Samenvatting PABO taal opleidingsbekwaam - Iselinge Hogeschool
5 keer bekeken 0 keer verkocht
Vak
Taal
Instelling
Iselinge Hogeschool Doetinchem (Iselinge)
Boek
Taal & didactiek - Spelling
Samenvatting voor de kennistoets taal opleidingsbekwaam.
Taal en didactiek: Spelling -> paragraaf 1.1, 1.2, 2.2, 2.3, 2.4, 5.1, 5.2, 5.3 en 5.4.
Taal en didactiek: Aanvankelijk en technisch lezen -> paragraaf 1.2 t/m 1.6 en 6.1.
Taalonderwijs ontwerpen -> paragraaf 1.1, 1.2, 3.1, 3.2, 3...
Paragraaf 1.1, 1.2, 2.2, 2.3, 2.4, 5.1, 5.2, 5.3 en 5.4 en de andere studieboeken voor de kennistoet
26 april 2022
43
2020/2021
Samenvatting
Onderwerpen
opleidingsbekwaam
taal
onderbouw
middenbouw
bovenbouw
spelling
taal en didactiek
taalonde
taal en didactiek spelling
taal en didactiek aanvankelijk en technisch lezen
aanvankelijk en technisch lezen
Gekoppeld boek
Titel boek:
Auteur(s):
Uitgave:
ISBN:
Druk:
Meer samenvattingen voor studieboek
Samenvatting Taal & Didactiek
Samenvatting taal in de onderbouw
Samenvatting Taal & didactiek - Spelling, ISBN: 9789001876494 Kennistoets Nederlands In De Bovenbouw
Hoofdstuk 1 ons spellingsysteem – taal & didactiek; spelling – taal
1.1 Ons schriftsysteem en leren spellen
We leggen de Nederlandse taal vast door de afzonderlijke klanken van een woord te noteren, waarbij
we gebruikmaken van de letters van het alfabet. We zeggen ook wel dat het Nederlands een
alfabetisch schriftsysteem heeft. Voor ons lijkt het heel vanzelfsprekend om de gesproken taal op die
manier weer te geven, maar in de loop van de geschiedenis zijn er ook andere systemen ontwikkeld
om de menselijke taal vast te leggen. De alleroudste manier is om woorden weer te geven door
middel van tekeningen en afbeeldingen. We noemen dit een pictografisch schriftsysteem.
Ook tegenwoordig maken we nog gebruik van het pictografisch schrift, bijvoorbeeld bij
verkeersborden. Het grote voordeel van pictografisch schrift is dat je een vrij ingewikkelde
boodschap op een simpele manier kunt weergeven, zodat het voor iedereen te begrijpen is.
Ook in het onderwijs wordt nog steeds gebruikgemaakt van het pictografisch schriftsysteem.
Kinderen met een vertraagde taalontwikkeling kunnen we helpen door ze eenvoudige zinsstructuren
aan te bieden met behulp van pictogrammen. Ook bij het voorbereiden op het leren lezen kun je
goed gebruikmaken van pictogrammen.
Pictogrammen lenen zich uitstekend voor het weergeven van concrete dingen, maar voor het
uitbeelden van abstracte zaken zijn ze minder geschikt. Daarom ontwikkelde het pictografisch schrift
zich tot een schriftsysteem waarbij ook abstracte zaken konden worden weergegeven en waarbij elke
afbeelding correspondeerde met één bepaald woord. Zo’n schriftsysteem waarbij elk plaatje staat
voor één woord, noemt men een logografisch schriftsysteem. In logografisch schrift wordt de taal dus
op een systematische manier weergegeven: de woorden en ook wel de voorvoegsels en
achtervoegsels krijgen aparte symbolen. Ook dit schriftsysteem wordt tegenwoordig nog gebruikt
(Chinees).
Een schriftsysteem waarbij taal wordt weergegeven door de afzonderlijke spraakklanken van een
woord te noteren, noemen we een alfabetisch schriftsysteem. Idealiter is er in een alfabetisch
schriftsysteem voor elke spraakklank een apart teken, maar in de praktijk ligt dat toch anders. In het
Nederlands zijn er bijvoorbeeld spraakklanken waarvoor we geen apart teken hebben. De woorden
been en beer hebben verschillende ee-klanken, maar we gebruiken toch hetzelfde teken. Het verschil
tussen de beide spraakklanken is kennelijk niet zo groot dat we er een apart teken voor nodig
hebben. Binnen ons Nederlandse schriftsysteem hebben we niet voor alle spraakklanken een apart
teken, maar alleen voor die spraakklanken die een verschil in betekenis opleveren. Binnen de
taalkunde gebruikt men in plaats van de term spraakklank liever het begrip foneem. Een foneem is
een spraakklank die betekenisverschil veroorzaakt. Een foneem is een wat abstracter begrip dan een
spraakklank. In een alfabetisch schriftsysteem geven wij dus geen spraakklanken maar fonemen
weer.
