Inhoud
HOOFDSTUK 1: BELANGRIJKE BEGRIPPEN............................................................................................... 3
1 Wat is strafrecht? ........................................................................................................................ 3
1.1 Belangrijke elementen in deze definitie .............................................................................. 3
1.2 Het legaliteitsbeginsel ......................................................................................................... 4
2 Bronnen van het strafrecht ......................................................................................................... 5
2.1 Wetgeving............................................................................................................................ 5
2.2 Rechtspraak ......................................................................................................................... 5
2.3 Rechtsleer ............................................................................................................................ 5
3 De strafgerechten: organigram ................................................................................................... 6
4 Werking in de tijd: de niet-retroactiviteit van de strafwet ......................................................... 6
5 Werking van de strafwet in de ruimte ........................................................................................ 7
5.1 Misdrijven gepleegd in België ............................................................................................. 7
5.2 Misdrijven gepleegd buiten België ...................................................................................... 7
6 De werking van de strafwet ten overstaan van personen .......................................................... 8
HOOFDSTUK 2: DE MISDRIJVEN .............................................................................................................. 9
1 De indeling van de misdrijven ..................................................................................................... 9
1.1 Het begrip ‘misdrijf’ ............................................................................................................. 9
1.2 Wettelijke indeling van de gemeenrechtelijke misdrijven .................................................. 9
1.3 De indeling op basis van de aard van de misdrijven ......................................................... 10
1.4 De indeling van de misdrijven volgens materiële uitvoeringswijze .................................. 11
2 De bestanddelen van het misdrijf ............................................................................................. 12
2.1 Het materieel bestanddeel van een misdrijf ..................................................................... 12
2.2 Het moreel bestanddeel van een misdrijf ......................................................................... 13
3 Modaliteiten van het misdrijf en de strafbaarheid ................................................................... 15
3.1 Verzwarende omstandigheden ......................................................................................... 15
3.2 De poging ........................................................................................................................... 15
3.3 Strafbare deelneming ........................................................................................................ 17
3.4 Rechtvaardigingsgronden .................................................................................................. 18
3.5 Verschoningsgronden ........................................................................................................ 23
HOOFDSTUK 3: DE STRAFFEN EN SANCTIES .......................................................................................... 25
1 Het strafbegrip .......................................................................................................................... 25
2 De indeling van de straffen ....................................................................................................... 25
2.1 De wettelijke indeling ........................................................................................................ 25
2.2 De hoofdstraffen ............................................................................................................... 26
2.3 De bijkomende straffen ..................................................................................................... 28
1
Vercaigne Jaimy
, DEEL 1: ALGEMEEN STRAFRECHT
2.4 De straffen toepasselijk op rechtspersonen...................................................................... 30
2.5 Sancties toepasselijk op minderjarigen ............................................................................. 31
2.6 De Geestesgestoorden ...................................................................................................... 31
3 De Straftoemeting ..................................................................................................................... 31
3.1 Algemene begrippen ......................................................................................................... 31
3.2 Omstandigheden die de straf kunnen verminderen ......................................................... 32
3.3 Omstandigheden die de straf kunnen verzwaren ............................................................. 33
4 De modaliteiten van de straf ..................................................................................................... 34
4.1 Algemeen........................................................................................................................... 34
4.2 De opschorting van de uitspraak van de veroordeling...................................................... 34
4.3 Het uitstel van de tenuitvoerlegging van de straf ............................................................. 34
4.4 De probatie ........................................................................................................................ 35
4.5 Uitvoering van de straf ...................................................................................................... 36
4.6 Het verval van de straffen ................................................................................................. 39
HOOFDSTUK 4: TOEPASSING VAN HET ALGEMEEN STRAFRECHT OP HET BIJZONDER STRAFRECHT ... 41
1 Indeling en structuur van het Strafwetboek ............................................................................. 41
2 Complementaire wetten en bijzondere wetten ........................................................................ 41
3 Artikel 100 Sw. omtrent de toepassing van het algemeen strafrecht op de bijzondere
strafwetten ........................................................................................................................................ 41
2
Vercaigne Jaimy
, DEEL 1: ALGEMEEN STRAFRECHT
HOOFDSTUK 1: BELANGRIJKE BEGRIPPEN
1 Wat is strafrecht?
Moeilijk te bepalen.
Definitie:
= tak van het publiek recht dat het geheel van rechtsregels bevat die bepalen welke gedragingen,
onder welke voorwaarden en in welke omstandigheden, tegenover welke personen misdrijven
uitmaken en dan onderhevig zijn aan sancties en/of maatregelen.
