Het Brede landschap van opvoeden
1 Inleiding (pg 4)
1.3 Structuur in het brede landschap van opvoeden (pg 5)
Echelonmodel – Verschillende niveaus van zorg, zorg bieden afhankelijk van intensiteit
Categoriaal model – Op basis van doelgroep
Sectoraal model – Onderverdeeld volgens sectoren, volgens verschillende beleidsdomeinen
2 Kinderopvang van baby’s en peuters (pg 8)
2.1 Overheid en beleid (pg 8)
Regelgeving (pg 9)
Decreet kinderopvang baby’s en peuters: Om hogere kwaliteit te verkrijgen, mbt welbevinden en
betrokkenheid, aanpak van het kind, pedagogisch handelen en pedagogische condities.
Subsidiëring via trappen en modules (pg 10)
Trap 0 - Vergunning aanvragen voor kinderopvanginitiatief
Trap 1 (basissubsidie) – forfaitaire subsidie die aan volgende voorwaarden voldoet
o 220 openingsdagen per jaar
o Nederlandse kennis van begeleiders
o Taalbeleid hebben
o Nederlandse taalontwikkeling stimuleren
o Thuistaal van kind plaats geven in de opvang
o Ondersteunen van medewerkers
Trap 2 (subsidie voor inkomenstarief) – Opvang wordt betaald op basis van jaarlijks inkomen
en gezinssamenstelling van de ouders, kindcode via K&G, voorrang geven aan onderstaande
o Opvang nodig voor werksituatie
o Eenoudergezinnen
o Laag inkomen
o Broers en zusjes die reeds in de opvang zitten
Trap 3 (plussubsidie) – Voor kwetsbare gezinnen of nood aan specifieke aandacht, 30% uit
kwetsbaar gezin (2 van onderstaande, waarvan 1 van eerste 3)
o ! Problematische gezondheidssituatie – Beperking, verminderd zorgvermogen of om
pedagogische redenen aangewezen
o ! Laag inkomen
o ! Laag opleidingsniveau
o Eenoudergezin
o Opvang nodig voor werksituatie
Module inclusieve opvang – Voor kinderen met specifieke zorgbehoefte
o Individuele inclusieve opvang – Ingaan op vraag van ouder om 1 kind met specifieke
zorgbehoefte op te vangen (subsidie er dag dat kind aanwezig is)
o Structurele inclusieve opvang – Plaatsen vrijhouden voor kinderen met specifieke
zorgbehoefte, structureel aanbod
Module flexibele opvang – Openingsuren voor 7u ’s ochtends, na 18u ’s avonds, ev weekend
1
, Het Brede landschap van opvoeden
Voorwaarden voor kinderopvang (pg 13)
Vergunning blijft geldig eens verkregen zolang je aan de voorwaarden blijft voldoen, voorwaarden
worden regelmatig gecontroleerd.
Startvoorwaarde – Om vergunning te krijgen
o Verklaring op erewoord (werkingsvoorwaarden kennen, risico-analyse, pedagogische
ondersteuning, pedagogisch beleid
o Positief verslag van je infrastructuur vd zorginspectie (attest brandveiligheid,
goedkeuring van de zorginspectie)
o Documenten als organisator (identiteitsbewijs, uittreksel strafregister, medisch attest,
kwalificatiebewijs
o Attesten rond organisatiestructuur (ondernemingsnummer, attest financieel beheer,
samenwerkingsovereenkomst)
Werkingsvoorwaarden – Aan voldoen vnf je 1 kind opvangt
o Aant kinderen volgens begeleiding (8 per begeleider, 2 begeleiders vnf 9, vnf 19 kids
meerdere leefgroepen, 1 begeleider per 14 slapende kinderen als er 2 begeleiders
aanwezig zijn in de voorziening)
o Veiligheid en gezondheid (procedure grensoverschrijdend gedrag, risico-analyse en
crisisprocedure)
o Omgang met kinderen en ouders (pedagogisch beleid, huishoudelijk reglement,
inlichtingenfiche, aanwezigheidsregister)
o Organisatorisch management (ondernemingsnummer, planning, evaluatie, registratie
personeel, klachtenbehandeling)
o Samenwerking (op lokaal niveau samenwerken, lokaal loket per of meerdere
gemeentes)
Referentiekader kinderopvang – Doelstellingen om voor te bereiden op een inspectie
2.2 Kenmerken (pg 17)
Geschiedenis
In begin 20ste eeuw zorgden bewaarsters voor kinderen van werkende ouders (vooral rijke burgerij).
