaal mogelijke
opvoeding toe.
• Grieks: Pais = kind Agoogè = 1. het toevoeren, vervoer 2. Opvoeding en Orthos=
recht(op)/juist (wil zeggen: het op weg helpen)
• Het verschil zit ‘em dus in de orthos. Kok heeft het daarom ook over de specifieke opvoeding
binnen de orthopedagogiek. Orthopedagoog kan zich bezighouden met groep kinderen, als
wetenschapper, of meer met individuele kind in het kader van onderzoek en behandeling.

Pedagoog vs orthopedagoog

De pedagoog houdt zich alleen bezig met gewone opvoedingssituaties, orthopedagoog met
complexere. De orthopedagoog mag ook onderzoek en behandeling doen.


Normale opvoeding

Wat is normaal?
Alle schakeringen in het leven die mogelijk zijn en zodanig voorkomen zonder dat deze tot
grote opvoedproblemen leiden. Bekijken vanuit:
1. Cultuur
2. Tijd
Voorbeeld cultuur: samen in bed slapen in verschillende culturen normaal, in Nederland “probleem”.
Voorbeeld tijd: In de jaren 50 was het normaal om af en toe te slaan bij wijze van correctie. Nu niet
meer, zelfs bij wet verboden (corrigerende tik).

Specifieke opvoeding (Kok)

Specifieke opvoeding: houdt in: opvoeden voor bijzondere kinderen. Zij vragen meer dan wat een
gewone opvoeder kan bieden. Zij hebben meer of veel meer nodig (KOK). Opvoedersperspectief:
Dat wat de opvoeder wenst of hoopt, doel opvoeder.
Kind perspectief: Dat wat al sluimerend in het kind aanwezig is en langzaam ontwaakt (genen,
karakter) -> cadeau.
Daar waar het kind perspectief groeit (eigenheid kind), neemt de invloed van het
opvoedersperspectief af. Opvoeden is antwoord geven op de vraag die het kind stelt.

De relatie tussen kind en opvoeder staat centraal. De relatie tussen opvoeder en kind is heel
belangrijk omdat de ouder reageert op dat wat het kind nodig heeft. Hoe gaat de ouder om met
bepaalde vragen van het kind? Naast deze basis gaat het ook om de facetten in de omgeving:
Namelijk in interactie met omgeving, afhankelijk van kansen, sensitiviteit en responsiviteit.

Risico- en beschermende factoren

- Risico- en beschermende factoren van het kind en de ouder en het gezin op basis van een
microsysteem, een mesosysteem en macrosysteem.
- Draagkracht versus draaglast:




2

, Draaglast/Risicofactor Draagkracht/beschermende fact.
Onder micro valt:
Kindfactoren Handicap Hoge intelligentie
Ouderfactoren Verslaving Goede gezondheid
Gezinsfactoren Echtscheiding Opvoedingscompetentie
Onder meso valt:
Sociale gezinsfactoren Isolement Sociale steun
Sociale buurtfactoren Slechte buurtvoorziening Pedagogische infrastructuur
Onder macro valt:
Sociaal-economische gezinsfact. Armoede Goede opleiding
Culturele factoren Normen en waarden Overeenstemming
Maatschappelijke factoren Werkloosheid Stabiel politiek klimaat

Nu vooral gesproken over risico- en beschermende factoren in ontwikkeling
(ontwikkelingspsychopathologie). - Wanneer tegenwoordig de opvoeding wordt bezien, wordt
bekeken welke risico- en beschermende factoren een rol spelen -> voorbeeld BJZ waarbij deze
factoren standaard bekeken werden bij ieder aangemeld kind. Voorbeelden: negatief:
vroeggeboorte, negatieve jeugdervaringen ouder, echtscheiding. Middels onderzoek bekeken wat
invloed heeft op ontwikkeling kind. Bekeken welke opvoeding nodig is a.d.h.v. deze factoren (wordt
steeds vaker naar die factoren gekeken).

Kinderen met problemen/problematische opvoedingssituatie (POS)

Ter horst spreekt met de POS van iets gelijkswaardigs als de opvoedingsimpasse (de ruyter), namelijk:
Een situatie tussen opvoeders en kind, die als nagenoeg perspectiefloos ervaren wordt en waarbij
men er niet meer in slaagt om die situatie perspectiefbiedend te maken zonder hulp van buitenaf.
Hierbij is er al sprake van een opvoedingsimpasse en is er geen sprake meer van de fasen
voorafgaand aan de opvoedingsimpasse.
POS omvat drie componenten:
 het kind met een specifieke vraagstelling (vergelijkbaar met het specifiek opvoeden van Kok)
 de opvoeder die zoekt naar de betekenis achter het gedrag van het kind en die probeert,
daar een pedagogisch antwoord op te geven. (Wat is er gebeurd?)
 de situatie, die gekenmerkt wordt door handelingsverlegenheid (niet goed weten wat te
doen en hoe te handelen) bij de opvoeders en waarbinnen ook andere personen en/of
factoren uit de omgeving invloed hebben op de opvoeding.