= bepaalt ook waaruit de sancties of maatregelen kunnen bestaan, wie er bevoegd is om deze op te
leggen én op welke wijze het moet gebeuren
1.1 Belangrijke elementen in deze definitie
Publiek recht:
- de overheid bepaalt welke gedragingen strafbaar en zijn en welke sancties eraan vasthangen.
- Geen conflict tussen 2 of meer rechtsonderhorigen, wel omdat die persoon de normen in de
maatschappij in het strafrecht overtreden heeft.
➔ Slachtoffer is geen partij in strafproces, maar maakt wel deel uit van het burgerlijke luik. Hij
kan een schadevergoeding eisen. → privaatrechtelijk
Welke gedragen zijn strafbaar?
- Menselijke gedragingen:
o Actief
o Passief
o Nalaten van een bepaald gedrag
- Gedrag op zich niet strafbaar, maar wel het gevolg ervan
- ENKEL mensen (dus geen dieren)
- Rechtspersonen (art. 5 Sw.)
o Publieke
o Privaatrechtelijke
Onder welke voorwaarden?:
= wet somt de elementen op die aanwezig moeten zijn opdat een bepaald gedrag een misdrijf is
In welke omstandigheden?:
= heel belangrijk bij het bepalen van de sanctie
- Verzwarende omstandigheden:
o Diefstal met geweld
o Diefstal met braak en/of inklimming
o Slagen en verwondingen met dood als gevolg
- Verzachtende omstandigheden: iemand met een blanco strafblad
Tegenover welke personen:
= hoedanigheid van de dader en het slachtoffer + de verwantschapsbanden
- Verwondingen aan de Koning (art. 101 Sw.)
- Verwondingen aan een bedienaar van de eredienst (art. 145, 2 Sw.)
- Aan een openbaar ambtenaar (art. 278 e.v. Sw.)
- Aan anderen (art. 398 e.v. Sw.)
- Aan ‘speciale’ anderen (art. 410 bis Sw.)
3
Vercaigne Jaimy
, DEEL 1: ALGEMEEN STRAFRECHT
Sancties en/of maatregelen:
= onderscheid tussen strafrecht en moraal → strafrecht bevat gedragingen die door de wet als
strafbaar bepaald worden, dit om de orde in de maatschappij te behouden
- Evolutie:
o Repressief (wraak, leed opleggen)
o Meer gericht op preventie en herstel
o Sinds 2014 elektronisch toezicht en autonome probatiestraf
o Andere maatregelen zoals jeugdbescherming
o Maatregelen om de rechtbank buiten beschouwing te houden, vb: seponering,
minnelijke schikking, bemiddeling in strafzaken…
Welke publiekrechtelijk orgaan is bevoegd en op welke manier?:
- Materieel strafrecht: → strafwetboek en bijzondere strafwetten
= geheel aan rechtsregels die de strafbare gedragingen beschrijven en de sancties daarop
o Diefstal
o Slagen en verwondingen
o Het gebruik en verhandelen van illegale drugs
- Formeel strafrecht of strafprocesrecht:
= wie is bevoegd om deze gedragingen te oordelen, op welke manier, volgens welke
procedure
o Correctionele rechtbank: enkel bevoegd voor de berechting van wanbedrijven
o Onderzoeksrechter heeft zijn onderzoek afgesloten → onderzoeksgerecht
o Hof van assisen: beantwoording schuldvraag door lekenjury
1.2 Het legaliteitsbeginsel
Fundamenteel beginsel! (art. 2 Sw.)
- Nullum Crimen
- Nulla poena sine lege
1.2.1 Nullum crimen sine lege
Wat?:
= gedraging is maar strafbaar als ze in de wet beschreven staat
1.2.2 Nulla poena sine lege
Wat?:
= sancties die van toepassing zijn op deze gedragingen die moeten toegepast en gerespecteerd
worden door de rechter.
1.2.3 Het legaliteitsbeginsel heeft een aantal gevolgen
Welke gevolgen:
- Bronnen strafrecht enkel terug te vinden in de wet → gewoonte is geen strafrecht
- Strafwet moet strikt geïnterpreteerd worden → geen vrije interpretatie
- Niet terugwerkend in de tijd → enkel wet op dat ogenblik is van toepassing
- Van toepassing op Belgisch grondgebied
Doel: bescherming van het individu, de rechtsonderhorige tegen de willekeur van de overheid.
4
Vercaigne Jaimy
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jaimyvercaigne. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,99. Je zit daarna nergens aan vast.