CAPABEL BLOKOPDRACHT 4.2 WERKEN AAN EIGEN DESKUNDIGHEID
BLOKOPDRACHT 4.1 CAPABEL SOCIAAL WERK
CAPABEL BLOKOPDRACHT 3.3 EEN WERKVERDELING MAKEN
Alles voor dit studieboek (17)
Geschreven voor
Hoornbeeck College
Persoonlijk Begeleider Specifieke Doelgroepen
Agogiek
Alle documenten voor dit vak (3)
Verkoper
Volgen
Heleen12
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
H4 Methodieken om te veranderen
4.1 Veranderingsprocessen
Als het gaat om groepen die moeten veranderen, dan spreek je van collectieve
veranderingsprocessen. Bijvoorbeeld: medewerkers moeten op een andere manier
gaan werken, met andere apparatuur of in een andere samenstelling.
Bij intramurale collectieve veranderingen wordt het doel vaak door anderen bepaald,
bijvoorbeeld directie.
Het collectieve veranderingsproces verloopt in 3 fasen:
Unfreeze (losmaken), afscheid nemen, informatie geven
Change (veranderen)
Refreeze (accepteren)
Je moet vooral veel begrip tonen en goed dingen uit te leggen.
4.2 Methode, methodiek en methodologie
Een methode is een vaste, doordachte manier van handelen om een bepaald doel te
bereiken.
Een methodiek is een samenhangende set methoden
Een methodologie is de leer van de te volgen methoden: de theorie en de principes
achter de methode of methodiek.
4.3 Activerende en ondersteunende methodieken
Voor een activerende methodiek komt iemand alleen in aanmerking bij
gedragsproblematiek, psychische aandoeningen en verstandelijke of lichamelijke
problemen. Met activerende methodiek leert de cliënt de huidige situatie te
veranderen in een nieuwe situatie. Het kan alleen worden toegepast door een
deskundige en het is altijd tijdelijk.
Bij een ondersteunende methodiek krijgt de cliënt begeleiding, waarmee zijn
zelfredzaamheid behouden blijft en opname in een instelling niet nodig is. Als een
cliënt bijvoorbeeld moeite heeft om op zichzelf te wonen.
Het gaat dan om cliënten die probleemgedrag vertonen of beperkingen ervaren op
het gebied van geheugen, psychisch functioneren, sociale zelfredzaamheid en
bewegen/verplaatsing. Deze cliënten hebben blijvende begeleiding nodig, gericht op:
Vaardigheden en handelingen
Aanbrengen van dagstructuur
Voeren van de regie
Aansturen van gedrag
4.4 Coachingstechnieken
Coaching is mensen hun eigen kwaliteiten en competenties laten erkennen en
ontwikkelen, om zo hun prestaties te verbeteren. Het is belangrijk dat de cliënt het
wil.
Bij Rationeel Emotieve Training (RET) gaat het om het zelflerend vermogen van de
cliënt. Niet de gebeurtenis is belangrijk, maar de manier waarop iemand ernaar kijkt.
,RET werkt met een ABC-schema:
Activating event (actuele gebeurtenis)
Beliefs (gedachten, opvattingen)
Consequences (consequenties)
De coach beïnvloedt negatieve gedachten en buigt ze om naar positieve gedachten.
Het GROW-model wordt veel toegepast in coachingsgesprekken:
Goal (doel)
Reality (huidige situatie)
Options (opties, eventuele oplossingen)
Will (wat je wilt, welke optie, welke actie je kiest, wat je gaat doen)
Een wereldbeeld is geen afspiegeling van de werkelijkheid, maar van iemands kijk op
de werkelijkheid. Gedachten en gevoelens sturen zo ons gedrag. Neuro Linguïstisch
Programmeren (NLP) zorgt dat je bewust wordt van je gedachten en gevoelens. Als
je je daarvan bewust bent, kun je je communicatie of gedrag veranderen.
