Kijken naar kinderen B – in
dialoog met kinderen
1. Inleiding
1.1. Wat is een dialoog?
Niet zomaar wat babbelen
Inhoud komt aan bod
Via taal boodschappen uitzenden en ontvangen
2 of meer mensen
Mate van samenwerking en tweerichtingsverkeer
o Je verwacht iets terug
Toespraak
o Mededeling, in functie voor iets, je verwacht geen andere suggesties
o Andere mening mag maar niks meer doen, samenwerking: ten goede van anderen
Tirade
o Mening over onderwerp vertellen, geen ruimte voor andere er iets over te zeggen,
o Kan negatief als positief zijn
Debat
o Mening zeggen, competentie, men gaat niet luisteren naar elkaar
o Gewoon eigen ding zeggen
Dialoog
o Samenwerking & tweerichtingsverkeer, beide mensen doen inspraak
1.2. In dialoog Treden met kinderen
Veel gesprekken
o Voor, over, tegen kinderen
o Dialoog: gesprekken met kinderen
Gespreksonderwerpen: alledaags, gewone en minder alledaags of gewoon
o Leefwereld kinderen: wat belangrijk is voor hen elkaar vinden in gesprek
Verplaatsen in leefwereld kinderen zo anders reageren
o Oprecht nieuwsgierig zijn
Wil dingen te weten komen zo beter inspelen op basisbehoeftes kind
De taal van kinderen
o Uiten van emoties: taal voor vinden is nog geen evidentie
Niet gemakkelijk emoties te uiten in taal
o Belangrijk om met al je pedagogische sensitiviteit te kijken naar kinderen
= alle zintuigen gebruiken om kind te kunnen lezen & aanvoelen
1.3. Hoe we kijken beïnvloedt gesprek
Invloed mens- en maatschappijbeeld
o Bv. inspraak van Kinderen kinderrechten
Hoe kijken we naar een kind
o Kind als persoon die nog veel moet leren
o Kind als iemand met talenten die de kans moet krijgen zich verder te ontwikkelen
o Kind als iemand die mens onder de mensen moet worden
1
, Bepalend voor soort gesprek dat je zult voeren
Als volwassene kan je ook leren van kinderen ernaar handelen!
2. In dialoog met kinderen met hun diverse behoeften:
2.1. Basisbehoeften stimuleren
Vanuit dialoog positieve relatie lln opbouwen + lln stimuleren groeien
o Elk kind andere basisbehoeftes communicatie goed hierop afstemmen
Autonomie, competentie & verbondenheid
Motivatie: intrinsiek & extrinsiek grote rol
o Autonomie: aanbieden keuzes
o Verbondenheid: veilige & vertrouwde situatie
o Competentie: uitdaging
Deze zaken kunnen de motivatie stimuleren
Pas optimale ontwikkeling: basisbehoeftes voldaan
2.2. Hoe aandacht voor de psychologische basisbehoeften
onze dialoog helpt afstemmen
De manier waarop je een gesprek voert belangrijk!
o Kijken hoe zit het kind in elkaar
o Wat zijn zijn basisbehoeftes
Hierop dialoog afstemmen
Elk kind is anders
Grote diversiteit onder kinderen op vlak van basisbehoeften
Dialoog afstemmen
o Introvert – extrovert
o Wel/ geen beslissingen nemen
o Denkers – doeners
o Wel of niet affectief
o Moedertaal
o …
o Bv. heel actief kind eerder een wandeling doen zo meer uit gesprek halen
2.3. De basisbehoeften en motivatie
Intrinsieke motivatie: binnen de leerinhoud, zelf gemotiveerd
Extrinsiek: buiten leerinhoud, omdat het moet, beloning
Pedagogisch sensitief reageren
Communicatie heeft invloed op motivatie dialoog & taal afstemmen
o Aanmoedigen, versterken
o Reageren bij tekort
3. Fundamenten voor een positief dialoog en relatie:
basishoudingen waarderen & vertrouwen
3.1. Belang positieve relatie
Componenten van een relatie
o Individuele kenmerken
o Interactie
2
, o Externe factoren
Deze componenten aanwezig dan pas over een (neg/pos) relatie spreken
Basis van een positieve relatie = goed dialoog
Via componenten als leerkracht bijdragen aan positieve relatie
o Individuele kenmerken:
Bv. zichzelf kunnen zijn, kwetsbaar kunnen zijn, oprecht zijn, …
o Interactie
Vertrouwen, relatie opbouwen, vragen hoe het gaat, fysiek opstellen als
leerkracht, kringgesprek vragen hoe het gaat, …
o Externe invloeden
Babbelhoek, veel plaats, …
Positieve relatie tss kind-leerkracht
o Positief schoolprestaties: kinderen gaan meer experimenteren
o Gaan graag naar school, veilige plaats voor leerlingen
o Komen beter overeen met peers/ vriendjes
Negatieve relatie tss kind – leerkracht
o Slechtere schoolprestaties (onzeker, faalangst)
o Vroege moeilijkheden blijven aanslepen
Kanttekening: de beste leerkrachten kunnen ook eens een mindere periode hebben
o Niet elke leerling even leuk vinden dit inzien & ermee aan de slag gaan
Goede relatie gekoppeld aan componenten van pedagogisch model
Positieve relatie opbouwen noodzakelijk
o Vraagt tijd, geduld & vertrouwen
o ! blijft belangrijk in verdere relaties
Dialoog met lln aangaan
o Obstakels: omstandigheden
Bv. luide/ drukke klas, onzekere leerling, …
o Vorderingen
Bv. kind voelt zich positief, zelfzeker, verbonden, gehoord, …
Kind zien en horen
Positieve relatie opbouwen door in te spelen op de 4 basisbehoeftes
3.2. Waarderen en vertrouwen als fundamenten
Waarderen
o = Waarde inschatten
o Accepteren van persoon adhv positieve communicatie & constructieve feedback
Vertrouwen
o = In kind geloven & het laten ervaren
o Veilige omgeving, empathie, authenciteit (zie essentiële elementen)
Positieve relatie bereiken door
o In dialoog te gaan
o Geen oppervlakkige gesprekken
Communicatie met kinderen
o 70% non-verbaal
o 30% verbaal
Invloed op ontwikkeling, leren, inspanningen, gevoel leerling
3