Veel kindersterfte werd verklaard door onwetendheid rond opvoeding of slechte bedoelingen ipv
door slechte leefomstandigheden, hygiëne en voeding. Opvoeding werd gedecontextualiseerd
(lostrekken van context). Begin 20ste eeuw ontstond eerste raadplegingen, melkdruppels en crèches.
Gesubsidieerde vrijheid: overheid steunde initiatieven financieel, maar wilde niet verantwoordelijk
zijn. Kinderopvang wordt gezien als ‘noodzakelijk kwaad’ om kinderen te redden, maar is
onvoldoende tegenover zorg van de moeder. NWK (kinderwelzijn) werd opgericht, als voorloper van
K&G.
Na 2e wereldoorlog ontstond zorgverzekering, zwangerschapsverlof, hechtingstheorie (john bowlby).
Eind 20ste eeuw werden opvangplaatsen vooral ingenomen door hoog opgeleiden (veel
werkloosheid en overheid kon door crisis niet subsidiëren). -> Mattheus-effect (rijken worden rijker,
armen worden armer).
2
, Het Brede landschap van opvoeden
Na crisis meer subsidies voor onthaalouders, opvoedingsideaal komt dichter bij de zorgende moeder,
meer tewerkstelling voor laaggeschoolden. K&G ontstaat in 1984. Kinderopvang wordt een recht voor
elk kind, en nood van een vergunning om kwaliteit te garanderen.
Maatschappelijke functies van kinderopvang (pg 19)
Economische functie – Werkgelegenheid voor vrouwen, subsidies worden efficiënt ingezet en
werkgelegenheid creëren
Educatieve of pedagogische functie – Kinderen bouwen hun identiteit op, socialiseren met
andere kinderen, kinderen uitdagen stimuleren op diversiteit
Sociale functie – Maatschappij rechtvaardiger maken, opvang toegankelijker maken,
drempels verlagen, sociaal netwerk van ouders verbreden (IKG)
Kwaliteit in de kinderopvang (pg 20)
MeMoQ = Meten en Monitoren van de Kwaliteit in de kinderopvang.
Pedagogisch raamwerk (pg 21)
Project van MeMoQ. De pedagogische kwaliteit heeft een positief effect op de sociale, emotionele,
verstandelijke morele en taalontwikkeling van het kind. PR schetst een inspiratiebron voor
pedagogische kwaliteit.
Een visietekst die richting en houvast geeft om de kwaliteit te verhogen. Visie houdt in dat men zorgt
voor hoger welbevinden en betrokkenheid met respect voor elkaar en omgeving.
5 pijlers vh raamwerk:
1. Kinderen voorbereiden op leven in de samenleving
2. Inclusie en sociale cohesie voorzien
3. Uitsluiting van kansengroepen tegen gaan, gelijke kansen creëren
4. Bijdragen tot ecologisch bewustzijn
5. Kinderen voorbereiden op leven in de maatschappij
3 slagzinnen van kinderopvang:
1. Respect voor diversiteit
2. Opvoeden in inclusie en democratie
3. Opvoeden in duurzame samenleving
Nulmeting vd kwaliteit in de opvangsector (pg 23)
De 1e meting over pedagogische kwaliteit in de kinderopvangsector. Hiermee kunnen we de kwaliteit
blijven vergelijken. Verbeterpunten bij sociale cohesie en taalondersteuning. 4 doelen vd nulmeting:
1. Juist beeld krijgen vd kwaliteit
2. Structurele contextfactoren vinden om kwaliteit te verbeteren
3. Basis om evolutie te zien in de pedagogische kwaliteit over jaren heen
4. Informatie aanleveren voor de definiëring van de pedagogische norm
6 dimensies van de nulmeting:
1. Welbevinden
2. Betrokkenheid
3. Emotionele ondersteuning
4. Educatieve ondersteuning
3