Basisaspecten dierziekten
Algemene indruk
Inleiding
Hoe weet je of een dier lijdt → niet praten → toch vertellen ze veel: dieren leren lezen.
• Belangrijke taak van dierenverzorger: interpretatie van algemene indruk →
visuele en auditieve beoordeling van een patiënt op afstand (kijken en luisteren).
o Hiervoor heb je kennis over de diersoort, gezond verstand en durf om op
intuïtie af te gaan, nodig.
Bewustzijnsniveau
• Gezond dier = een alert dier → heeft belangstelling voor de omgeving.
• Wild dier → benadert mens met “fight or flight” reactie. (Zo niet → ziek of gewond
→ zie vos in het filmpje, het dier is in shock)
o Fight or Flight reactie: natuurlijk verdedigingsmechanisme bij een acuut
gevaar. Lichaam maakt zich klaar op vechten of vluchten. Angst of stress
bij een onaangename ontmoeting → lichaam maakt grote hoeveelheden
adrenaline en cortisol aan → zorgt voor
▪ Stijging van de bloeddruk en hartslag
▪ Spieren spannen zich op en haren komen overeind
▪ Zintuigen worden scherper: pupillen verwijden, oren staan
rechtop en pijngevoeligheid daalt.
▪ Pijngevoeligheid daalt sterk
➢ Hierdoor is het dier voorbereid op een gevecht of vlucht.
• Niveaus van verminderd bewustzijn:
o Lethargie: duf, (depressie), op weinig reageren, passieve slappe houding →
zie eendje dat blijft liggen op de grond, hoofdje hangt.
o Slaperigheid (Stopor): wel nog reactie op naam of oogreflex
o Stupor: alleen wakker worden bij sterke prikkels (knijpen in tenen of stem
verheffen)
o Coma: niet wakker worden
Gedrag
• Fysiologisch gedrag: normaal gedrag naargelang de situatie en het dier (niet altijd
gewenst gedrag)
o Speels, (on)rustig, alert, agressief, bang, zich verweren, seksueel gedrag, …
o Abnormaal gedrag door slechte dier-mens band, verkeerde training. (Bv.
agressief naar iemand)
• Pathologisch gedrag: abnormaal gedrag gerelateerd aan ziekte, pijn, mentale
dysfunctie. (Pathologie = ziekteleer)
o Agressie: situatie en dier → ook uiting van pijn.
o Anorexie: gedaalde eetlust
o Hyperactiviteit
o Hypersensitief (bij de mens) → hyperesthesia → zie kat die wegspringt,
haar rug likken, rug samentrekken
o Dementie → zie hond blijft aan zijn voederbak staan, weet niet meer wat hij
wil doen, hij loopt in rondjes → bepaald patroon
o Angstaanvallen → verlatingsangst
1
, o Incontinentie: niet kunnen ophouden van stoelgang of urine (in huis
plassen is niet altijd abnormaal gedrag, enkel bij een onderliggende oorzaak
zoals blaasstenen, nierproblemen, suikerziekte, …)
o Desoriëntatie: dieren die zich niet meer kunnen oriënteren.
o Apathie: gebrek aan emotie, motivatie, interesse, enthousiasme
(vaak ook lethargie) → bij erge vormen van pijn of ziekte of lange
tijd in slechte omstandigheden gehuisvest. Niet meer enthousiast in
situaties waarin hij vroeger wel enthousiast was → zwaar
depressief dier.
o Zelf mutilatie → zich zelf pijnigen als reactie op stress of pijn
▪ Vederplukken bij gezelschapsvogels
▪ Overmatig grooming (wassen)
▪ Overmatig krabben
▪ Overmatig bijt
▪ Hoofdstoten
o Compulsief gedrag (dwanggedrag, dwangneurose)
▪ Rituele handelingen (compulsies) als reactie op
dwangmatige gedachte (obsessie)
▪ Vaak vanuit angst of conflictsituatie
▪ Bv. een persoon die telkens verschillende keren zijn kopje
koffie naar zijn mond brengt, er met een lepeltje in roert en
dan pas kan beginnen drinken.