Voor elk foneem in het Nederlands is er een apart teken. We maken daarvoor gebruik van de letters
van het Latijnse alfabet. Het Nederlands kent 34 verschillende fonemen en het Latijnse alfabet heeft
maar 26 verschillende letters. Om alle fonemen te kunnen weergeven heeft men zijn toevlucht
gezocht in het combineren van letters. Fonemen worden dus niet alleen weergegeven door letters,
maar ook door lettercombinaties. Daarom hanteren we liever de term grafeem voor de schriftelijke
weergave van een foneem. Een grafeem is dus een letter of lettercombinatie die verwijst naar een
foneem. De e, en de ee, zijn de grafemen die de middelste klank van de woorden ben en been
weergeven. De grafemen ui en oe geven de middelste klank van de woorden kuil en poes aan. In het
Nederlands kennen we 36 verschillende grafemen. Voor sommige fonemen zijn er namelijk twee
,mogelijke grafemen. Voor de ij-klank kun je gebruikmaken van de grafemen ei en ij en voor de ou-
klank staan de grafemen ou en au tot je beschikking.
Nu lijkt het alfabetisch schriftsysteem een heel efficiënte manier om gesproken taal weer te geen,
maar toch zijn er de nodige problemen. Om te beginnen is het al heel lastig om fonemen te
herkennen. We hebben hiervoor gezien dat een foneem een abstract begrip is. Dat betekent dat het
herkennen van fonemen geen kwestie is van goed luisteren, maar meer van abstract denken.
Kinderen hebben daar moeite mee.
Een ander probleem vormen de grafemen die uit twee verschillende letters bestaan. Kinderen
hebben nogal eens moeite om de volgorde van de letters binnen zo’n grafeem te onthouden.
Een derde moeilijkheid is dat de koppeling tussen de fonemen en de grafemen niet eenduidig is. In
een alfabetisch schriftsysteem wordt elk foneem in principe weergegeven door één grafeem, maar in
de loop der eeuwen is er een ontwikkeling geweest waarbij de spelling steeds meer los van de
uitspraak is komen te staan.
Tegenwoordig kennen we voor het foneem /aa/ dus twee grafemen, namelijk de aa en de a. voor
de /u/ ligt het nog ingewikkelder; die kan door vijf verschillende grafemen worden weergegeven. In
de woorden put, een, de, lelijk en aardig wordt de /u/ steeds door een andere letter of combinatie
van letters weergegeven.
Deze inconsequenties binnen het alfabetisch schriftsysteem hebben tot gevolg dat veel
basisschoolkinderen moeite hebben om de koppeling tussen foneem en grafeem onder de knie te
krijgen. In het onderwijs gebruiken we daarom verschillende hulpmiddelen om de letters aan te
leren, zoals speciale letterkaarten, een lettermuur of een lettergroeiboekje.
Toch heeft een alfabetisch schriftsysteem veel voordelen boven andere schriftsystemen. Het aantal
tekens dat iemand moet leren, is veel minder dan bij een logografisch schriftsysteem.
In de tabel staan de Nederlandse fonemen en de grafemen waardoor ze kunnen worden
weergegeven.
Foneem (= wat Grafeem (= wat je Voorbeelden
klinkt/wat je hoort) schrijft)
Klinkers u u, e, ee, ij, i Put, de, een, lelijk, aardig
aa aa, a Maat, maten
ie ie, ij, y, i Dief, bijzonder, typisch
uu uu, u Guus, nu, vuur, vuren
ee ee, e Beek, zeven, beer, beren
i i Pit
eu eu Beuk, zeur
e e Pet
a a Bak
o o Pot, dom
oo oo, o Boom, bomen, boor, boren
oe oe Boek, boer
Tweeklanken ei ei, ij Reis, pijn
ou ou(w), au(w) Kou, saus, touw, nauw
ui ui Muis
Medeklinkers p p, pp, b Pier, klappen, web
b b, bb Biet, webben
m m, mm Dom, domme
, w w Was, bouwen
v v Van, leven
f f, ff Leef, blaffen
t t, tt, d, dt Tam, katten, bed, vindt
d d, dd Door, bedden
n n, nn Noot, rennen
s s, ss Sier, vissen
z z Lezen
j j Jaar
k k, kk Klas, hokken
ch ch, g Lach, zag
g g, gg Gat, heggen
ng ng, n Bang, denk
h h Haan
r r, rr Room, torren
l l, ll Loom, bellen
1.2 Hoofdregels van de Nederlands spelling
Het Nederlands kent een alfabetisch spellingsysteem. Dat wil zeggen dat elk foneem door een apart
grafeem wordt weergegeven. We noemen dit ook wel het fonologisch principe. Nu is dat niet de
enige regel die de spelling van onze woorden bepaalt. Daarom bespreken we eerst kort de
belangrijkste principes of beginselen van onze spelling. Naast het fonologisch principe kennen we
nog het morfologisch principe, het syllabisch principe en het etymologisch principe.