Taak orthopedagoog: Wat kan gedaan worden t.b.v. herstel van het gewone leven Kok:
beantwoorden vraagstelling kind

Ontstaan probleemgedrag (theorie), de drie theoretisch kaders:

1. Ontwikkelingsopgaven vs opvoedersopgaven;
• Kind moet opgaven voltooien
• Opvoeder moet dit kunnen begeleiden
2. Sociaal ecologisch model (Bronfebrenner) en transactioneel model
• Bronfebrenner: ontwikkeling kind afhankelijk van invloed omgeving
• Transactioneel: invloed opvoeding, verwachtingen
3. Risico- en beschermende factoren Balansmodel (Bakker)
• Meervoudig risicomodel (vd Ploeg)

3

, Leer theoretische benadering

Hierbij richt men zich op waarneembaar gedrag (behavioristische perspectief). Gedrag is gevormd
door de omgeving en niet aangeboren. Afwijkend gedrag is daarom volgens deze benadering gedrag
wat is aangeleerd. Voordeel: Wat is aangeleerd kan je ook afleren (bekrachtigen/straffen).

Systeemtheorie

Hierbij richt men zich op de mens in de context van zijn relaties. Werkelijkheid bestaat uit allerlei
systemen die in de relatie staan met elkaar. De mens past zich volgens deze theorie aan zijn context
aan. Het analyseren van individuele problematiek en de relationele context van het kind (de
wisselwerking van systemen).

Psychodynamische benadering

Vanuit de psychodynamische benadering ontleent gedrag zijn betekenis aan intrapsychische
dynamieken die terug gaan op onbewuste intrapsychische conflicten in de eerste levensjaren. Deze
conflicten kunnen voortkomen uit spanningen in de relatie met vader, moeder of andere belangrijke
hechtingsfiguren tijdens de vroege kindertijd (eerste 6 jaar).

De wortels van dit model gaat terug op het werk van Freud: Het belangrijkste onderscheid dat Freud
maakt binnen het menselijk brein is dat van: 'id', 'ego' en 'superego'. Het 'id' is een onderbewust
mechanisme dat op twee soorten energie werkt. Ten eerste Eros, de seksuele energie. Daarnaast
Tanatos, de woede. Het 'ego' probeert deze twee energieën in bedwang te houden. Hierdoor
functioneren veel mensen in hun dagelijks leven normaal. Als het 'egomechanisme' zijn werk echter
niet goed doet kan het 'id' aan de macht komen. Dit gebeurt onder andere tijdens de slaap. Dromen
werden door Freud dan ook gezien als een belangrijke informatiebron voor onderliggende menselijke
behoeftes. Gelukkig is het 'ego' vaak erg sterk. Zo sterk zelfs, dat veel mensen niet voor hun
gedachtes uitkomen. Dit komt door weerstand- en verdringingsmechanismen. Deze mechanismen
doen nuttig werk, als zij in normale mate voorkomen. Het 'superego' is ten slotte het beeld dat
mensen hebben van hun ideale zelf. Hierin liggen de normen en waarden besloten, die door de
omgeving zijn mee gegeven. Het 'superego' is de grote tegenstander van het 'id' en is gericht tegen
de seksuele en agressieve energie. Het 'ego' bemiddelt tussen id en superego.

Freud publiceerde ook op het gebied van de menselijke ontwikkeling een belangrijke theorie.
Problemen in het latere leven zouden zijn ontstaan in de kindertijd (ongeveer tot 6 jaar) als er één of
meer van 5 fases niet goed zijn doorlopen. Elke fase hoort bij een bepaalde leeftijdscategorie en
behelst verschillende uitgebreide theorieën over de groei van het kind. De eerste fase is de orale
fase, vervolgens de anale, fallische, latente en genitale fase. Eén theorie uit deze fases is erg bekend
en zal nader worden beschreven. Tijdens de fallische fase hoort er een sekse-identiteit bij het kind te
ontstaan. Deze wordt ontwikkeld door het onbewuste oedipuscomplex. Kort gezegd ontwikkelt een
jongentje de sekse-identiteit van een man, door verliefd te worden op zijn moeder. Hij ziet dat zijn
vader de aandacht krijgt van haar en daarom begint hij zijn vader te haten. Deze haat wordt omgezet
in identificatie, als hij inziet dat hij zoals zijn vader moet worden om indruk te maken op zijn moeder.
De vrouwelijk variant van het oedipuscomplex wordt het elektracomplex genoemd.




4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Amandelspijs. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73243 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,49  30x  verkocht
  • (15)
  Kopen