Architectuur/Interieurarchitectuur in context A Les 1
Inleiding architectuurgeschiedenis
Wat is architectuur?
Bouwkunde
Noodzaak
Opdracht
Ontwerp
Materiaal
Techniek
Constructie
Praktisch
Bouwkunst
Bewuste compositie van materiaal, vormen, kleuren, verhoudingen
Stijl
Schoonheid
Kunst
Etc.
Creatieve praktijk – een ‘gebaar’
Materiele getuigenis
Architectuur interpelleert (= in rede vallen, om opheldering vragen)
Voedende discipline
Wat is geschiedenis?
Terugblikken in de tijd
Het verleden bevragen
Deze bevraging van het verleden sturen vanuit een noodgedwongen hedendaagse blik
Analytische blik
De resultaten van deze bevraging gebruiken om het heden te begrijpen en de toekomst te
voeden
Kritische en utopische blik
Reflexieve praktijk (= de manier waarop we er structuur aan geven, de manier waarop we er
betekenis aan geven, de manier waarop we erover (na)denken, de manier waarop we al dan
niet ruimte inbouwen voor creativiteit in het zoeken naar een manier om uitdrukking te geven
aan onze inzichten)
De overdadig kritische omgang met het verleden
Alles moet anders
De verering van het verleden
Helden en monumenten
De antiquarische vergaarzucht (= alles wat oud is, is het waard om te bewaren)
Niet-tijdsgebonden waarde
Een uitdaging
Wat is architectuurgeschiedenis?
Bestudeert architectuur als
Technische fiche van het patrimonium (= synoniem voor vermogen, wijst vooral naar
vastgoed)
Maatschappelijke actor en praktijk
Actor = vertegenwoordigen van (rechts)personen en organisatorische eenheden, rollen
representeren verantwoordelijkheden)
Cultureel en historisch gemedieerd
Helpt ons
Een kritische blik te ontwikkelen om de relevantie van het architecturaal ontwerp te
begrijpen
, Bevragen van architectuur als discipline
De polis en de megapolis: de organisatie van een samenleving door architectuur
Inleiding: Griekenland vs. Rome
Spanning tussen pure esthetiek en ingenieurskunst. Producten van andere maatschappelijke
en culturele context.
Maatschappelijke organisatie: de polis - Het imperium
Groepen die samenwerken - 1 grote baas
Culturele verschillen en invloeden: perfectie – assimilatie
Assimilatie = socialisatieproces van acculturatie waarbij leden van niet-dominante groep zich
mengen met de dominante groep en daar de cultuur van overnemen, terwijl de eigen cultuur
wordt losgelaten en contact met de andere leden van de eigen groep niet wordt
onderhouden)
Assimilatie: gelijkmatig aanpassen aan de omgeving
Bouwtechnische evoluties: zuil/architraaf – muur en gewelf
Weergeven van gebouwen
Wickelmann (Griekenland)
Nadruk op culturele verfijning, harmonie met de natuur, arcadisch eenvoud
Arcadisch = op de manier van een arcade/herderlijk, landelijk, idyllisch
Diagonale benadering van het gebouwencomplex
Piranesi (Rome)
Piranesi = Italiaanse graficus; stadsgezichten van Rome, gravuren en etsen van imaginaire
kerkers
Constructieve logica, wetten van de zwaartekracht, toont het verval; de natuur herovert
haar plaats op de architectuur
GRIEKENLAND
Verenigd in de diversiteit: de polis
Geografische versnippering
Hellenisten versus Barbaroi (= Barbaren?)
Hellenisme; het verspreiden van de Griekse cultuur. De Hellenistische periode was in engere
zin het tijdperk waarin het oude Griekenland op zijn hoogtepunt was vanaf de veroveringen
door Alexander de Grote tot de Romeinse veroveringen van Griekenland en het oude Nabije
Oosten
Barbaar; onbeschaafd, onderontwikkeld persoon. Naam is klanknabootsing van de
onverstaanbare talen die vreemdelingen spraken in de oren van de oude Grieken
De Goden van de Olympos
Filosofie
Pan-Hellenistische plaatsen
Pan (alle) + Hellas (Griekenland) = algemeen Helleense eenheid
Neutrale plaats in Griekse wereld
Tempels, Pan Helleense Spelen
Gemeenschappelijke cultuur, taal, religie, etc.
3 stijlfases
Archaïsche fase 700-480 vC
Klassieke fase 480-323 vC
Hellenistische fase 323-30 vC
Belangrijk mensen en data
,Perikles 495-429 vC = prominent en invloedrijke staatsman,
…………………………………………………redenaar en generaal in Athene
Athene onder Perikles 460-429 vC = Perikles vormde de Deltisch-Attische
…………………………………………………Zeebond om tot een Atheens Rijk en
…………………………………………………leidde zijn landgenoten tijdens de eerste
…………………………………………………twee jaar van de Peloponnesische Oorlog
Constructie Parthenon 449-432 vC = Dorische tempel
De Proto-Griekse erfenis
2 Beschavingen
Minoïsche beschaving
Kreta, Knossos 2000-1100 vC
Mythe: Koning Minos geeft architect Daedalus de opdracht een doolhof te bouwen voor de
Minotaurus.
Archeologie: Arthur John Evans (= Engelse archeoloog, paleis van Knossos)
Realisme en harmonie met natuur
Polychromie
Megaron grondplan (= langgerekt gebouw met deur aan korte zijde, voorportaal met twee
zuilen
Paleis van Knossos
Bakermat (oorsprong) van Griekse beschaving
Wonen, religie, administratief en politiek
Centrale vergaderzaal
Chaotisch grondplan met vele kleine hokjes
Veel opslagruimte
Architecturale polychromie
Kleurrijke interieurs
Realisme in muurschilderingen en beeldhouwkunst
Megaron grondplan
Aaneenschakeling van ruimtes, worden gescheiden door muren of zuilen
Zuil-architraafsysteem
Patio
Stylus = zuil
Evolutie van het Grieks tempelgrondplan vanuit de Megaron
, A: Antentempel Pro-naos = Voorhal
B: Dubbele antentempel Naos/ cella = Heiligdom
C: Tholus Adyton = Schatkamer
D: Prostylus 2 zuilenrijen = Dipteraal
E: Amphiprostylus 3 zuilenrijen = Tripteraal
F: Dipterale tempel
G: Perpiterale tempel
H: Pseudoperipterale tempel
I: Pseudodipterale tempel
MYCEENSE BESCHAVING
Verschillend van de Minoïsche beschaving
Minoïsch: handelsgericht; Kreta
Myceens: uitbouwen van militaire macht; Peloponnesos en Zuid-Griekeland
Leeuwenpoort van Mycene
1250 vC
Ontdekt door archeoloog en avonturier Heinrich Schliemann
Duits, vond oude Troje, pionier van zijn vakgebied, realisering dat aardewerkstijlen een
belangrijke sleutel voor chronologie vormen
Toegangspoort naar de stad bestaande uit cyclopenmuren
Volgens de mythe door cyclopen (reuzen) gebouwd
Robuust, grote stenenmeg
Basis van Griekse bouwprincipes: zuil, architraaf en tympaan
Leeuwen boven de poort beschermen de zuil = ruggengraat van de stad