1.2.1 Het fonologisch principe
Het fonologisch principe wil zeggen dat elk foneem door een apart grafeem wordt weergegeven. We
noemen dit ook wel het beginsel van de standaarduitspraak van een woord. We spellen een woord
dus met de klanken die we horen.
Het fonologisch principe houdt ook in dat elk grafeem voor één en hetzelfde foneem staat. Woorden
die alleen volgens het fonologisch principe worden gespeld, noemen we wel ‘klankzuiver’. Het zijn
woorden waarin de spelling ook de uitspraak weergeeft.
Het fonologisch principe is het basisprincipe van het Nederlands en als we kinderen leren spellen,
moeten ze dus eerst het fonologisch principe onder de knie krijgen.
1.2.2 Het morfologisch principe
Als we bij de spelling van een woord niet uitgaan van de klank, maar van de vorm van woorden, dan
spreken we van het morfologisch principe of het beginsel van de vormovereenkomst.
Woorden zijn vaak opgebouwd uit kleinere element die elk een eigen betekenis hebben. zulke
betekenisdragende elementen noemen we morfemen. Sommige morfemen kunnen als woorden
voorkomen; we noemen ze dan vrije morfemen. Er zijn ook morfemen die niet als woord voorkomen,
maar altijd aan een bestaand woord moeten worden toegevoegd. Dat zijn gebonden morfemen.
Gebonden morfemen noemen we voorvoegsels en/of achtervoegsels.
De vorm van woorden speelt op twee manieren een rol in onze spelling. De regel van de
gelijkvormigheid en de regel van de overeenkomst.
De regel van de gelijkvormigheid houdt in dat we een woord of voor- of achtervoegsel steeds op
dezelfde manier schrijven. De regel van de gelijkvormigheid treedt vooral op bij klanken die aan het
, eind van een woord anders worden uitgesproken dan middenin een woord en bij klanken die in de
uitspraak wegvallen of veranderen door de klank die ernaast staat. De regel van de gelijkvormigheid
bepaalt dus dat een morfeem altijd op dezelfde manier wordt gespeld.
De regel van de overeenkomst houdt in dat ook de opbouw van een woord in de spelling duidelijk
wordt. Als woorden op dezelfde manier zijn gevormd, worden ze ook op dezelfde manier geschreven.
De regels van de overeenkomst en de gelijkvormigheid lijken veel op elkaar. In beide gevallen kom je
tot de juiste spelling door woorden met elkaar te vergelijken. Bij de regel van de gelijkvormigheid
blijft de vergelijking beperkt tot één en hetzelfde morfeem. Bij de regel van de overeenkomst
moeten we een woord vergelijken met een heel ander woord met ook een andere betekenis.
1.2.3 Het syllabisch principe
Het syllabisch principe heeft betrekking op de spelling van syllaben in een woord. Een syllabe is een
klankgroep, een gedeelte van een woord. Als we woorden wat langzamer uitspreken, hebben we de
neiging bepaalde klanken samen te nemen. De klanken die bij een gesegmenteerde uitspraak van
woorden als één groep worden uitgesproken, noemen we klankstukken of syllaben.
Binnen het syllabisch principe gelden twee regels, namelijk de regels voor de verdubbeling en de
verenkeling. Als een klankstuk eindigt op een lange klank, dan schrijven we maar één letter. Dat is de
verenkelingsregel. Als een klankstuk eindigt op een korte klank, dan wordt de medeklinker die
daarop volgt verdubbeld. Dit noemen we de verdubbelingsregel.
1.2.4 Het etymologisch principe
Het etymologisch principe houdt in dat de herkomst bepalend is voor de schrijfwijze van een woord
of spraakklank.
Leenwoorden vallen ook onder het etymologisch principe. In deze gevallen is de spelling uit de taal
van herkomst gewoon overgenomen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper veerlekl. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,24. Je zit daarna nergens aan vast.