▪ Bv. een hond die naar zijn staart hapt bij het wandelen.
o Stereotiep gedrag
▪ Repetitief uniforme handelingen die constant worden herhaald, geen
functie, geen doel → gevolg van het niet kunnen uiten van natuurlijk
gedrag.
▪ Bv. giraf: brengt zijn tong naar achter in de mond → hij kan niet zo
veel bladeren van de boom eten, zoals hij in de natuur zou doen →
maagproblemen krijgen.
Houding
• Decubitus: Niet meer kunnen staan → altijd liggen.
o Ernstig: zijligging
o Minder ernstig: buikligging
• Bolle rug (bij pijn)
• Stram staan: hoofd naar beneden, achterbenen gestrekt (bij paard)
• Dik zitten (vogels): fluffy veren, ziet er dik uit (verward met een jong dier)
• Scheve kop (torticolli): bij een konijn met middenoorontsteking of vogel
• Gestrekte hals (koe)
• Evenwicht verleggen, pijnlijke ledematen ontlasten (pijn aan een been,
dit minder belasten)
• Kromme rug: kyfose
• Ingezakte rug: lordose
2
,Faciale expressie
Elke diersoort gaat zich anders uiten bij een bepaalde emotie.
Paard Konijn
Pijn Grote ogen Ogen toe doen (bollere neus)
Kat Hond
Angst Oren plat + pupillen wijd Oren spitsen
3
, Gang
Hoe het dier zich voortbeweegt.
• Manken: soms is dit erg subtiel → baasje ziet dit niet altijd (bv. heupdysplassie bij
honden, patella luxatie: knieschijven uit de kom)
• Incoördinatie (ataxie): lijkt of het dronken is → zie koe
o Bewegingscoördinatie verliezen + evenwichtsstoornissen vertonen
• Door poten zakken
• Abnormale manier van wandelen, lopen: bv. ziekte van wobbler bij een
paard → het lijkt te huppelen zoals een konijn → achterpoten gaan tegelijkertijd naar
voor.
• Stram bewegen: moeite met vlot bewegen
• Evenwichtsstoornissen (cirkelgang: vestibulair syndroom → probleem met
evenwicht en niet met de hersenen)
Lichaamsbouw
• Abnormale poten/benen
o Varus: O-benen
o Valgus: X-benen = ‘koestand’ → bij dieren gaat het
meestal over de poten (enkels), terwijl bij mensen de
knieën een X maken.
▪ Bv. jachtluipaard met X: door een dier dat een
overdosis vitamine A heeft gekregen of te snel is
gegroeid.
• Abnormale verhoudingen:
o Voorhand tegenover achterhand / kop ten opzichte van lichaam
→ korte romp en poten.
o Mopshond: verkorte schedel en platte neus → anatomische problemen
• Abnormale buikomvang
o Malnutritie of ondervoeding: zebu met ingevallen buik
o Anorexie = verminderde eetlust
o Cushing disease: buik vol met vocht → hormonale ziekte
o Vochtophoping
o Kitten met wormen
• Verlies van spieren: spieratrofie
o Ondervoeding
o Pijn → Last aan de poot of bij ouderdom
• Rariteiten: vervormde nek bij een giraf, poten te veel bij schildpad
Voedingstoestand
• Cachexie: zeer mager, uitgeput, spieratrofie → verwarlozing, chronische malnutritie,
tumor, chronische metabole ziekten
• Mager Body Conditie Score = BCS →
• Goede conditie in welke voedingstoestand bevindt
• Overgewicht een dier zich?
• Obesitas
• Adipositas: Sterke vetzucht → hoog risico op hart- en vaatziekten,
gewrichtsproblemen, ademhalingsstoornissen, afwijkingen aan de vacht of huid,
gedaalde fertiliteit.
4