De Transactionele Analyse (TA) gaat uit van de drie ego-posities: Ouder,
Volwassene, Kind
Volwassen ego: gevoelens of gedrag, waarmee je direct reageert op situaties in het
heden. Handelen en oordelen in contact met het hier en nu, zonder oordeel.
Ouder ego: gevoelens of gedrag, zoals je hebt overgenomen van ouders of
ouderfiguren. Gedrag, gedachten en gevoelens, overgenomen van ouders,
opvoeders en cultuur.
Kind ego: gevoelens of gedrag, zoals je in je kindertijd had. Herhalen van gedrag,
gedachten en gevoelens ontwikkeld als kind.
Complementaire transacties: communicatie op gelijk niveau vanuit kind naar kind,
ouder naar ouder of volwassene naar volwassene.
Kruiselingse transacties: communicatie vanuit kind naar ouder, ouder naar kind,
ouder naar volwassene, volwassene naar ouder enz. een ongelijke communicatie.
4.6 Verdieping: Van Drama naar Kwaliteit
De dramadriehoek laat zien hoe mensen bij een probleem of conflict kunnen
vastzitten in de driehoek Slachtoffer, Aanklager, Redder. De rollen kunnen schuiven,
maar het conflict blijft bestaan.
Een slachtoffer vindt zichzelf zielig en vindt dat niemand hem begrijpt.
Een redder schiet onmiddellijk te hulp, maar het slachtoffer vindt het nooit goed
genoeg en eist meer.
Een aanklager is iemand die vindt dat hij beter kan dan de redder en heeft kritiek op
de redder of veroordeelt hem.
, H5 Werken met methodieken
5.1 Vraaggericht werken
Vraaggericht werken betekent dat je zo goed mogelijk aan de hulpvraag van de
cliënt tegemoet komt. Het is gelijkwaardig en je kijkt naar waar zij hulp bij willen. Je
behandelt de cliënten als gelijken en respectvol.
Kenmerken van vraaggericht werken:
Cliënten zijn gelijkwaardig aan jezelf
Cliënten denken mee
Je behandelt iedere cliënt met respect
Je staat open voor de wensen van de cliënten
Cliënten en hulpvrager stellen samen doelen
Cliënten en hulpvrager bepalen samen hoe de doelen bereikt worden
Jij bent adviseur, de cliënten beslissen
Je moet als organisatie allemaal vraaggericht werken.
5.2 Oplossingsgericht werken
Om oplossingsgericht te werken, moet je:
Eerst contact maken = met volle aandacht bij je cliënt zijn
Een open houding hebben (geen oordeel over een persoon)
Respect hebben voor je cliënt (gelijkwaardig)
Goed luisteren (niet onderbreken)
Creatief zijn (bedenk oplossingen)
Flexibel zijn (bedenk oplossingen)
Denken in oplossingen (bedenk oplossingen)
Schaalvraag is een vraag stellen over welk cijfer iemand iets geeft van 0 tot 10
5.3 Systeemgericht werken
Het systeem is een eenheid. Het is de cliënt met zijn omgeving, familie, vrienden,
netwerk, ouders of opvoeders. Het is belangrijk om goed te luisteren, cliënt laten
meedenken, creatief en flexibel te zijn. Je kijkt bij systeemgericht werken niet alleen
naar de cliënt, maar naar het hele systeem.
Een hulpverlener zal geen contact hebben met alle subsystemen (sportschool, kroeg,
werk, vrijwilligerswerk). Er kunnen ook binnen een gezin subsystemen zijn:
Oudersysteem (vader en moeder)
Echtgenotensysteem (man en vrouw)
Kindsysteem (ouders en kind)
Broers- en zussensysteem (broers en zussen)
De subsystemen beïnvloeden elkaar ook.
5.5 Verdieping: Meervoudig partijdig optreden
Binnen systeemgericht werken zul je vaak meervoudig partijdig optreden. Dit
betekent dat je je in alle partijen inleeft.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Heleen12. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.