HERHALING NORMALE
SPRAAK-/TAALONTWIKKELING
1. Kinderen beginnen pas op 1 jaar te spreken.
Fout, alles begint vanaf moment dat kind op wereld komt, krijsen = 1 e vorm van fonologische ontwikkeling
2. Een v/d basisvoorwaarden om tot normale taalontwikkeling te komen is via omgeving goed +
voldoende taalaanbod krijgen.
Correct, goed taalaanbod = kind hoort juiste taal, kind moet kans krijgen om voldoende taal te horen + te
oefenen, kind moet ook beschikken over goed aangeboren taalvermogen
3. Een intact functionerend spraakapparaat + een goede ontwikkeling v/h comprehensief aspect zijn
een sine qua non voor goede ontwikkeling v/d actieve spraak- en taalontwikkeling.
Correct
- Intact = in orde, geen anatomische defecten aan spraakapparaat
- Comprehensief taalaspect = begrijpend aspect
- Actief = daadwerkelijk spreken, gebruiken van lucht om spraakklanken te produceren
4. Kind met lipspleet loopt meer kans op vertraagde fonologische ontwikkeling.
Correct
5. Langdurig zieke kinderen + buitenlandse adoptiekinderen hebben gelijkaardige taalverwerving.
Correct, deze kinderen zijn niet gericht op verwerven v/d taal (ze willen genezen, adoptiekinderen hebben ook
andere dingen aan hun hoofd), pas als kind zich goed voelt (zowel medisch als sociaal) dat zij opnieuw
openstaan voor (nieuwe) taal te leren
TERREINAFBAKENING
1. Bij kind met normale taalontwikkeling zien we taalleeftijd die in overeenstemming is met
chronologische leeftijd in tegenstelling tot kind met vertraagde taalontwikkeling.
Correct, vb. chronologisch gezien: 5, taalleeftijd: 4 (meer dan 2 jaar verschil? Eerder denken aan stoornis dan
aan vertraging)
2. Late-talking children hebben steeds taalontwikkelingsstoornis.
- Late-talking children: begrip om fenomeen aan te geven van kinderen die later met
spraaktaalontwikkeling starten dan verwacht wordt (vb. 3 jaar, 2 à 3 woordzinnen)
- Meeste kinderen zeggen 1e woordjes rond 1 jaar, later? KAN voorbode zijn voor
taalontwikkelingsstoornis
Fout, late-talking children hebben VAAK taalontwikkelingsstoornis
3. Elke taalvertraging is taalachterstand.
- Taalvertraging: wnr we test afnemen + zien dat kind niet presteert zoals we zouden verwachten
- Taalachterstand: pas als taalvertraging groter is dan 6 maanden
, Fout.
4. Een taalstoornis is hetzelfde als een taalontwikkelingsstoornis.
Fout, veel heeft te maken met leeftijd waarop het zich voordoet
- Taalontwikkelingsstoornis: probleem doet zich voor wnr kind in ontwikkeling is (-10j)
- Taalstoornis: eerder bij volwassenen die problemen hebben met taal
5. Een taalstoornis is hetzelfde als een spraakstoornis.
Fout, bij spraak gaat het echt over correct kunnen ademen, stemgeven… Bij taal gaat het over woordenschat,
zinsbouw, morfologie, pragmatiek…
6. Kunnen en mogen we begrippen ‘verlate taalaanvang’, ‘taalachterstand’ en ‘taalvertraging’ zomaar
gelijkstellen aan een taalontwikkelingsstoornis?
Neen, geen enkel begrip kan je gelijkstellen aan taalontwikkelingsstoornis
- Verlate taalaanvang → late-talking child
- Taalvertraging → is dit groter dan 6 maanden? → Taalachterstand
7. De begrippen specifieke taalontwikkelingsstoornis, specific language impairment en
ontwikkelingsdysfasie verwijzen naar zelfde probleem.
Correct.
8. Een taalachterstand + taalontwikkelingsstoornis lijken mss zelfde maar zijn dit niet.
Fout, taalachterstand heeft betere prognose, we proberen probleem op te lossen. Bij stoornis gaan we zoveel
mogelijk probleem leefbaar proberen maken voor kind en omgeving.
SELECTIEF MUTISME
1. Selectief mutisme is van voorbijgaande aard. Het is kwestie van geduldig zijn en het zal van zelf
verdwijnen.
Fout, zal niet zomaar overgaan, zal iets aan gedaan moeten worden
2. Als logopedist kan je selectief niet spreken van kind, alleen behandelen.
Kan, maar niet ideaal, best vanuit multidisciplinair oogpunt
KINDERAFASIE
1. Kinderen met kinderafasie hebben meestal goed aangeboren taalvermogen + kennen veelal
normale taalontwikkeling.
Correct, kinderafasie → kinderen die gestart zijn met normale spraaktaalontwikkeling, maar hebben probleem
gekregen waardoor bep taalfuncties verloren gaan
Bij specifieke taalontwikkelingsstoornis → aangeboren problematiek, kinderafasie → verworven problematiek
2. Kinderafasie geeft na herstel geregeld duidelijke kenmerken v/e taalontwikkelingsstoornis.